Laten we dicht bij huis beginnen. Als ik om me heen kijk dan zie ik andere mensen, van mij gescheiden wezentjes die samen met mij deze wereld bewonen. Mij vallen vooral de verschillen op tussen mijzelf en die anderen en tussen die anderen onderling. Ik zie andere lichamen, karakters enzovoort. In de Cursus lees ik dat ik kijk naar Kinderen van God, mijn Broeders, en dat de verschillen die ik meen te zien niet echt zijn maar dat ik ze geloof om m’n illusie van afgescheidenheid te versterken. Volgens Jezus zijn al die andere Kinderen in feite met mij verbonden in een wonderlijke eenheid. In de Cursus leert hij me dat ik niet moet focussen op verschillen (dus niet oordelen, geen grieven koesteren, aanvallen, verdedigen enzovoorts) maar dat ik m’n projecties naar de liefde mag brengen. Steeds meer worden deze blokkades dan opgeruimd en stroomt de liefde vrijelijk. Steeds meer is er die wonderlijke herkenning dat degene die ik “de ander” noemde op liefdevolle en mysterieuze wijze met mij verbonden is in eenheid. Ik was een dromende Zoon die dacht dat hij alleen was en nu ik ontwaak verblijd ik me in de liefdevolle schepping van de Vader.
Bovenstaande omschrijving is, meen ik, zoals Jezus ons benadert in de Cursus. Hij kent ons door en door en weet precies welke woorden hij moet kiezen om ons te helpen. Er staan in ECIW geen complexe diagrammen of illustraties van hoe alles in elkaar zou steken. Ondanks het soms lastige taalgebruik is het scheppingsverhaal en de uitleg van ons geloof in grenzen tamelijk recht-toe-recht-aan beschreven.
Maar de mens zou de mens niet zijn als hij niet zou menen het nog wat te moeten verduidelijken. Het instrument wat hij hiertoe meebrengt is zijn verstand. Dit verstand laat er geen misverstand over bestaan: eenheid is eenheid, nul=nul, binnen deze eenheid kan niks gebeuren en als er al iets lijkt te gebeuren dan is dit nep en moeten we het zo snel mogelijk corrigeren door het te ontkennen. Binnen de hyper verstandelijke benadering is er geen plek voor het mysterie van de schepping: er is uitbreiding mogelijk zonder grenzen. Jezus is niet zo bang voor dit mysterie. Hij schrijft over God de Vader, de Heilige Geest, het Zoonschap en over Zonen. Verschillende “aspecten” die toch niet van elkaar gescheiden zijn. Sommige Cursus-leraren menen dat ze het beter kunnen uitleggen dan Jezus en hameren koppig op de eenheid. Je krijgt dan echter rare ontsporingen die vooral opvallen doordat de liefde, het kenmerk van de schepping, op de achtergrond verdwijnt en een bijproduct wordt van het bereiken van die droge eenheid.
Jezus zei het al in de Bijbel; aan de vruchten herkent men de boom. De vruchten van de Cursus zijn liefde, een woord dat talloze malen voorkomt in de Cursus. In de droge eenheidstheorie gaat het om correctie en, als de teller weer volkomen op nul staat, innerlijke vrede. Als de eenheidstheorie landt in een brein dat nog gelooft in afscheiding dan zijn de vruchten bitter. Het klinkt, ietwat aangezet voor de duidelijkheid, dan als volgt:
“Alles blijft één dus God en ik zijn één. Ik meen anderen te zien maar dat kan niet want ik ben één. Ik ben de Zoon van God. Dus zijn die anderen mijn projectie, mijn verzinsel. Hetzelfde geldt voor de hele wereld. Het is mijn nare droom dus ik mag er hartelijk om lachen. De Heilige Geest is in feite mijn herinnering aan de eenheid. Als ik de hele zogenaamde wereld heb ontkend, inclusief die andere mensen, dan is het wonder verricht en ervaar ik weer dat ik liefde ben”
Ik wil niet verzanden in verstandelijke welles-nietes discussies over de metafysica. Iedereen mag kiezen wat hij of zij wil geloven. Mijn ervaring is echter dat een verstandelijke eenheidstheorie nauwelijks helpt bij het oplossen van het kleine zelf en de herkenning van het Zelf. Ik vrees zelfs dat het omgekeerde het geval is en dat het ego blij is met een God die niks van ons lijden weet, de Heilige Geest die samenvalt met ons geheugen en illusoire broeders en zusters. Alles draait weer om “die ene”, om mijzelf en mijn innerlijke vrede. We zijn terug bij af.
Ik meen dat het goed is om ons vastgeroeste verstand wat los te wrikken met de wonderlijke non-duale visie van ECIW. Het is echter niet handig om hierin door te slaan. Uiteindelijk gaat het niet om een eenheidstheorie maar om de uitbreiding van liefde. Het zou goed zijn om wat meer ons hart te kiezen als kompas op het moment dat ons verstand duizelt van de mysterieuze metafysica. Het is niet de bedoeling dat we ons verstand versterken en op de troon zetten. Het wordt door de Cursus juist onttroond. Ons conceptuele denken is een blokkade en ECIW is juist bedoeld om die onwrikbare mensenlogica te ontmantelen, niet om een nieuwe theologie te stichten. Een Cursus in Wonderen is ten diepste Een Cursus in Liefde.
Godzijdank want af en toe snap ik er niks van, maar dat hindert dus niet. Waar ik wat aan heb, bewaar ik. Soms vallen er ook kwartjes en herken ik het. Ik begrijp nu mijn angsten beter en heb mijn licht erover kunnen schijnen. Dat is de Heilige Geest die mij dan van die doodlopende weg weer op het juiste pad brengt en dat is Liefde.
LikeLike