Binnen onze duale droom zijn dit twee woorden die elkaar lijken uit te sluiten. Voor een relatie heb je tenminste twee personen nodig terwijl dit in eenheid niet kan bestaan. Jezus in de Cursus deelt ons ongemak niet. Zo spreekt hij over de Heilige Drie-eenheid en over een Heilige Relatie. Hierbij is steeds sprake van zowel meerdere personen (of wezens) als van eenheid. Zijn deze personen verschillend van elkaar? Nu loopt ons denken vast. Bij het woord “verschillen” kunnen wij niet anders dan denken aan bepaalde vormen, en deze heb je niet in tijd- en ruimteloze eenheid. Zijn de personen dan innig verbonden met elkaar? Dit lijkt toch weer te zwak uitgedrukt. Het woord “individu” is ook al zo raar: ondeelbaar, maar toch onderscheiden van andere individuen. We snappen het niet en hoeven het ook niet te snappen. We mogen Jezus in de Cursus op zijn woord nemen en het mysterie laten rusten in onze denkgeest. Het beste wat we kunnen doen is voorkomen dat we doorschieten naar één van de twee uitersten. Hiertoe neigt ons ego gewoonlijk.
Het bekendste is doorschieten in het belang van echt duale relaties waarin sprake is van verschil en van onderscheid. We plaatsten God buiten en los van ons en doen dit ook met anderen. Vervolgens gaan we ons best doen om iets moois te maken van deze duale relaties. We willen God tevreden stellen middels goede werken, we willen Hem en elkaar niet boos maken, we gaan Hem en andere mensen proberen te verleiden om ons liefde te geven omdat we vergeten zijn dat we ondeelbare liefde zijn.
Het andere uiterste is doorschieten in non-dualiteit. Dit is vooral een risico voor studenten die al langer met de Cursus bezig zijn. De absolute eenheid heeft namelijk iets heel aantrekkelijks voor ons. We denken aan een soort universele baarmoeder waarin we warm en vredig zweven, één met alles en los van de boze buitenwereld. We gaan in ons leven nu alles door deze eenzijdige non-duale bril beoordelen. Het onbegrijpelijke onderscheid tussen God en zijn Zoon (wij dus) valt hierbij weg en we denken dat we één zijn met God. We vergeten hiermee de echtheid van het verschil tussen Schepper en Schepsel. Ook reduceren we de Heilige Geest tot ondeelbaar deel van ons eigen geheugen. Hij wordt onze herinnering aan God in plaats van Iemand die ons aan God herinnert. Zie je dat subtiele verschil? Tenslotte zien we anderen niet langer als een (onbegrijpelijk maar waar) “andere” Zoon van God maar als een projectie in onze denkgeest. De ander die zo wonderlijk één is met ons verliest hiermee zijn echtheid als persoon.
Dit alles kan onbelangrijk lijken maar het heeft grote gevolgen voor onze studie van de Cursus. Als we doorslaan naar het extreme non-duale standpunt dan zien we elke relatie als een nep-relatie. We kunnen niet echt hulp vragen aan de Heilige Geest maar slechts ons best doen om ons de eenheid te herinneren. Andere mensen worden gereduceerd tot projecties van onszelf die onze gemoedsrust kunnen verstoren. Ze zijn niet echt en we richten ons op het wegnemen van die storende projectie middels vergeving. Herken je deze neiging? Zie je dat het aanhangen van dit extreme standpunt als het ware het leven, het mysterie uit de Schepping perst? We stevenen af op een naar binnen gekeerde zelfgerichtheid. Het doel wordt een grote zeepbel waarin we nu zogenaamd als Zelf (lees spiritueel ego) rondzweven met buiten onze spirituele baarmoeder die pijnlijke droomwereld vol met mensen die onze gemoedsrust vroeger verstoorden.
De Cursus geeft ons de uitweg: het is én een kwestie van onze perceptie laten corrigeren door de Heilige Geest (de betekenis van het woord wonder dat het minst vaak voorkomt in de Cursus) áls van het uitdrukken van onze liefde naar onze broeders en zusters (wonderen als expressie van liefde), ook onder leiding van de Heilige Geest.
Iets anders geformuleerd nu. De kans bestaat dat we bij een te eenzijdige focus op eenheid de relaties uit het oog verliezen. We worden dan ik-gericht en daarmee op ontvangen gericht. “Ik wil gelukkig zijn, mijn perceptie moet veranderen”. Onderzoek je denkgeest en kijk of je die focus op eigen geluk, die zelf-gerichtheid, herkent. Voel je niet schuldig als dit zo is maar wees blij dat je hiervan genezen kunt middels dat wonderlijke fenomeen “relatie”. Bid tot Jezus en de Heilige Geest en besef diep van binnen dat je jezelf niet voor de gek houdt. Het zijn geen symbolen maar echte personen met kracht en liefde. Ze herkennen elke ego-gerichtheid in jouw hulpvraag en transformeren die naar je echte vraag; de vraag om liefde in relatie. En richt je liefde op je broeders en zusters door de liefde van de Heilige Geest onder Zijn leiding naar hen te laten stromen. Dit is de meest voorkomende betekenis van het wonder zoals genoemd in de Cursus. Dit is de betekenis van geven en ontvangen zijn in waarheid één.
Sta jezelf die waarheid en vreugde toe, het mysterie van eenheid in verbondenheid, waarheid en liefde. Laat de liefde zijn en laat de liefde stromen.