WB 323: Ik breng graag het “offer” van de angst
Wat klinkt dat aantrekkelijk; mijn angst opgeven. Natuurlijk wil ik van mijn angsten afkomen. Dat wil toch iedereen? Ik zag pas op tv een programma over een angst die me bekend voorkomt. Spreken in het openbaar. Dit schijnt één van de meest wijd verbreide angsten te zijn. Ik moet voor m’n werk regelmatig spreken voor groepen en groepjes. Dat ging me altijd goed af en ik kreeg complimenten voor mijn duidelijke manier van uitleggen en humoristische presentaties. Tot mei 2013. Ik stond voor een groep buitenlandse collega’s een verhaal te houden toen ik me plotseling pijnlijk bewust werd van mijn hartslag en een lichte onzekerheid in mijn stem. Gewoon niet op letten, zou je zeggen. Maar dat lukte dus niet en ik kwam in een vicieuze cirkel die uitmondde in een paniekaanval. Ik liep nog net niet gillend weg maar had dringend behoefte aan een luikje in de grond waar ik door kon verdwijnen. In de periode daarna breidde de angst zich als een olievlek uit totdat ik zelfs het meest onbenullige telefoontje enorm eng begon te vinden en ik probeerde situaties die me spannend leken te ontlopen.
Waarom noem ik dit? Omdat ik in deze periode leerde hoe weinig je hebt aan een rationeel verhaal of aan een goed voornemen. “Iedereen vindt het eng, het valt wel mee, wat is het ergste dat kan gebeuren?” Dat soort geruststellingen. Bij mij kwam er ook nog een soort existentiële schaamte bij. Ik vond het een aanfluiting dat ik als trouwe Cursus-student de bibberitis kreeg van zoiets onbenulligst als het toespreken van een groep broeders en zusters.
Misschien heb ik nu vooral de aandacht van lezers die dergelijke angsten ook hebben. Wellicht zit je nu op het puntje van je stoel om te horen hoe je hier nu eindelijk vanaf kan komen. Je wilt dolgraag dat offer van de angst brengen en heerlijk vrij verder leven. Dan kan het teleurstellend zijn als ik je geen simpele truc zal aanreiken. Toch kunnen deze angsten op een diepe manier waardevol zijn.
Eerst even wat voorbereidend werk met het hoofd. Op zich gaat een theorietje je niet helpen om van je angst af te komen. De vraag is echter vooral of die angst iets is om van af te moeten komen. Het ego vindt van wel, natuurlijk. Angst voelt erg oncomfortabel en de schaamte die ermee gepaard gaat al evenzo. Het ego heeft besloten dat alle zaken (hartkloppingen, hyperventilatie, angst- en schaamtegevoelens) heel reëel zijn en dat ze moeten verdwijnen. Dan volgt nu misschien een verrassing. Het adagio van het ego is namelijk: zoek en vind niet. Huh? Ik breng toch graag het offer van de angst?
En dat brengt me bij een onbewuste agenda van het ego. Want wat is de enorme conclusie van iemand die erg bang is? IK BESTA EN KAN DOOD GAAN! Zo voelt het tenminste. En deze hartenkreet koestert het ego enorm. Het is de kern van zijn denksysteem en het zal het kosten wat het kost willen verdedigen. De oorsprong hiervan is de vergissing dat we ons los gedacht hebben van God, van de liefde. Bibberend staan we in ons nakie in het paradijs en we vrezen dat God in zijn boosheid om onze eigenwijze zonde ons zal willen doden. We proberen zijn boze en afkeurende blik te ontwijken en projecteren een denkbeeldige wereld waarin we onze afgescheidenheid menen te beleven in een lichaam. Maar diezelfde angst om gedood te worden achtervolgt ons ook binnen de illusie. Angst voor pijn, ziekte en angst voor onze broeders en zusters op wie we de macht van het boze, veroordelende oog projecteren. We voelen ons diep afgescheiden en schuldig en zijn bang voor het vernietigende oordeel. Onbewust: het oordeel door God; pijnlijk bewust: het oordeel van die tientallen ogen die ons onderzoekend opnemen.
Is dit te volgen? Let dan eens op dat je probeert om hier een inzicht aan te ontfutselen waarmee je van die rotangst af kunt komen. Klopt dit? Dan bewijst het dat je nog steeds die angstreacties erg serieus neemt! Je meent dat ze bedreigend zijn en overwonnen moeten worden. Iets om je voor te schamen? Je schuldig te voelen? Nee, houd op! Reageer op jezelf zoals een liefdevolle ouder reageert op een angstig kind. Niet uitlachen, niet belachelijk maken, niet veroordelen maar oppakken, troosten, zachte geruststellende woordjes en even lekker knuffelen. Dit heb je nodig. En dat heeft even tijd nodig. Niet in het echt, maar wel voor ons gevoel binnen de illusie. Toch kan het begrijpen van de metafysica van de angst je helpen om deze vergevingsoefening te doen. In de vorm van een gebed:
Lieve Heer, wat ben ik bang. Bang om beoordeeld en afgewezen te worden door mijn broeders en zusters. In feite bang om door u afgewezen te worden omdat ik me “ik” voel, kwetsbaar en afgescheiden. Zie me staan in mijn angst. Ik kan hier niks mee want de ik die meent te moeten vechten is juist de bron van de angst. Hier ben ik, liefde, hier ben ik Goede Herder. Dank U dat ik met al mijn angst bij U mag komen. Dat ik mag sidderen en beven en al mijn angst mag laten zien. Dank dat U me nooit afwijst maar me troost. Dank dat ik niet doodga als ik mijn angst bij U breng. Dank dat ik mag bidden: “ Ik breng graag het “offer” van de angst”.
Dank je wel Simon, zo herkenbaar. Hier kan ik iets mee. Wanneer ik in een groep (workshop) ben dan probeer ik mezelf zo onzichtbaar mogelijk te maken om maar niet de aandacht om mij te vestigen.
LikeLike