Nu niet gelijk aan de Cursus denken. Met de titel verwijs ik namelijk naar een programma dat in Nederland wordt aangeboden door twee sympathieke jongemannen die je het volgende beloven:
“maar vooral organiseren we impactvolle opleidingen om je leven leuker te maken op de thema’s die er écht toe doen: gezondheid, relaties, werk en geld.”
Gisteren zag ik hier een stukje over op tv. Ik merk dat ik wat sceptisch reageer als ik een zaal vol met mensen zie, die allemaal 4.000 euro betaald hebben om te leren gelukkiger te zijn. Het is dan een soort tik van me om te gaan rekenen. Zelfs als ik het voorzichtig inschat tel ik nog 500 deelnemers; keer 4.000 = 2 miljoen euro voor peptalks en dagelijkse positieve What’s app berichtjes. Tja; met dat geld zit het dus inderdaad wel goed voor die twee mannen.
Maar laat ik het dichter bij huis houden en m’n eigen wat cynische reactie eens nader bekijken. Want ik blijk wat allergisch te zijn voor mensen en programma’s die in ons groot werelds geluk en succes beloven. Die irritatie wordt nog groter als de coach of leraar die ons gaat uitleggen hoe we dit kunnen bereiken, talloze afbeeldingen van zichzelf gebruikt op zijn of haar website of FB-groep als stralend voorbeeld van de formule die ons zo enorm gaat helpen. Ik blijk daar regels voor opgesteld te hebben: iemand mag gerust een keer een fotootje van zichzelf afbeelden maar als ik bepaal dat er een grens wordt overschreden dan is het niet langer oké.
Ooit las ik dat zo’n allergie je kan wijzen op de eigenschap die je nu nog in jezelf afwijst en die je gerust wat meer mag aanzetten. Dat zou best wel eens kunnen kloppen. “Doe nou maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” klinkt vanuit mijn opvoeding sterk door. Ik mocht geen kapsones hebben en mensen waarvan ik meen dat ze kapsones hebben gekregen verdienen dus mijn negatieve oordeel. Kennelijk associeer ik “jezelf laten zien” nu wat snel met narcisme en opscheppen.
Toch, dankzij mijn blauwe lesboek met 365-lessen, ontwikkelt zich hierin wat mildheid. Dat begint met het opmerken van m’n narrigheid en deze niet langer vanzelfsprekend vinden. Want het is dubbel. Zo’n veroordelende houding voelt stevig, duidelijk en gek genoeg voor even ook wel lekker. Maar dan de Cursus-les van vandaag (167): “Mijn geringste frons erkent de dood”. Als ik mijn voorhoofd frons over een programma voor zelfverbetering of als ik een happy-de-peppie-leraar veroordeel, dan erken ik de dood.
En ik zie het nu. Met elke vorm van oordeel, elk gevoel van superioriteit veroordeel ik slechts dat ene Zelf dat ik samen met mijn broeders ben. Les 167 vermeldt het weer eens: “ideeën verlaten niet hun bron”. Met mijn oordeel toon ik mijn geloof in de dualiteit en snijd ik mezelf in de buik. Het is voelbaar wat ik met mijn oordeel mezelf aandoe. Ik maak me klein, boos en afgescheiden en dat wil ik niet langer. Ik hoef geen zaken die er niet echt toe doen: geld, gezondheid en succes in het werk. Ik wil een vrede die alle verstand te boven gaat, die geen tegendeel kent, die niet bereikt hoeft te worden en die geen 4.000 euro hoeft te kosten. Ik wil me openstellen voor de liefde die ik ben. De route van de Cursus is duidelijk: ik mag in anderen en daarmee in mezelf vergeven wat ik aan schuld meen te zien. Niemand doet iets verkeerd, slechts mijn kijk op anderen en op mezelf is “verkeerd” in de zin van “uiterst onhandig”.
En bovendien doe ik het genoemde 365-dagen programma tekort als ik niet opmerk dat ook hierin gewezen wordt op belangrijkere zaken dan het bereiken van ambitieuze doelen voor een op zichzelf gefocust ikje. Ik zag mensen die hun oordeel over anderen en over zichzelf loslieten en de verbinding aangingen met elkaar. En daar ligt die kostbare sleutel: in de verbinding. De ware Cursus tot geluk kent geen tegendeel. Het is geen weg van aardse armoede naar aardse rijkdom maar het leren dat liefde geen tegendeel kent. Vergeven is het doorzien van de aard van het oordelen en er vervolgens niet langer kiezen om te oordelen. Zelfs lichamelijk ongemak, een somber gevoel, een tekort aan geld, die ruzie met een ander mogen doorzien worden als manieren om mijn geloof in afscheiding overeind te houden. Maar vervolgens gaat de Cursus dieper dan de meer wereldlijke variant. De oplossing bestaat niet uit het nastreven van gezondheid, vrolijkheid, geld en zelfs niet uit knuffelsessies om je kortstondig wat beter te voelen. Dit alles is niet fout, zondig , slecht of minderwaardig en het verdient al helemaal niet mijn negatieve oordeel. Maar er is meer dan dat. Al deze perikelen verschijnen in dat ene bewustzijn, in die diepe vrede en liefde die je bent. Kun je vrede hebben met je onvrede? In het tv programma dat ik noemde sprak de Belgische psychiater Dirk de Wachter. Hij wijst op dat teveel aan “ikkigheid” en leert ons de vreemde schoonheid die aanwezig is in ons gemodder en in de manier waarop we dat samen kunnen dragen. Ik houd van die man en ben blij dat ook hij volle zalen trekt. Daarom sluit ik af met wat woorden van hem.
“Goed leven is: zorg dragen voor de ander. Nabij zijn. Dat is baatzuchtig, niet alleen maar altruïstisch, want het omkijken naar anderen geeft een heel vervullend gevoel. En natuurlijk, er is ook wel eens tegenslag. En tristesse. Maar het dragen van verdriet kan óók vervullend zijn. Ge moet daar niet van weglopen. Leef op de golven van het bestaan. Let it be.”