Gisteravond keek ik naar het muziekspektakel ‘The Passion’. Hoewel ik onder de indruk was van de omvang van deze productie, merkte ik toch dat er irritatie in me opborrelde. Dit is een signaal dat er iets ‘bij mij zit’. De wrevel heeft te maken met de mainstream interpretatie van de dood van Jezus. God zou onze welverdiende straf op zijn onschuldige en eniggeboren Zoon hebben gelegd waardoor wij van onze zonden bevrijd zouden zijn. Dit druist in tegen zo’n beetje alles wat Jezus ons in de Cursus probeert duidelijk te maken. Waar gaat deze klassiek Christelijke versie namelijk van uit?
- God is een macht buiten ons
- Onze zonden zijn echt
- Onze zonden dienen bestraft te worden
- Jezus was de enige echt zondeloze mens; los van- en anders dan wij
- Als we dit verhaal voor waar aannemen dan komen we na onze dood in een soort verheerlijkte lichamen in de hemel
Eerst probeerde ik m’n irritatie nog een beetje weg te redeneren langs de volgende lijnen: “kennelijk zit dat zondebesef zo diep in veel mensen dat we niet zondermeer kunnen aanvaarden dat het niet juist is. Wellicht is het dan een aardig hulpmiddel om, bijvoorbeeld, voorlopig dan maar, aan te nemen dat we deze zondeloze staat nu eindelijk bereikt hebben door de kruisiging van Jezus”. Ik zag ook mensen in het publiek die duidelijk geëmotioneerd leken en gelukzalig om zich heen keken. Eindelijk vergeven, eindelijk van zonden vrij.
Voor mij werkt dit echter niet. Als ik goed kijk roept het een wonderlijke mix bij me op van afkeer en zelfs een mate van arrogantie en superioriteitsgevoel. Natuurlijk vind ik “mijn” Cursus-interpretatie beter en meer waarheidsgetrouw. Direct krijg ik hier mijn huiswerk voor de komende Paasdagen aangereikt. De ingrediënten liggen voor me op tafel: aanvalsgedachten, gevoel van speciaalheid, projectie van schuld. Kennelijk denk ik dat het belangrijk is om een juist beeld van de kruisdood en opstanding van Jezus te koesteren. Daarmee creëer ik mijn eigen afgod. Want wat zou er gebeuren als ik me niet zou concentreren op meningen van anderen en mezelf? Kan ik zien dat deze beelden nooit de waarheid kunnen zijn? Durf ik te erkennen dat ik de metafysica van de Cursus tot een nieuw geloof probeer te verheffen wat ik bereid ben te verdedigen tegen andersdenkenden. Ai, ai; wat pijnlijk om dit te moeten typen. Ik zou haast overwegen om het maar niet op m’n blog te plaatsen. Maar ook dit schaamrood hoort erbij en behelst geen morele schuld maar een vergissing.
Alle mensen zijn één, wat ze ook denken, geloven of doen. Ook mijn Cursus-verhaal mag gewoon vergeven worden, net zoals alle andere verhalen en geloven. Vanuit dat dapper schrijvende ikje krijg ik dat niet voor elkaar. Ik leg m’n opvattingen en schrijfsels op Zijn altaar. Alstublieft Heer, de fik erin. En laat me nu maar met onbevangen ogen kijken naar mijn broeders en zusters en me mezelf herkennen in hun zoeken, praten en geloven. Maar help me bovenal om door Uw ogen te zien en Uzelf te herkennen in hen. Mag ik daadwerkelijk hun- en mijn zondenloosheid ervaren en beseffen dat we één zijn in Uw liefde? Hier ben ik Heer, met lege handen, een leeg hoofd en een hart dat U mag vullen met Uw Liefde.