Jezus leert ons in ECIW dat onze gedachten niets betekenen (WB 4). De diepgang van deze les is nauwelijks te peilen. Zonder dat we er erg in hebben kunnen we ons best doen om de werkboeklessen te begrijpen. Maar ra ra, waar doen we dat mee? Met ons conceptuele denken. We proberen hiermee tot een juiste conclusie te komen. Is dit dan zo erg? Nee hoor, helemaal niet. Sterker nog; we kunnen in het begin niet anders dan de tool te gebruiken die we altijd in de strijd gooien als we iets willen leren: ons denken. Jezus weet dit en deinst er niet voor terug om ons nieuwe gedachten te geven zoals de werkboekles van vandaag. Best grappig: gedachten die een bom leggen onder het instrument van ons denken, dat almachtige verstand van ons waar we zo graag een oordeel mee vellen.
Maar, zoals gezegd, er is niks mis met het gebruiken van ons verstand, mits we dit niet als een eindstation zien. Het doel van ECIW is niet om een eindconclusie te bereiken. Een definitief, verstandelijk: “Aha, zo zit het volgens mij!”. Het is plezierig als we verstandelijk begrip krijgen van de metafysica van ECIW. Het levert mooie oneliners op: “Alles is één”, “Er is niemand buiten mij”, “Ik ben geen lichaam”; enzovoorts. Maar we moeten oppassen dat we niet intens tevreden blijven hangen in deze staat van verstandelijke verlichting. Wellicht heb je nu je bachelors gehaald als slimme non-duale student. De basis is gelegd, maar je hebt nog meer te leren. Of misschien is “ont-leren” een beter woord.
Want Gods schepping is niet een puzzeltje dat opgelost kan worden. Het is een mysterie dat geleefd mag worden. Het is niet slechts een non-duale waarheid maar tevens een liefdevolle en wonderlijke schepping. Als we niet oppassen spoelen we echter het liefdeskind weg met het badwater van de onjuiste denkbeelden. We blijven dan superieur, tevreden en ongenaakbaar achter. Maar wat baat het een mens als hij het besef van liefde is kwijtgeraakt? Als hij zich beter acht dan de broeders die het nog niet zo goed door hebben?
We moeten ervoor waken dat we bij het corrigeren van ons droom-denken vergeten de liefde uit te nodigen om ons verstand te verlichten. Ons denken dient niet gecorrigeerd te worden maar omgekeerd te worden. Het moet niet langer geworteld zijn in een getraind maar beperkt verstand maar in de liefde zelf. En dat kan simpelweg gebeuren als we, na het opmerken van ons geloof in afgescheidenheid, de liefde (Jezus, Heilige Geest) uitnodigen om de denkgeest te genezen.
“Lieve Heer, ik weet met mijn verstand dat mijn broeder en ik één zijn, maar ik ben toch boos op hem. Hier ben ik heer, met mijn scherpe verstand maar met mijn koude hart. Ik stel me open voor Uw warmte, Uw liefde, uw genezing. Leer me kijken door uw zachte ogen”.
En dan mogen we zwijgen. Dit zwijgen, in het volste vertrouwen op de liefdeskracht, is een belediging voor ons kleine zelf die het denkt al te begrijpen. Maar door ons te openen kan ons hart geraakt worden en kunnen we ervaren dat Zijn liefde uitstroomt naar onze broeder en daarmee naar ons zelf. Wat nu gebeurt is veel mooier, dieper en wonderbaarlijker dan het verstandelijk besef dat alles één is. We ervaren de wonderlijke verbondenheid met onze broeder. We ervaren het mysterie van de eenheid in de ervaring van de liefde. Wauw, wat doen we onszelf tekort door te blijven hangen in dat stadium van verstandelijk begrijpen.
We mogen, zoals ECIW het zo fraai zegt, ontslag nemen als onze eigen leraar. Wat een zegen dat we het zelf niet kunnen doen “doen”. Slechts dat kleine beetje bereidwilligheid om Hem te vragen door ons heen te stromen. En dan borrelt het en bruist het. “Hier ben ik Heer; vul me, gebruik me in de glorie van Uw liefde”.
De beste wensen nog voor het nieuwe jaar. Bedankt voor de leerzame en toegangkelijke stukjes van afgelopen jaar. Lees ze heel graag en komen echt binnen. Nogmaals mijn dank Simon.
Vriendelijke groet Hélène
LikeLike
Uw commentaar op les 4 is een welkome aanvulling. We doen altijd ons uiterste best om “het” te begrijpen maar doorvoelen is toch wat anders! Dank voor die nuancering!
Jules.
LikeLike