Vanuit ons duale denken kunnen we niks met een scheppende God. Zodra God aan de slag gaat en iets schept moeten er toch twee zijn? Dat kan toch niet anders? Toch leren we uit de Cursus dat God schept. Met Zijn scheppingen is iets geks aan de hand. Ze zijn één met God, maar toch niet aan God gelijk. Hij is immers de Schepper en wat Hij schept zijn schepselen. Als Zoon van God zijn wij op wonderbaarlijke wijze één met onze Vader, maar toch is Hij de Oorzaak en wij zijn van Hem afgeleid. Er lijken er dus nu twee te zijn, maar toch zijn ze in werkelijkheid innig verbonden en vormen ze een eenheid. Houd deze, voor ons, onmogelijke mogelijkheid even in gedachten.
Want er is meer. God schiep niet alleen Zijn Zoon maar ook de Heilige Geest. Hiervoor geldt precies hetzelfde als voor de Zoon. Ook hier het wonderlijke fenomeen dat God een wezen schept dat onderscheiden is van Hemzelf maar toch een eenheid met Hem vormt. Ook hier kunnen we niet met ons denken bij maar de term Drie-eenheid is geen verzinsel van de kerk en wordt genoemd in de Cursus. (bijv T3 II-5: De Zoon van God is een deel van de Heilige Drie-eenheid, maar de Drie-eenheid Zelf is één. Er is geen verwarring binnen de Niveaus hiervan, omdat Zij één van Denkgeest en Wil zijn.)
De Drie-eenheid is dus een mysterie in zichzelf waar wij onze hersentjes op kunnen laten stuklopen. Echt begrijpen doen we het niet maar we blijken wel in staat om op twee manieren de plank mis te slaan. De bekendste voor ons is ons vertrouwde geloof in dualiteit. Daarmee maken we onszelf van God los en komen zo terecht bij het klassieke Godsbeeld. Hierbij zijn wij zondig en is God boos. Enfin, dit verhaal ken je wel. Een minder bekende manier bestaat uit het andere uiterste: we ontkennen hierbij in feite de “Drie” van de Drie-eenheid en proberen nu alles te zien vanuit de bril van eenheid. Met alle respect voor de persoon van Ken Wapnick en het werk dat hij heeft gedaan, komt deze visie op de Cursus vooral van zijn hand. In Nederland is kritiek uitoefenen op de visie van Wapnick totaal not-done. Dit geldt overigens voor iedere vorm van kritiek wat door bezorgde Cursus-studenten (te) snel gezien wordt als een aanval en het begin van verdeling en onrust. Jezus zelf ziet kritiek echter niet zo, zoals bijvoorbeeld blijkt uit zijn kritiek op Freud in de oorspronkelijke Cursus-tekst die hij doorgaf aan Helen Schucman (zie bijvoorbeeld ACIM Complete and Annotated edition). Hij weet dat woorden symbolen van symbolen zijn maar toch doet hij zijn uiterste best om ook de metafysica van de Cursus zo duidelijk en ondubbelzinnig mogelijk aan ons te beschrijven.
Terug naar het doorslaan richting de eenheid en de daarbij behorende afkeer van het mysterie van grenzeloze meervoudigheid. In de Cursus wordt de Heilige Geest duidelijk omschreven als het derde lid van de Drie-eenheid. Ook hier dat mysterie van een Zelf binnen eenheid, net als bij de Zoon. De Cursus spreekt uitvoerig over de taak van de Heilige Geest (zie: Handelt de HG echt in de wereld, als pdf te downloaden vanuit de FB groep ECIWcoach). Wapnick ziet de HG als symbool waar wij voorlopig nog gebruik van maken. Hij zou onze herinnering aan God zijn, maar dit is toch echt wat anders dan een Schepping van God die ons helpt herinneren.
Hetzelfde is aan de orde met de broeders en zusters die wij binnen deze droom samen met ons rond zien wandelen. De Cursus zelf doet hier niet moeilijk over en geeft aan dat er sprake is van dezelfde wonderlijke meervoudige eenheid als in de Drie-eenheid. Er is sprake van Zonen (denkgeesten, communicatiekanalen, kinderen, Zoonschap enz) binnen de ene Zoon van God. Elk van deze zonen leidt aan geheugenverlies en is vergeten dat hij innig verbonden is met de andere zonen die hij ziet en met God. Maar ook hier dat mysterie: innig verbonden: ja, een ongedifferentieerde eenheid: nee. Ook hier de twee gevaren van de uitersten. De eerste is ons weer welbekend: we denken toch dat we speciaal zijn en anders (meer / minder) dan anderen. Nee, we zijn als één verbonden en onafscheidelijk van ieder die we zien. Bij het andere uiterste wordt het een heel ingewikkeld verhaal. Uiteindelijk komt het er op neer dat degene die jij tegenover je ziet staan niet bestaat. Hij is slechts een projectie in jouw denkgeest.
Nu wordt duidelijk waarom een precies begrip van de Cursus wel degelijk belangrijk is. Want als je iemand anders ziet lijden en die ander bestaat geeneens dan hoef je niks anders te doen dan te sleutelen aan jouw projectie zodat je weer heerlijk innerlijke vrede ervaart (Voilá: Foundation for Inner Peace). Maar wat als er toch, in eenheid, een werkelijke ander is? Een ander die, net als jij, meent dat hij afgescheiden is van jou en van God? Dan gaat het niet slechts om het veranderen van jouw perceptie maar kun je werkelijk behulpzaam zijn voor je broeder. Dan corrigeer je niet slechts een vergissing in je denkgeest maar kun je liefde laten stromen. Want door die liefde te laten stromen ervaar je dat je liefde bent. Er is geen noodzaak voor stromende liefde in niet-scheppende eenheid. Scheppen is het stromen van liefde van Schepper naar scheppingen en tussen scheppingen onderling (Voilá: Circle of Atonement). En, halleluja, je kunt hulp vragen aan de Heilige Geest en aan Jezus. Niet als voorlopig surrogaat omdat je nog zo infantiel bent dat je de waarheid niet aankunt, maar omdat dit waarheid is.
Ons doorslaan in geloof in de afgescheidenheid van de schepping en binnen de schepping gaf ons de angst voor een wraaklustige God. Ons doorslaan in geloof in een niet echt scheppende God geeft ons een naar binnen gekeerdheid, een stoïcijnse Vader, een symbolische Jezus en Heilige Geest en uiteindelijk geprojecteerde broeders en zusters.
Vraag ik je nu om mij te geloven of om partij te kiezen tegen broeder Wapnick? Roep ik nu op tot verdeeldheid in Cursus-land? Nee, ik suggereer dat de boodschap van de Cursus eenvoudiger en liefdevoller is dan je misschien bent gaan denken. Nodig broeder Jezus uit om je te helpen bij het lezen ervan, vraag de kracht van de Heilige Geest en de liefde van onze Vader. Want wie geeft Zijn kinderen nu stenen als ze om brood vragen?