De Cursus wordt pas interessant en vooral confronterend als we deze echt proberen toe te passen op concrete situaties. Neem de Werkboekles van vandaag (21): “Ik ben vastbesloten de dingen anders te zien”. Tuurlijk, ik wil dingen best wel anders zien en ik zal eens een beetje rommelen met dit idee. Maar nu concreet. Er verschijnt een man in m’n bewustzijn. Ik vind hem nukkig en stil maar wat me het meest irriteert is zijn botte egocentrisme. Bij een buffet staat hij bijvoorbeeld altijd vooraan en vervolgens schept hij onevenredig veel op van de lekkerste gerechten. Grrr, wat een ongebreidelde gulzigheid en wat een aso.
Wat is de eigenschap die ik het meest in hem verafschuw? In Jip en Janneke taal; zijn ik-hebbe-hebbe houding. Nogmaals WB 21: ik ben vastbesloten zijn ik-hebbe-hebbe houding anders te zien. Echt waar? Nee, ik ervaar direct weerstand. Ik heb helemaal geen zin om m’n afschuw hiervan te onderdrukken. Ik vind het verfoeilijk.
En nu de confronterende kracht van de Cursus: wat ik in hem zo verafschuw is iets wat ik in mezelf zie, niet accepteer en naar “buiten” (op hem) heb geprojecteerd. NEE, schreeuwt mijn ego, HIJ is een hebbe-hebbe-egoïst, IK niet. Hier wil ik helemaal niet aan, ik wil dit trekje helemaal niet in mezelf zien en ik verfoei dit juist. Maar dan, oh zo pijnlijk, komen er situaties in m’n denkgeest naar boven waarin ik onmiskenbaar ik-hebbe-hebbe gedrag vertoon. Op metafysisch niveau is mijn hele geloof dat ik een afgescheiden ikje ben zelfs een illustratie van het ik-hebbe-hebbe geloof. De eeuwige en onbegrensde liefde van God is me niet genoeg. Ik wil me “ik” voelen, dit heeft direct een gevoel van schuld en gemis tot gevolg. Ik wil de leegheid opvullen met van alles en nog wat, zelfs met de lekkerste hapjes van het buffet. En ook ik, ai ai wat akelig, ben bang hierbij tekort te komen. Er is een angstige egoïst voor nodig om een (zogenaamd) andere angstige egoïst te herkennen.
Is deze hand in eigen boezem een soort biechtdrang? Hoop ik dat je minzaam glimlacht en mij dit nare trekje vergeeft? Nee, ik hoop dat je met me meevoelt en, wellicht met een ander voorbeeld, samen met mij oog krijgt voor je projectie op denkbeeldige anderen en je grote weerstand om dit te erkennen.
Goddank is er een uitweg. We kunnen, als is het met enige tegenzin, anders kiezen en niet naar het ego luisteren maar naar de Heilige Geest. Het ego wil (zelf-)beschuldiging maar de Heilige Geest zegt: “Er is niks gebeurd, de afscheiding heeft niet plaats gevonden en jij en de man waarop je projecteert zijn volkomen onschuldig en roepen allebei slechts om liefde. Kom maar tot mij en ontvang deze liefde. Ik, de onbegrensde liefde, ik ben je verlosser en mijn Wil is dat jij je eenheid met je broeder ervaart zodat je de eenheid van jullie beiden met Mij kunt ervaren. Je bent de Heilige Zoon van God. Vrede zij met je”.
Ik ben vastbesloten mijn oordelen onder ogen te komen en er vervolgens met Hem opnieuw naar te kijken.