Stoppen met “doen”

Meditatie-3-1024x768

Ik kan mezelf bezig zien als drukke doener. Er lijkt zich in mijn hoofd een entiteit te bevinden die actief is om bepaalde doelen te bereiken. Laten we deze entiteit maar weer eens ego noemen. Ego beoordeelt ook vrijwel continu of de situatie al oké is of dat er nog iets moet gebeuren. Vroeger of later kiest hij steeds voor de tweede optie; wat zich voordoet vindt hij niet goed genoeg.

Puristen binnen non-dualistische kringen zeggen soms, terecht, dat het niet mogelijk is te streven naar het zwijgen van dit ego. Dat is niet ingewikkeld om te begrijpen zodra je ziet dat het de streber zelf is die dat gaat proberen. Iets willen gaan doen om wat minder te doen schiet niet echt op. Het is echter jammer wanneer je op basis van deze opvatting het kind met het badwater weggooit en niet een vorm van stiltebeoefening inbouwt in je leven. Een druk doend ego kan gezien worden als een flinke schreeuwlelijk en het valt niet mee om de zachte Stem van de Heilige Geest te horen als het ego er non-stop doorheen zit te tetteren.

Er zijn veel technieken die ons behulpzaam kunnen zijn om, althans enigszins, uit die doe-mode te komen. Een vrij simpele maar uiterst effectieve techniek wordt ook vaak toegepast aan het begin van Cursus-bijeenkomsten. Hierbij wordt even tijd genomen om als het ware te landen in de tijd en ruimte waarin je op dat moment bent. Kortgezegd komt het er op neer dat je de aandacht richt op wat je met je zintuigen waarneemt. Dit is overigens ook de kern van mindfulness. Door je aandacht te brengen naar het luisteren (zonder oordelen, naar alle geluiden) of naar het voelen (je gewicht op de ondergrond, de lucht langs je gezicht, andere gewaarwordingen) gaat er als het ware een knop om; van druk doen naar ontvankelijkheid.

Dit verklaart direct de weerstand die we ervaren tegen stille tijd. Misschien herken je het wel. Ik bespeur het in elk geval wel bij mezelf. Misschien begin je even met luisteren naar geluiden maar binnen de kortste keren ga je weer kopje onder in een stroom van gedachten. Mijn eerste reactie hierop is er een van arrogantie: “ach, zo’n stilte-oefening. Als ik echt zou willen dat lukt me dat makkelijk maar ik heb gewoon nu hier even weinig zin in”. Hier zit echter meer achter. Het is namelijk de weerstand van het ego dat zich bedreigd voelt dat weg wil uit de situatie waarin gevraagd wordt om niet te doen maar te ontspannen en te ontvangen.

Als dit gezien wordt kan er fanatisme ontstaan waarbij de doener er een schepje bovenop doet om niet meer te doen. Dit is het mechanisme waar genoemde hardcore non-dualisten op wijzen als ze de zinloosheid van dit soort oefeningen willen aantonen. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Bij mindfulness leer je om heel mild en liefdevol met dit afdwalen om te gaan. Sterker nog, het afdwalen en weer terugbrengen van de rustige aandacht is de oefening. Heel mild laat je je niet van de wijs brengen door gedachten, gevoelens en gewaarwordingen die langstrekken. Elke keer ga je terug naar luisteren, voelen, ontvankelijkheid. Door dit geregeld met deze liefde en zachtheid te doen merk je dat het een gewoonte kan worden die ook nog eens weldadig voelt.

En nu de parallel met de Cursus en ons dagelijks leven in de zogenaamde buitenwereld. De Cursus gaat uit van het inzicht “zo binnen zo buiten”, omdat er geen binnen en buiten de denkgeest bestaat. Waar ik naar toe wil is onze houding ten opzichte van zaken die we buiten ons willen projecteren. Denk aan lastige mensen of andere ongewenste situaties. Zie je de overeenkomst met de storingen van onze “eigen” ongewenste gewaarwordingen tijdens een mindfulness oefening? Hoe kunnen we nu omgaan met de ongewenste “uiterlijke” omstandigheden? Op precies dezelfde wijze als bij mindfulness. We nemen de situatie waar, we zien onze reactie en reageren met een milde glimlach. We gaan niet mee in de illusie maar stemmen af op het voelen, op het luisteren naar de zachte Stem van de Heilige Geest. Dit doen we met eindeloos geduld, keer op keer, als gelukkige en geduldige studenten. We hoeven de situatie niet zelf te fiksen, we hoeven niks te doen of te veranderen. Ten diepste hebben we vanuit het ego ook geen idee wat we zouden moeten doen. Deze wijsheid komt vanuit een veel dieper laag, vanuit ons Zelf, vanuit de Heilige Geest. Constant mogen we onze aandacht terugbrengen naar Hem en daarmee uit de doe-mode komen en in de wonderstaat komen waarin genezing kan plaats vinden. Het aanbod van een zegening is er namelijk altijd. We hoeven deze alleen maar in ontvangst te nemen door ons over te geven aan de leiding, die feitelijk ook nooit in onze handen was,  aan het geheel waarin wij bevat zijn. Uit dit geheel, uit deze milde diepte komt altijd, jawel, altijd een antwoord, een respons, de genade. Wellicht voelen we dat niet direct omdat we er voor kiezen de “verstoring” nog even serieus te nemen. Als dit gebeurt mogen we keer op keer samen met Hem hier als het ware doorheen kijken. Erin rusten zodat het wonder van genezing kan gebeuren. Als genade, vanZelf.

WB 140: Alleen van verlossing kan worden gezegd dat ze geneest. Spreek tot ons, Vader, opdat wij mogen worden genezen.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s