Ik wens ons een warme Cursus!

Een jaar of 12 geleden had ik nog niet van ECIW gehoord. Als spiritueel zoeker was ik via vele leraren en levensbeschouwelijke stromingen, waaronder een Baptisten-gemeente, terecht gekomen bij twee Nederlandse Advaita leraren. Hier viel eindelijk het kwartje en ervoer ik een diep besef van de beperktheid van ons conceptuele denken. Dit inzicht drukte ik uit in twee boekjes: “Een Christen op Satsang” en “Geen beeld van God”. Dit ging gepaard met een ervaring van grote helderheid die ik nu aanduid als mentale verlichting. Dit “mentale” is niet negatief bedoeld en ik wil ook niets afdoen aan de reinigende werking van deze mentale verlichting. Kenmerk ervan is dat van hieruit  diep beseft wordt dat geloof in welk concept van waarheid of van liefde dan ook, beperkt houdbaar is en grondstof vormt voor vruchteloze discussies. Eerlijk gezegd meende ik in deze periode van inzicht dat verdere verdieping en openheid niet mogelijk zou zijn. Dit was het dus, deze helderheid was wonderschoon, diep en volledig.

Kort hierna kwam ik in aanraking met ECIW in de vorm van het blauwe boek. Wat een feest! Zonder dat ik van het bestaan van ECIW had geweten had ik met “Een Christen op Satsang” een cursusje in wonderen in engere zin geschreven. Ik verslond alle boeken van Ken Wapnick, inclusief al zijn toelichtingen op ECIW, en dit bevestigde mijn ervaring van helderheid. Dit is het dus, einde van de reis of, beter gezegd; het doorzien van het denkbeeldige karakter van deze reis. Wat een helderheid, wat een zuiverheid en wat bijzonder dat ik zo duidelijk iedere duale visie en uitspraak kon doorzien en ontmaskeren als zijnde “conceptueel”. Ik was ervan overtuigd dat ECIW voor mij het laatste en ultieme boek was.

En toch. Toch bleek ook deze fase van helderheid niet meer dan dat: een fase. Niet een fase waar ik nu op neerkijk of die ik nu als een vergissing zie. Nee, een fase die nodig was als reiniging, zuivering, schoonmaak. Maar ook niet meer dan dat, een tussenfase die ik nu steeds duidelijker kan onderkennen bij zowel mijzelf als bij medestudenten van ECIW. Het is een fase waarin ons ego nog sluwer te werk kan gaan. Langzaam sluipt er dan een gevoel van superioriteit en zelfingenomenheid naar binnen. Met grote helderheid meen je te zien waar anderen de fout in gaan met hun meningen, visie en uitspraken. Je kunt dat ook formuleren op een wijze die volkomen logisch is en niet te weerspreken. Je hele denken wordt verlicht door die ‘waarheid’. Die stralende, non-duale visie. Alles is één en elk onderscheid, elke grens elk idee van tijd, ruimte, ontwikkeling is onzin. Alles is immers één.

Hoe zit het dan met liefde? Als mentaal-verlichte ben je blij met de uitspraak van ECIW dat liefde niet onderwezen kan worden. Ook dit klinkt logisch. We hoeven slechts ons geloof in grenzen en afscheiding op te geven en dan is daar automatisch de liefde; toch? Het  antwoord hierop is: Ja, dat klopt. Als we elk oordeel laten genezen door de liefde dan blijken middel (genezende liefde) en doel (de liefde zelf, ons Zelf) samen te vallen. Toch kunnen we in de fase van mentale verlichting blijven hangen. Ongemerkt is er dan een nieuw geloof ontstaan. Ongemerkt is het oordelende ego door de achterdeur naar binnen geslopen en opnieuw op de troon gaan zitten.

Ons verstand, onze ego-mind, ziet het allemaal zo helder. Als alles één is dan is God (mijn!) projectie, dan ben jij (mijn!) projectie, dan is de Heilige Geest (mijn!) herinnering, dan is de wereld (mijn!) nare droom en moet ik (!) me daardoor niet laten foppen, mij (!) er verre van houden en mag ik (!) onbewogen en veilig alles van een veilige afstand (!) gadeslaan. Zoiets wordt het dan.

We hebben, anders gezegd, te maken met een blinde vlek, met een spiritueel-ego en met angsten die zich nog meer aan het zicht onttrokken hebben. In het Nieuwe Testament hebben we het voorrecht om Jezus aan het werk te zien binnen onze droomwereld. Hij prikt vriendelijk maar beslist door onze ballon van zelfingenomen verlichting heen. “Meen je werkelijk dat je met je mooipraterij liefdevol bezig bent? Zie je echt jezelf en de ander als één? Waarom omarm je dan niet iedereen, waarom vormt knuffelen dan geen dagtaak voor je, waarom voel jij je dan nog bedreigd door anderen, waarom stroom je dan niet over van gevende liefde?” Ik noem dit hier niet om ons aan te sporen nieuwe geboden te volgen. Het kan echter wel verhelderend zijn om onze reacties op dergelijke woorden te onderzoeken. Ervaren we weerzin? Angst? Waar komt dit vandaan? Waar wijst dit op?

ECIW heeft ons geholpen om een grote opruimactie te beginnen die zich nog steeds aan het voltrekken is. Deze mentale opruimactie is bedoeld om ons af te leveren bij de poort van Liefde. Daar mag, nee moet, ons verstand het stokje overdragen aan ons hart. Niet ons verstand moet ons vertellen hoe we ons volgens ECIW moeten verhouden tot anderen en de wereld. De verstandelijke conclusie dat deze niet meer dan “onze projectie” zijn mag verstandelijk gezien kloppen maar laat de poort gesloten. Al deze onwrikbare non-duale ‘waarheden’ mogen verdampen als de poort van liefde opengaat en we duizelen van het mysterie van de Schepping. Nu is de tijd van ons hart om te spreken en ons te leiden. Om onze angst voor verbinding en vereniging onder ogen te zien en te laten genezen. Het is tijd voor de omarming. We hebben een warme cursus nodig. Een Cursus van Liefde.

Advertentie

Een gedachte over “Ik wens ons een warme Cursus!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s