Wat een les is dit! Hier wordt ons een heilige sleutel aangeboden. De wijsheid en waarheid van de Cursus wordt vertaald naar een praktische handreiking. De waarheid zelf heeft geen handreiking of methode nodig, maar wij wel zolang we geloven dat we als afgescheiden wezentjes bestaan, los van God.
In onze verwardheid menen we dat we ons los gedacht hebben van de liefde. De eenheid was te eng. We hebben trucs bedacht om ons voor de gek te houden. Deze trucs worden projecties genoemd. Zo projecteren we onszelf een lichaam dat waarnemingen en gevoelens heeft en hersenen om mee te denken. Ik hier, de rest daar. We duwen onszelf nog dieper de illusie in door anderen te zien die we kunnen beschuldigen. Het begon al met het zien van God buiten ons. We geloven dat Hij ons onze afscheidingsbeweging kwalijk neemt, vrezen Hem hiervoor, zouden Hem het liefst doden (zie kruisigingsverhaal in de Bijbel) of we gaan ons best doen zodat Hij onze haat niet ziet en ons lief zal vinden. Binnen de geprojecteerde wereld doen we exact hetzelfde met zogenaamde andere mensen. We moeten ze wel zien als anders en buiten ons om ons eigen ik-gevoel overeind te houden. Hoe kunnen we deze illusie beter bestendigen dan door hen te veroordelen voor wat ze ons zogenaamd aandoen?
Geloof dit niet klakkeloos maar probeer te voelen hoe het werkt. Voel heel precies wat er in je illusoire lichaam gebeurt als je een ander veroordeelt voor wat hij jou zogenaamd aandoet. Kun je iets van die versterking van dat ik-gevoel merken? Weet dan dat je deze truc uithaalt om jezelf lekker ‘ik’ te kunnen voelen. Zie het gewoon en voel je niet schuldig, juist omdat de truc niet écht is. Er is niks gebeurd.
De Cursus reikt vergeving aan als Goddelijke oefening. Alles binnen onze illusie schreeuwt ons toe, op ons eigen verzoek, dat ons écht iets wordt aangedaan. Ik voel het toch! Nu keren we het om. Doordat we de pijn van het denkbeeldige conflict met die ander voelen wéten we dat we oordeel projecteren. We beseffen dat we hiermee ons ik-gevoel levend willen houden uit angst voor de liefde. En met dít oordeel van ons, met déze kramp die we nu ervaren stappen we naar de Heilige Geest. Hier zijn we. Schuldeloos maar lijdend aan een gevoel van diepe eenzaamheid. Heer, laat me zien dat U liefde bent en dat ik niks te vrezen heb. Laat me zien dat er geen ander is, maar dat we één zijn als Heilige Zoon van God. Heer leer me Uw Liefde kennen.
WB 134: Laat me vergeving zien zoals ze is.