Ik merk dat ik mezelf dikwijls iets kwalijk neem. Ik meen dan dat ik iets verkeerds gedaan heb of iemand verkeerd bejegend heb. Ongetwijfeld klopt dit ook binnen onze droom. Er is echter een ander aspect van dit zelfverwijt. Het bevat namelijk ook een verkapte vorm van arrogantie van het ego. Immers, als ik mezelf iets verwijt, dan meent mijn ikje dat het echt de macht heeft om iemand iets aan te doen. Het zou een echte dader kunnen zijn en ook echt slachtoffers kunnen maken. Binnen onze droomwereld is dit natuurlijk ook zo en dit stukje is niet bedoeld als een oproep tot asociaal gedrag. Laten we binnen de illusie toch vooral normaal blijven doen en waar mogelijk onze fouten herstellen of excuses aanbieden. Ik heb het hier echter over een ander niveau, over het niveau van het absolute, over onze ware Identiteit.
Als ik namelijk beweer dat ik in staat ben om iemand anders ten diepste iets aan te doen, dan beweer ik tevens dat de afscheiding echt heeft plaatsgevonden. Anders gezegd, ik beweer dat het me gelukt is om mezelf af te scheiden van God. Tevens beweer ik dat mijn projecties van een buitenwereld met daarin andere mensen ook echt zijn, zodat ik die werkelijk iets kan aandoen. Het is juist de kernboodschap van Jezus geweest dat er geen booswichten waren die hem echt zouden kunnen doden. Binnen de droom leek het er weliswaar op dat de mensenmassa die hem beschuldigde en de Romeinen die hem daadwerkelijk kruisigden echt schuldig waren. Jezus zag hier aan voorbij, hij zag dat zijn ware Identiteit als Zoon van God niet aan te vallen was. Hij liet onverkort zijn liefde stromen naar de mensen die hem geselden en naar de soldaten die de spijkers door zijn handen en voeten sloegen. Daarmee illustreerde hij dat er geen “anderen” zijn die de zoon van God iets kunnen aandoen.
Ook Petrus dacht dat hij iets heel ergs gedaan had, namelijk het tot driemaal toe verloochenen van zijn heer. Na de opstanding van Jezus zal Petrus verbaasd zijn geweest dat Jezus helemaal niet kwaad op hem was. Jezus zag namelijk dat er niets gebeurd was. Jezus kende de ware identiteit van hemzelf en van Petrus; onbegrensde liefde. Deze onbegrensde liefde kan zichzelf niets aandoen. Wij kunnen Jezus noch God beledigen en ook niet doden. De diepste werkelijkheid is dat er geen afgescheiden anderen zijn. Binnen de illusie kunnen we menen dat we de macht hebben om anderen te kwetsen maar daarmee miskennen we hun (en onze) ware Goddelijke aard.
Deze constatering is een grote belediging voor ons ego. Als ego menen wij wel degelijk macht te hebben om Jezus te kruisigen of anderen echt iets aan te kunnen doen. Het is dus schokkend voor ons als Jezus ons laat zien dat er niks gebeurd is en dat hij nog steeds leeft. Zo bezien is de kruisiging bedoeld als ultiem bewijs dat wij God en daarmee ook al Zijn Zonen niet kunnen aanvallen omdat wij ons nooit van de eenheid die wij zijn hebben kunnen afscheiden. Die macht hebben we helemaal niet. Het lukt ons gewoonweg niet om onszelf waarlijk schuldig te maken. Binnen de illusie: jawel. Hier is het hele systeem van rechtspraak, boete en schuld onze “realiteit”. Maar in werkelijkheid: nee, onmogelijk. Het evangelie is hierdoor een heerlijke bevrijding! Ons gevoel van zelfverwijt heeft klaarblijkelijk vooral een doel voor het ego. Het ego vindt het prachtig als wij onszelf schuldig voelen en daarmee de afscheiding met alle ellende erbij tot werkelijkheid verklaren. Jezus zegt ons nu in de Cursus dat er niks gebeurd is. Wij zijn geen ego dat kwaad kan doen. Wij zijn de heilige zonen van God zelf (WB191). Wat een bevrijding, wat een vrede.
Probeer het eens als je jezelf geselt met zelfverwijt. Kijk eerst of je, naar de droommens gesproken, iets moet herstellen of gewoon je excuses moet aanbieden. Als je daarna merkt dat het schuldgevoel aan je blijft kleven dan mag je dit ontmaskeren als truc van het ego. Merk dat het vanuit je kleine ikje nauwelijks lukt dit schuldgevoel simpelweg overboord te zetten. Je ego zal je vertellen dat dit ongepast is, het hoort niet, je moet jezelf blijven geselen. Kijk dan samen met Hem en wees bereid de arrogantie van het ego, je neiging om vast te houden aan het ik-bevestigende schuldgevoel, los te laten. Hij is daarbij onze Helper en ons Doel. Hij is ons ware, ons diepste Zelf.