Ik blijf me verbazen over de hardnekkigheid waarbij ik blijf geloven dat mij van alles overkomt waar ik niet om gevraagd heb. De gierende drukte op het werk waarvan ik soms letterlijk hartkloppingen krijg. Die irritante manager en de verkeersdrukte waar ik in vastloop op weg naar een drukke afspraak. Het stomme is dat als ik heel even pas op de plaats maak, ik al heel snel weet dat ik er voor kies om me al deze denkbeeldige kwesties aan te trekken. Maar iets in me weerhoudt me om die pas op de plaats te maken. Om even rustig te gaan zitten en te kijken. Er is een verborgen wens om stress te ervaren. Ik merkt de weerstand om dit toe te geven. Veel liever kruip ik in de slachtofferrol en wentel ik me in de ellende die me zogenaamd overkomt, zelfs als ik ervan overtuigd denk te zijn dat ik hier af wil komen.
Het vergt een soort eerlijkheid om dit mechanisme onder ogen te zien. Om opnieuw te kijken. Ik wil haast niet geloven dat ik hierin echt een keuze heb terwijl ik natuurlijk met de mond beleid dat ik heel graag de Cursus wél wil toepassen. Kennelijk kan ik mezelf niet aan m’n haren, figuurlijk gesproken in mijn geval, uit het moeras trekken. Het helpt niet om die onwil te ontkennen. Wel om deze te erkennen, om ‘mijn zonden te belijden’ zogezegd.
Maar dan is Hij ook trouw om mijn vergissing te corrigeren. Ik hoef de deur van twijfel maar op een piepklein kiertje te zetten en de ontspannende zachte vrede van Zijn Liefde treedt teder binnen. Waartoe houd ik dit angstvallig buiten de deur door te geloven in mijn slachtofferschap? Waarom ben ik zo bang voor Zijn Liefde?
WB312: Ik heb geen ander doel voor vandaag dan te kijken naar een bevrijde wereld, bevrijd van alle oordelen die ik heb geveld. Vader, dit is Uw Wil voor mij vandaag, en daarom is het vanzelfsprekend ook mijn doel.