De denkgeest centraal; weer over lichamelijke ziekte

jezus geneest

Als we iets lezen over ‘genezing’ dan spitst ons ego direct de oortjes. De identificatie met ons lichaam is voor ons ego namelijk van topprioriteit. Bij het nadenken over dit lichaam zijn twee standpunten voor het ego volledig acceptabel:

  1. Lichamelijke ziekte overkomt je, je bent er het slachtoffer van
  2. Je bent zelf verantwoordelijk voor de ziekte van je lichaam

De onhoudbaarheid van het eerste standpunt krijgen we redelijk snel in de smiezen. We leren dat we juist niet het slachtoffer zijn van de wereld die we zien. Dan speelt het ego zijn tweede kaart: “Aha, jij bent dus de veroorzaker van de ziekte van het lichaam en hiermee verantwoordelijk voor je eigen ellende”. Dit tweede standpunt lijkt ons hoop te bieden op lichamelijke genezing en dit is wat we zo dolgraag willen. We absorberen met graagte uitspraken van leraren die ons op deze mogelijkheid wijzen. Jezus had om dezelfde reden ook niet te klagen over voldoende aandacht. Volksstammen kwamen bij hem langs om de felbegeerde lichamelijke genezing in ontvangst te nemen.

Ik meen dat het uiterst belangrijk is om de gemene, letterlijk gemene, deler in beide ogenschijnlijk verschillende standpunten te ontmaskeren als ego-taal. Hoewel beide uitspraken namelijk iets diametraal tegenovergestelds te lijken zeggen gaan ze toch nog allebei van hetzelfde uit: het lichaam is echt en daarmee is de ziekte of de gezondheid van het lichaam ook echt.

De Cursus beweert echter anders. Het lichaam is niet echt, het is een projectie vanuit de denkgeest om ons gevangen te houden in de illusie van afgescheidenheid. Deze projectie heeft in het geheel geen eigenschappen en is neutraal, zoals alles wat we buiten ons menen te zien neutraal is. Wat is dus in feite het meest liefdevolle wat je kunt zeggen tegen iemand die meent te lijden aan een lichamelijke ziekte? Het is niet handig om te beloven dat hij of zij “beter” zal worden door het goed beoefenen van vergevingslessen. Waarom is dit niet handig? Omdat je hiermee zijn of haar illusie bevestigt dat de ziekte echt is en genezing behoeft.

Het is behulpzamer om samen met de zogenaamde zieke te onderzoeken wat het zieke lichaam hem wil doen geloven en hier samen vraagtekens bij te plaatsen. De waartoe-vraag is hierbij essentieel. Waartoe focus je zo op de ziekte of juist op het gezond worden van je lichaam? Langs deze weg kan ontdekt worden dat zowel geloof in een ziek- als in een gezond lichaam de twee kanten van dezelfde medaille zijn: geloof in afgescheidenheid van God in een kwetsbaar lichaam. We kunnen vervolgens ontdekken dat we dit geloof aanhangen omdat we alles veiliger vinden dan te ontdekken dat we denkgeest zijn, één met God, met Hem verbonden in grenzeloze Liefde. Vervolgens kunnen we onze angst bij Hem brengen om deze angst te laten genezen.

Nu komt de laatste stuiptrekking van het ego. Het roept dat de projectie wel moet veranderen als de denkgeest geneest. En jawel, het ego heeft hier gelijk. Het lichaam is namelijk inderdaad niets meer dan een projectie. We kunnen uit angst proberen iedere verandering in deze projectie te blokkeren en daarmee vasthouden aan ogenschijnlijke van het lichaam. Het onderzoeken van deze angst voor genezing in de denkgeest om deze angst te kunnen vergeven is echter wat anders dan lichamelijke genezing claimen als bewijs dat het nu eindelijk voor elkaar is. Dat nu pas de les echt geleerd zou zijn. Zie je de subtiliteit? Zodra we de focus op het lichaam leggen en beweren dat dit wel de genezing in de denkgeest moet volgen hebben we dit lichaam gelijk weer belangrijk gemaakt en het ego voer gegeven te volharden in zijn angstig isolement. Het lichaam is niets, nop, nada. Het is niet bestaand. Het bewijst helemaal niets en is onbelangrijk.

Haal er ten overvloede maar de samenvatting van de Cursus bij.

Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God.

Zolang we geloven dat het lichaam ziek of gezond kan zijn menen we dat het bedreigd kan worden. Hiermee bewijzen we dat we geloof hechten aan iets dat niet bestaat, namelijk in het lichaam. Genas Jezus dan niet de zieken? Jawel, maar daar ging het ten diepste niet om. De kern van zijn boodschap was dat zonde (afscheiding) niet bestaat. Zijn doel was niet om ziekte en dood te overwinnen maar om te laten zien dat ze niet bestaan. De genezingen op zich en de opstanding van hemzelf uit de dood waren niet meer dan illustraties hiervan. Geen doelen, maar een manier om de angst in de denkgeest van zijn broeders naar het licht te brengen en te genezen.

Genezing vindt plaats in de denkgeest. Dit is de “plek” die onze aandacht verdient en waar via vergeving de genezing kan plaatsvinden. Zodra we onze aandacht brengen naar ons zogenaamde lichaam gaan we glibberen. Onze aandacht voor lichamelijke ziekte laat zien dat we belang hechten aan dit lichaam en daarmee maken we er een afgod van. Staar je niet dood, letterlijk, op die projecties. Wees niet bang voor projecties van ziekte noch van projecties van lichamelijke genezing (!) maar focus je er in Godsnaam niet op want dit is voer voor het ego. Richt je op de denkgeest, op God en zijn boodschapper in je hart; de Heilige Geest. Laat hier je geloof in afgescheidenheid en zonde schoonspoelen en laat zich dan maar een gelukkige maar onbelangrijke droom openbaren als, nog steeds tijdelijk, denkbeeldig gevolg. Houd je kompas op Hem gericht en je merkt vanzelf wel dat de koers die Hij vaart de juiste is. Zal de ziekte dan uiteindelijk verdwijnen? Jawel, samen met de illusie van gezondheid en met die van het hele universum.

Advertentie

Een gedachte over “De denkgeest centraal; weer over lichamelijke ziekte

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s