Ik was negentien jaar, had net mijn rijbewijs gehaald en woonde nog bij mijn ouders. Mijn vader leende zijn auto af en toe aan me uit en ik betaalde hem daarvoor benzinegeld. Op een regenachtige zaterdag moest ik even een boodschap doen aan de andere kant van het dorp. Het zou hoogstens een half uurtje duren.
‘Pap, mag ik de auto even een half uurtje lenen?’
‘Nee’
‘Waarom niet?’
‘Deze keer niet’
‘Heb je hem zelf nodig?’
‘Nee’
‘Maar ik betaal je gewoon de benzine en ik ben zo terug; waarom mag ik dan de auto deze keer niet lenen?’
‘Ik wil het gewoon niet’
Het ging zo nog een tijdje door maar de beste man bleef bij zijn standpunt. Ik begreep het niet. Zo veel onredelijkheid. Wat een vervelende machtswellusteling! Ik probeerde natuurlijk medestanders te zoeken. Mijn moeder hield zich wijselijk buiten de discussie. Mij restte niet veel anders dan het verhaal later te vertellen aan mijn vrienden om zo veel mogelijk medestanders te vinden die het ook allemaal belachelijk vonden.
Dit soort situaties blijven ons achtervolgen. Onze wens wordt afgewezen en we snappen waarachtig niet waarom. Als aan ons verzoek voldaan wordt benadelen we toch niemand? Waar slaat het op om ons zo koppig iets te weigeren? Waarom moet die ander zo nodig op zijn of haar strepen gaan staan? Wat is dit toch voor kinderachtig gedoe? En vermoedelijk herken je ook wel die neiging om medestanders te zoeken die begrip tonen voor jouw gekwetste onschuld. Je bent woedend en zou het liefst in de tegenaanval gaan. Je wilt die ander duidelijk maken dat het nergens op slaat, dat hij jou nodeloos te kort doet. Kortom; je wilt aantonen dat hij schuldig is en dat jij het schuldeloze slachtoffer van zijn of haar willekeur bent.
Zo ontstaan zelfs oorlogen. Als een heel volk jouw gevoel voor onrecht deelt en besluit dat een aanval op de schuldige gerechtvaardigd is dan gaat het de straat op. Vuisten worden gebald, vlaggen verbrand, stenen geworpen en ga zo maar door. Het begon zo ‘klein’. Mij werd onrecht aangedaan.
Nu maar eens wat verder kijken. Wat gaat er schuil onder mijn boosheid? Waarom maakte de tegenwind die mijn vader mij boos terwijl ik niet boos word als ik letter tegenwind ervaar op de fiets? Omdat er nu opzet in het spel was, natuurlijk. Mijn vader deed mij te kort. In feite ging hij over mijn grenzen. Hij toonde geen respect en gaf me te kennen dat hij de baas was en ik niks te willen had. Ik voelde me vernederd. Mijn ego werd zwaar gekrenkt.
Wat zou er achter de halsstarrige weigering van mijn vader hebben kunnen liggen? Uiteindelijk kom ik dan terecht bij angst. Hij moet gevreesd hebben dat ik over zijn grenzen heenging. Hij wilde een punt maken: dit is mijn huis en dit is mijn auto, mijn huisje op wielen. Ik ben hier de baas en ik heb het gevoel dat ik controle verlies. Daar ben ik bang voor dus bijt ik nu eens flink van me af. Dit is mijn territorium en hier gelden mijn regels.
En daar stonden we toen, en in dergelijke situaties sta ik nog regelmatig. Ik meen een koppige en onredelijke houding bij de ander te zien en reageer zelf ook met koppigheid. Het zwartepieten met schuldgevoelens kan beginnen. Het is hij of ik. Wie heeft er uiteindelijk de macht?
Twee angstige mensen die tegen over elkaar staan en geen van beide zien hoe bang ze zijn. Allebei willen ze hun grenzen bevestigd zien en gerespecteerd worden. Waarom? Omdat het te eng is om grenzeloos te zijn. Want wat blijft er over als je het schild van verdediging en de speer van de tegenaanval laat zakken? Wat gebeurt er als je in de ander geen aanvaller ziet maar een bang kind dat ook achter zijn schildje is gekropen en angstig zijn speertje op jou richt. Zonder duidelijke reden, vanuit dezelfde angst?
We kunnen met onze boosheid en angst naar de liefde keren en de werkboekles zachtjes laten klinken: Alleen mijn veroordeling verwondt me. Mijn gevecht tegen die ander is het gevecht tegen mijn eigen angst om me open te stellen voor de liefde. Let goed op het tegengeluid van het ego. ‘Moet ik die ander dan altijd maar zijn zin geven?’ En daar geeft de Cursus geen standaardantwoord op. Geen tien geboden van correct handelen. De Cursus kijkt naar onze intentie; kiezen we voor een ego-aanval of voor de liefde? Hoe reageren we als we tegenover een angstig kind staan? Geven we het altijd de zin? Nee, zeker niet. Als we alleen een koppig, stampvoetend wezentje met een rood hoofd zien dan reageren we met boosheid. Maar als we de angst zien dan reageren we liefdevol. Voel je het verschil in kwaliteit?
Ik wil mezelf wat vaker inpluggen in de bron van Liefde. Kiezen om naar die zachtere Stem te luisteren en niet de straat op te gaan met het ego om daar boos een protestmars te beginnen. Hij staat klaar om Zijn Liefde te laten stromen. Durf ik het aan om me hiervoor te openen?
Leuk deze blogjes, het triggert me!
Deze situatie de boos/ afgewezen voelen komt me zeker bekend voor. In deze gedachtetoestand direct de angst of de roep om liefde zien valt niet mee. De werkboekjes “Alleen mijn veroordeling verwondt me” werkt niet bij mij.
Wel de “regels voor beslissingen” en het erkennen dat je een beslissing hebt genomen die je niet bevalt. oa de zin “heilige geest help me svp, Ik ben bereid dit anders te zien”. Het gevoel/gedachte/pijn vd afwijzing blijft maar terugkomen. Als een mantra blijf ik deze zin dan maar herhalen…. Uiteindelijk (kan wel 6 uur duren) komt er weer schaterlach en valt het kwartje weer.
De Work van Byron Katie veel sneller om van frustratie af te komen ( dit is een handige quick fix)
ECIW zie ik meer als middel om continue in verbinding te blijven in vrede/liefde met alle mensen en de heilige geest
LikeLike