Stop gewoon eens met piekeren, zoeken en nadenken over dingen. Of, zoals de Cursus zegt, neem even ontslag als je eigen leraar. Vergezel me voor een moment in de staat van onschuld, van een verwonderd om je heen kijken zonder ook maar iets ergens van te vinden. Laat dan alles de revue passeren; lichamelijke gewaarwordingen, gedachten, gevoelens, beelden van een buitenwereld. Kijk er op een zo abstract mogelijke manier naar. Zijn het niet allemaal slechts vormpjes in tijd en ruimte? Vormpjes die even verschijnen in bewustzijn om vervolgens weer te verdwijnen?
Sta dan heel ontspannen stil bij wat de Cursus ons probeert te leren: “het feit dat ik nu deze vormpjes meen te zien, bewijst dat ik iets onbewust voor wáár heb aangenomen. Zonder dat ik het wist heb ik mijn handtekening gezet onder een contract waarin staat dat ik plechtig verklaar dat ik los sta van al de vormpjes die ik nu buiten me meen te zien. Of dit nu een auto is, een gedachte, een gevoel of een kriebeltje in mijn neus. Anders gezegd: onbewust heb je gezegd dat jouw uitgangspunt is: ik ben afgescheiden van God. De Cursus noemt dit dat je bent gaan geloven in zonde in de betekenis van “afgescheidenheid”.
Jouw geloof in al die vormpjes die je meent te zien heeft een verborgen agenda; de illusie in stand houden dat je los bent van God, van de liefde. Jij kiest er voor om je op een bepaald manier te verhouden tot die vormpjes; je keurt ze goed of je keurt ze af, je wilt er meer van of juist minder, je denkt dat ze je aanvallen, dat je je moet verdedigen of je wilt ze juist zelf aanvallen en vernietigen. Onbewust leef je je uit omdat met elk van deze acties je jezelf constant wijsmaakt: kijk mij nou eens lekker bestaan en bezig zijn. (WB 325: Al wat ik denk te zien weerspiegelt een idee).
Nu een voorschot op les 326: Ik ben voor eeuwig een Gevolg van God. Hoe zit het echt? Dat brengt ons bij het heilige der heilige, het onbeschrijfelijke, de kern van het Christelijk geloof: de Heilige Drie-eenheid. Om Zichzelf te kennen als Liefde breidt God (Liefde) uit in de Christus, de Zoon van God. En nu het voor ons gewone denken onbegrijpelijke: hoewel de liefde zich uitbreidt in iets ogenschijnlijk anders (de Zoon) blijf de Liefde toch onverdeeld. Er blijft een uitwisseling gaande tussen “beiden”; een verbondenheid, een geven en een teruggeven van Liefde die wordt aangeduid als de Heilige Geest. Vader-Zoon- Heilige Geest; Schepping zonder vormpjes, verbondenheid, stromende Liefde.
Nu terug naar onze droom, onze illusie van vormpjes. De wonderlijke uitspraak van de Cursus komt naar boven: middel en doel zijn één. Wat wil dit zeggen? Om te beseffen wat we zijn, namelijk onverbroken Liefde (doel) mogen we kiezen voor de verbinding, voor de liefde (middel). Dus door zelfs binnen onze illusie te kiezen om de denkbeeldige vormpjes te omarmen, om er de tedere verbinding mee aan te gaan kunnen we weer ervaren dat we verbonden zijn met alles, met de bron. We mogen ons, anders gezegd, onze identiteit als Zoon van God herinneren. Als Zoon hebben we gekozen om iets te maken (niet “scheppen”; deze term is gereserveerd voor uitbreiding in eenheid en eeuwigheid). Nee, we wilden vormpjes bedenken zodat we ons konden wentelen in de illusie van een ikje in tijd en ruimte.
Nu is het moment om die ene parel, onze bron te zoeken en te koesteren. Hoe? Door te verbinden met alles en iedereen, zonder uitzondering. Heb uw naasten lief als uzelf. Heb alle vormpjes die zich aandienen lief door ze te vergeven. Door ze te herkennen als wat ze zijn; de door jouw bedachte manieren om jezelf te foppen en de illusie van afgescheidenheid te maken. Door nu echter te doen wat we zijn (liefhebben) breiden we verder uit in eenheid zoals onze Goddelijke natuur in werkelijkheid is en zodoende bereiken we het “doel”; de ervaring dat we de oneindige, liefdevolle kinderen van God zijn. Niet afgezonderd, maar wel degelijk bestaand in Zijn armen. Amen.