Knagend schuldgevoel

image

Gisteren verkocht ik een bed via Marktplaats. Het was een groot ding van hout met ombouw, kastjes en laatjes. Tijdens de onderhandelingen over de vraagprijs had ik aangegeven dat de koper het bed zelf diende te demonteren. Er verscheen gisterochtend een aardige man aan de deur, Ali. Ali had niet veel tijd en begon snel met het uit elkaar schroeven van het bed. Hij bleek hierin niet echt handig, op z’n zachtst gezegd, dus hielp ik hem zo goed mogelijk mee. Tijdens dit hele gebeuren raakte een laatje beschadigd. Ali deed er nogal luchtig over maar ik vroeg me stilzwijgend af of het laatje nog te gebruiken was. Bij zijn auto blijkt het bed er nauwelijks in te passen. Uiteindelijk krijgen we het erin gewurmd. Een deel steekt nog uit de achterklep. Ik bind er een gekleurd doekje aan vast en wens hem een goede reis. ‘Zo is het toch goed’, vraagt Ali? ‘Ziet er prima uit’, antwoord ik terwijl ik besef dat zijn nummerbord niet meer zichtbaar is. Nou ja, laat maar gaan, ik heb ook nog wat anders te doen.

Mijn ego laat het hier niet bij zitten. ‘Wiens schuld was het nou dat het laatje kapot ging?’ Het wordt zo’n knagend gesprek ergens achter in mijn hoofd. ‘Ali had bepaalde schroeven vergeten los te draaien’. ‘Ik had me er meer mee moeten bemoeien en hem moeten waarschuwen’. Zo’n zelfde interne discussie over het nummerbord. ‘Straks krijgt die lieve man een bekeuring en wordt het bed voor z’n zoontje plotseling twee of drie keer zo duur. Waarom heb ik hem zo weg laten rijden? ‘

Een groot deel van de dag is de vraag in mijn hoofd wie er nu schuldig is; Ali of ik? De lijst met voor- en tegenargumenten groeit gestaag. Ik zal u hier niet verder mee vermoeien. Want wat is de essentie? Er moet een schuldige aangewezen worden van mijn ego. Hij of ik. Meer opties lijken er niet te zijn. Of toch wel?

Vannacht werd ik wakker en schiet het voorval mij weer te binnen. Ik moet denken aan mijn naamgenoot uit de Bijbel, Simon-Petrus. Hij schaamde zich kapot toen hij Jezus verraden meende te hebben. Ook ik schaam me dat ik mijn broeder ‘verraden heb’. Maar dan de reactie van Jezus. Hij kijkt slechts liefdevol naar Simon en ziet geen schuldige verrader die zich moet schamen maat een Heilige, zondeloze Broeder. Kan ik zo naar Ali kijken? Kan ik zo naar mezelf kijken? Het lukt me niet. Telkens komen verwijten en zelfverwijten naar boven. Gelukkig komt er een tweede tafereeltje uit de Bijbel naar boven. Jezus laat zien dat de discipelen zonder zonden zijn door hen de voeten te wassen. Simon-Petrus weigert aanvankelijk. Hij wil het omkeren en de voeten van Jezus wassen. Hij wil het zelf doen. Zo wil ik het ‘vergeven’ van Ali en mezelf ‘zelf doen’, op eigen kracht. Maar dat kan niet. Een ikje dat denkt te kunnen vergeven versterkt slechts zichzelf. Het ikje kan dit niet.

Ik vraag Jezus of Hij mijn voeten wil wassen. Ik voel ook de weerstand om Zijn liefde door me heen te laten stromen, net als Petrus. Wat gek! Nu weet ik waar ik het zoeken moet en toch is daar die weerstand, die weigering om los te laten en over te geven. Het is de kern van de zaak. Het loslaten van het schuldgevoel blijkt spannend. Hoewel het een rot gevoel is, denk ik toch dat het me iets oplevert. Ik ben liever een denkbeeldig schuldig en afgescheiden ikje dan dat ik me ontspan in Zijn Liefde. Heer zie mijn weerstand en angst tegen Uw liefde. Leer me dat het oké is om mijn geloof in schuld los te laten! Ik herhaal dit zachtjes en richt me hierbij op Hem. Pas nu kan het stromen. Het spel van het zoeken naar de zondebok wordt doorzien. Niemand is de bok. Er hoeft geen lam geslacht te worden. Het Lam Gods leeft. Wij leven schuldeloos, in genade als Kinderen van de allerhoogste. Wat een liefde!

Wb 157: Nu wil ik ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid

Advertentie

Een gedachte over “Knagend schuldgevoel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s