Ik heb de neiging om Jezus pas uit te nodigen in mijn leven als het me tegenzit. Bijvoorbeeld als ik ’s nachts wakker word en zo onrustig ben dat het me niet lukt om verder te slapen. Ik wil dan zo snel mogelijk af van dat vervelende gespannen gevoel en van al die malende gedachten. Hoe kom ik zo snel mogelijk weer in slaap? Ik besluit om er maar eens een Cursus-tekst tegen aan te gooien. Met m’n hoofd begrijp ik ondertussen wel dat ik dit gevecht zelf in stand houd. Ik kies voor een worstelpartij om me slachtoffer te voelen en hiermee mijn afgescheiden ik-gevoel te bevestigen. Best gek, vind ik, dat ik wel begrijp waar ik mee bezig ben maar dat dit begrip geen einde maakt aan de strijd. Ik herhaal de Cursus-tekst nog maar eens. Meestal is dit de Werkboekles van de voorgaande dag. Met een schuin oog kijk ik naar het innerlijke gevecht. Gebeurt er al iets? Werkt het al?
Dan daagt het langzaam dat er in mijn strijd iets essentieels mist. Ik besef dat IK de Cursus gebruik om iets wat me niet bevalt te fiksen. Hierbij heb ik zelf alvast bepaald wat Jezus voor me moet doen; mijn spanning weghalen en me een verkwikkende slaap aanbieden. Ik heb een invuloefening voor Hem gemaakt. Ik ben zodoende een sta-in-de-weg geworden voor Liefde. Hiermee ben ik niet schuldig, maar ik vergis me wel.
Ik kies opnieuw. Jezus, zie mijn worsteling met mezelf. Ik weet niet beter. Ik weet helemaal niet wat goed voor me is en ik merk dat ik U niet vertrouw. Dank dat U met mij hierom wilt glimlachen. Dank voor Uw liefdevolle blik op mijn gespartel. Dank voor het vertrouwen dat nu omhoog komt in mijn hart. Wat er ook gebeurt, het is oké omdat U naast me staat en Uw arm om me heen slaat. Dank dat de uitkomst vaststaat, wat er ook binnen de illusie lijkt te gebeuren.
WB131: Niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen.
Prachtig Simon, dank je wel.
LikeLike
Heel mooi, geeft de burger weer moed;-)
LikeLike