Momenteel doe ik een cursus mindfulness. Dit had ik een jaar of acht geleden ook al eens gedaan maar daarna niet echt consequent volgehouden. Mijn voornaamste doel is om wat meer ontspannen te raken en wat minder “in mijn hoofd” te leven. De aanpak bij mindfulness is opvallend. Er wordt vooral gewerkt met aandacht in het hier-en-nu. Oefeningen verlopen dikwijls volgens het volgende stramien:
- Probeer te landen in het hier-en-nu door aandacht te schenken aan wat zich voordoet.
- Bijvoorbeeld: aandacht naar geluiden, gedachten, gevoelens, lichamelijke sensaties
- Hierbij deze niet proberen te veranderen, maar slechts aandacht schenken zolang ze aandacht vragen
- Deze aandacht kan ondersteund worden door richting het onaangename gevoel (bijvoorbeeld spanning in nek, buik of borst) te ademen
- Gewoon “zijn met wat is” zonder dit proberen weg te werken
- Oefening weer afsluiten en verder gaan met de dag
De manier waarop ik hier mee om blijk te gaan vertoont verrassende parallellen met de manier waarop ik neig de Cursus te misbruiken. Ik omschrijf iets (bijvoorbeeld spanning) als een probleem en wil een oefening doen om zo snel mogelijk van het probleem af te komen (en dus te ontspannen). Werkt dit? Nee, natuurlijk niet. Als bij de eerste keer oefenen de gewenste ontspanning niet direct optreedt ben ik wat teleurgesteld en vermoed ik dat dit allemaal niks voor me is en niet werkt.
Herkenbaar voor ons als Cursus-studenten? Voor mij wel, in ieder geval. Als ik bijvoorbeeld angstig of boos ben wil ik deze, in mijn ogen negatieve sensatie, zo snel mogelijk fixen met een werkboekoefening. Oogjes dicht, even herinneren dat “Verlossing is mijn enige functie hier” is, en…..? Niks. Jammer.
Weer even terug naar mindfulness want hierin ligt een les voor me besloten. Wat is namelijk de kern van de mindfulness-aanpak? Voor zover ik deze zie, althans:
- Bewustwording van het probleem
- Hier aandacht aan geven door er naartoe te ademen
- Geen einddoel zelf bedenken maar vertrouwen
- En, de oefeningen dag in dag uit gewoon doen en herhalen.
De neiging is heel sterk om ook bij mindfulness te blijven hangen op cognitief niveau. “Wat is de truc? Oh, dat snap ik wel. Wat gek, ik heb het door maar het werkt niet”. Het Cursus-equivalent is: hoe zit het metafysisch in elkaar? Oh, dat snap ik wel. Gewoon anderen en mezelf als schuldeloos zien. Dat weet ik nu wel. Wat gek, ik voel niks”. En jawel, hierbij blijf ik in feite hangen op hetzelfde cognitief-arrogante niveau van een eigenwijs en gespannen ikje. Want wat is wel nodig?
- Onderkennen (belijden, zegt de Bijbel) van ons zondegevoel (ik voel me schuldig, ben bang, wil verdedigen en aanvallen)
- Erkennen dat we onszelf hier niet goed raad mee weten. Als we direct gaan vechten om er vanaf te komen dan draaien we verder de denkbeeldige problemen in
- De deur openen voor de Klusjesman die wel weet wat te doen en wat voor ons het beste resultaat is; de Heilige Geest. Naar ons zondegevoel “ademen” door Hem te brengen naar onze pijnpunten en daarna te geloven en vertrouwen dat Hij weet wat goed voor ons is.
- En, jawel, oefenen, oefenen en herhalen. Niet omdat het voor de Heilge Geest zo’n grote klus zou zijn. Alleen omdat het ons nu eenmaal tijd kost om een hardnekkige gewoonte (zoals piekeren bij het mindfulness-voorbeeld of geloof en projectie in/van schuld bij een Cursus-voorbeeld) af te leren. Het hoeft niet lang te duren, cold turkey afkicken is mogelijk, maar we doen het zelf onbewust toch liever wat rustiger aan.
M’n mindfulness-leraar zei dat de nieuwe hier-en-nu-zijn gewoonte door herhaling ingesleten moet worden in de hersenen. Dat gebeurt niet door een keer te zeggen: “Aha, zit het zo!”. Evenzo met de Cursus. Het wonder van de verandering heeft geen tijd nodig. Wij bedenken tijd juist om ons te verdedigen, uit angst, tegen het wonder, tegen de liefde. Maar als we dan toch geloven in tijd, laten we deze dan tenminste aanwenden als instrument waarmee we oefenen om de Heilige Geest voor ons te laten vergeven. Keer op keer. Zo gaan we verder als gelukkige studenten. Van wondertje naar wondertje totdat we het Wonder door Hem durven toelaten.