Ik zal jullie niet vermoeien met de details. Een zakenpartner houdt me eerst een half jaar aan het lijntje met schone beloften en confronteert me vervolgens met een belachelijk offerte. Totaal onredelijk, vind ik. En dan gaat het snel. Hij heeft me bedrogen, hoe kan hij me zo bedriegen en voor de gek houden, wat denkt hij wel? Ik ben het slachtoffer en hij is de dader. Mijn boosheid voelt gerechtvaardigd en ik bereid me voor om eens een giftige mail te sturen. Ik wil de aanval inzetten en de dader straffen.
En wat ben ik dan blij met de Cursus. Het consequente oefenen begint toch z’n vruchten af te werpen. Want sneller dan ik van mezelf gewend ben besluit ik toch maar eens naar die zachtere Stem te luisteren. Die zegt me dat ik er voor kies om me zo boos te voelen en dat er een andere optie bestaat. Natuurlijk ga ik niet direct overstag. ‘Het is toch ook een rotstreek?’, hoor ik mezelf nog roepen. Heel zacht klinkt die Stem weer: ‘wat je ziet als een aanval is een roep om hulp’. Eerst klinkt het als een truc. Een bezweringsformule of affirmatie om te bedekken wat je eigenlijk toch wel gelooft. Maar het raam van vergeving is op een kiertje gezet. Ik zie en voel mijn gehechtheid aan de boosheid en aan het slachtoffer zijn. Maar ik voed het niet langer. Ik adem de frisse lucht in van de vergeving die door het raampje naar binnen stroomt. De giftige rook van mijn boosheid wordt minder. De Stem wordt niet langer alleen gehoord door mijn verstand maar dringt nu ook echt door tot mijn hart.
Ik ben dankbaar dat ik mag merken dat de Liefde er altijd is. En dat de snelheid waarmee we dit mogen ervaren niet van Hem afhangt maar van ons. Ik ben dankbaar voor de Cursus. Dat deze werkt. Dat onze pijnlijke gewoonte om niet te luisteren naar de HG door geduldig oefenen en doen van de werkboeklessen minder hardnekkig wordt. En voor de duidelijkheid. Ik schrijf een mail maar de pen is niet langer gedoopt in de inkt van haat.
WB285: Want welk nut zou pijn voor mij hebben, aan welk doel zou mijn lijden beantwoorden en welk voordeel zou verdriet en verlies mij opleveren, als de waanzin me vandaag verlaat en ik in plaats daarvan mijn heiligheid aanvaard?