Vergeetachtig

vergeetachtigSinds enkele maanden ga ik soms op bezoek bij een oudere, wat eenzame man. Ik noem hem nu maar even Max. Max is goed opgeleid en behoorlijk taalvaardig. Maar hij is ook behoorlijk vergeetachtig. Verder heeft hij een fiks lichamelijk probleem waarvoor hij geopereerd moet worden. Toen ik kennis maakte met Max vertelde hij me wat hij zo rondom de komende operatie had meegemaakt in het ziekenhuis. Hij schetste een beeld van artsen die hem niet serieus namen en óver hem spraken in plaats van mét hem. Zo hadden ze niet aan hem zelf verteld over de zware operatie die hem te wachten stond maar had hij dat in de wandelgangen van het ziekenhuis moeten opvangen. Zijn specialist was zeer slecht voorbereid want deze beweerde dat Max al voor de derde keer op bezoek was terwijl Max 100% zeker wist dat het pas de tweede keer was.

Toen ik vorige week bij Max thuis op bezoek ging lag hij ziek op zijn slaapkamer. Een hulp in de huishouding liet me binnen en ik trof Max dommelend in bed aan. Toen Max wakker werd vertelde hij me dat hij teleurgesteld was in zijn onderhuurder. Deze vriendelijke man helpt mee als een soort mantelzorger. Wat was er gebeurd? De onderhuurder was vandaag zomaar naar zijn werk vertrokken en had niet eens de moeite genomen om even gedag te komen zeggen bij Max.

Bij mijn eerste bezoek aan Max bedacht ik dat hij het wel heel erg slecht getroffen had met zijn negatieve ervaringen in het medisch circuit. Na het boze verhaal over de onderhuurder kwam een andere, wellicht meer voor de hand liggende, versie van de gebeurtenissen bij me naar boven. Alles wat Max me verteld had over de grote boze buitenwereld waarin hij zo slecht behandeld wordt is ook te verklaren vanuit de vergeetachtigheid van hem. Was hem echt niet direct en duidelijk uitleg gegeven over zijn ziekte? Was hij zelf één van de drie bezoeken vergeten? Was de onderhuurder wél langs geweest maar had hij liefdevol om de hoek van de slaapkamer gekeken en Max daar slapend aangetroffen?

Aan dit alles moest ik vandaag denken bij het lezen van de werkboekles (162): Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Ik merk dat ik bij het lezen van zo’n tekst snel en onbewust reageer met zoiets als: “mooie tekst, mij bekend” om daarna over te gaan tot de orde van de dag. Binnen deze zogenaamde orde neem ik vervolgens alles serieus waarvan ik meen dat het me overkomt. Zo ligt op dit moment mijn moeder in het ziekenhuis met hartklachten. Het is niet de eerste keer maar ze is nu 82 jaar en op een gegeven moment is het, triest genoeg, toch een keer afgelopen. Ik kijk naar haar grijze koppie en oude huid zoals ze daar in dat ziekenhuis bed ligt, het raakt me en ik raak bewogen over de tijdelijkheid van ons bestaan. Dit zie ik duidelijk met eigen ogen en ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan wat ik zie. Net zomin als Max dat heeft.

Maar wat ik zie is niet waar. Max trekt mogelijk de verkeerde conclusie omdat hij vergeetachtig is geworden. Hij ziet een wereld die zich tegen hem heeft gekeerd en reageert vervolgens met angst, boosheid, beschuldigingen en verdriet. Hoe kunnen anderen hem dit toch alles aandoen? Max twijfelt aan alles behalve aan één ding; aan zichzelf. Zo ook met mij. Ik meen dat ons van alles overkomt op deze echte wereld. Ik meen dat ik als tijdelijk en afgescheiden individu leef. Ik meen dat we ziek kunnen worden als ik het zieke lichaam van Max en dat van mijn moeder zie. Ik denk dat we sterfelijk zijn. Ik denk tenslotte dat Max in de war is en ik niet.

Maar wat een vergissing. Zowel Max als ik zijn vergeetachtig. Ook ik ben vergeten wie ik ben en neem vervolgens dat wat ik meen waar te nemen net zo serieus als Max. Zo geloof ik dat ik leef in een afgescheiden lichaam dat ziek kan worden en sterven. Zo vrees ik dat het fout kan gaan met mijn moeder. En natuurlijk mag ik de gevoelens hebben en daarnaar handelen zoals ik deze ervaar in mijn droom. Maar laat ik niet vergeten dat mijn ogen mij bedriegen, juist omdat ik de waarheid vergeten ben. Ik zie slechts dat wat ik vanuit mijn geloof in afgescheidenheid en de daarbij behorende angst projecteer: een nachtmerrie. Ik wil me echter nu steeds meer openstellen voor een andere blik, een herinnering. Ik hoor mezelf nog aan Max vragen: “kan er ook een andere verklaring zijn voor wat die ander doet, kun je het ook anders bezien?”. Deze vraag mag ik mezelf voorhouden en daarbij weten dat er een antwoord komt. Liefde kijkt naar mij en ik mag leren om door de ogen van liefde naar Max en mijn moeder te kijken. Alleen zo kan ik herinneren wie we werkelijk zijn.

WB 162: Ik ben zoals God mij geschapen heeft.

 

Advertentie

Een gedachte over “Vergeetachtig

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s