Rustig aan beginnen?

imageVandaag de eerste herhalingsles (51). Het valt me weer op hoe zeer de Cursus direct met de deur in huis valt. Deze les gaat over dat wat we menen te zien en te denken. Je zou verwachten dat de Cursus haar radicale zienswijze rustig zou introduceren. Zoiets als:’ onze ogen geven ons niet altijd een betrouwbaar beeld van de buitenwereld’ en ‘we kunnen ons met ons denken makkelijk vergissen’. Maar niks daarvan. De Cursus hakt er reeds bij de eerste Werkboeklessen stevig op los. Vrij vertaald: wat we menen te zien en te denken slaat totaal nergens op. We nemen hier kennis van en denken zoiets als ‘tjonge jonge; het is wat zeg!’ en gaan over tot de orde van de dag.

De implicaties zijn echter duizelingwekkend. Als je de Cursus al een keer gedaan hebt dan weet je waar ze uiteindelijk naartoe gaat en heb je kans dat de lessen wat dieper binnenkomen. Je begrijpt dan dat de Cursus reeds in het begin jou als waarnemer en denker totaal niet serieus neemt. We zitten we met onze waarnemingen en gedachten niet zo maar een beetje naast. Het is veel fundamenteler dan dat. We hebben waarnemingen en gedachten bedacht (geprojecteerd) met een duidelijk doel. Het doel is dat we door waarnemingen en gedachten kunnen geloven dat we een waarnemer en een denker zijn. Dat we een afgescheiden ‘ikje’ zijn dat echt bestaat.

Het liefdevolle van de Cursus is dat ze begint waar we menen te zijn. We denken dat we rond gluren in de buitenwereld en daar eens rustig over na kunnen denken. En de eerste werkboeklessen hakken de stam van deze illusie net boven de grond af. De wortel, het geloof in een denkbeeldig ikje, wordt ogenschijnlijk nog even ongemoeid gelaten. Toch werken deze lessen wel degelijk diep door. Want door de effecten van onze projecties (onze waarnemingen en gedachten) te diskwalificeren als gekkigheid wordt de oorzaak hiervan (geloof in afgescheidenheid) ook op de helling gezet. In het tekstboek wordt erop gewezen dat een echte oorzaak (God) een echte effect heeft (de Zoon van God). Maar deze oneindige Liefde (eenheid) heeft geen vormpjes (dingen in een zogenaamde buitenwereld of gedachten) geschapen. Dit zijn slechts de miscreaties van van onze denkgeest. Deze miscreaties worden aangeduide als valse getuigen. Al onze zintuiglijke waarnemingen en ons tijd- en ruimte gebonden gedachten hebben we zelf geprojecteerd en serieus genomen omdat we graag gefopt willen worden. We willen graag geloven dat we als afgescheiden ikje kunnen waarnemen en denken. Waarom willen we dat zo graag?
Omdat we het eng vinden om het besef binnen te laten dat we de onbegrensde, tijdloze Zoon van God zijn. We geloven dat het loslaten van de identificatie met ons denkbeeldige ikje onze dood zal betekenen. Daarom vluchten we in de projectie van ons lichaam en de buitenwereld.

Wat zo fijn is met de Cursus is dat ze weet dat we angsthaasjes zijn. Ze weet overigens ook dat deze haasjes helemaal niet bestaan. Dat ze slechts droomfiguurtjes zijn. Door de werkboeklessen wordt er gerammeld aan ons geloofsysteem. Als we onbewust heel bang zijn dan gaan we een klein beetje mee in de radicaalheid van deze eerste lessen. Naarmate we leren dat het niet de dood is die op ons wacht maar juist het eeuwige leven, durven we de lessen dieper te laten doordringen in de denkgeest. Goddank dat de Cursus zo’n dik boek is en dat we zoveel herhalingen aantreffen. Wat kent God ons goed. Hij kent ons als Zichzelf.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s