Het is bijna Pinksteren. Als kind vond ik het zo’n fascinerend verhaal. De uitstorting van de Heilige Geest over een grote groep mensen. Wow. Lijkt me heerlijk om zo’n bak met Goddelijke zegen over me uitgestort te krijgen. En ik nu maar worstelen om iets van die zachte Stem op te mogen vangen in mijn binnenste. Ik zou er wat voor over hebben om gewoon zo’n stortvloed van warme liefde over me heen te krijgen zonder dat ik hier moeite voor zou hoeven te doen.
Iets beter beschouwd hoef ik natuurlijk nu geen moeite te doen. Wie is het die denkt zich te moeten inspannen en wat heeft hij toch in zijn koppie gehaald over wat daarbij het doel zou moeten zijn? We hebben werkelijk geen benul wat het Goddelijke doel van ons leven is, laat staan wat we zouden moeten doen. Luisteren is voor ons het motto.
Dat luisteren lijkt zo makkelijk. We vinden het zo vanzelfsprekend dat we kunnen luisteren. Ik hoor toch de geluiden buiten en ik hoor toch wat je zegt? Maar toch. Laatste maanden ben ik weer begonnen met mindfulness en luisteren naar geluiden vormt hierin een oefening. Vanmorgen had ik niet direct zin in het houden van stille tijd. De weerstand hiertegen is veelzeggend. Immers, bij stille tijd hoeven we even niks te doen en mogen we onszelf in de ontvang-stand, in de luisterstand zetten. De weerstand tegen deze stille tijd komt vanuit mijn ego. Dit meent de stilte helemaal niet nodig te hebben. Studeren, nadenken, praten en schrijven vindt het allemaal prima. Maar ongericht en open luisteren? Dat is eng, vaag en het biedt te weinig houvast.
Dus daar zit ik dan op mijn kamer op zolder. Met de gebruikelijke lichte tegenzin maar ondertussen wel in de wetenschap dat ik het toch maar gewoon moet doen. Even landen op mijn stoel. Mmm. Ik voel mijn voeten op de grond, mijn billen op de stoel, wat frisse lucht die door het raam naar binnen komt langs mijn gezicht en een pijntje her en der. Dan het luisteren. Gezellige vogelgeluidjes. Mmm. Grondlawaai van Schiphol. Bah, wat hoor je dat toch goed hier. Een hond blaft, iemand zet een fiets buiten. Ik label dus alles wat ik hoor en vind het logisch dat ik vogelgeluiden prefereer boven vliegtuigmotoren. Met regelmaat dwalen mijn gedachten af. Geduldig besluit ik telkens weer te luisteren. Gewoon als oefening, zonder dwang, zonder haast. Ik neem lekker ruim de tijd en laat ook mijn oordelen over wat ik hoor opkomen en weer verdwijnen. Gewoon luisteren naar de geluiden, met openheid, nieuwsgierigheid en de oordelen maar laten zijn voor wat ze zijn.
Nu pas komt er enig besef van de stilte en vrede die er al lang was natuurlijk. Zo is het ook met Zijn Stem. Hij spreekt niet zo af en toe als Hij er een keertje zin in heeft. De waarheid is waar, altijd. God, de Liefde is voor ons vrijelijk beschikbaar, altijd. Dit merken we echter niet als we er continue voor kiezen om naar de drukke ADHD-er in ons hoofd te luisteren. Deze babbelaar is niet zonder reden druk. Onbewust hebben we hem onze volmacht gegeven om onze aandacht te binden. Door geloof in zijn gebabbel en door te blijven zitten in de sneltrein van onze gedachten en ervaringen proberen we Zijn tedere aanraking te vermijden. Het is zo tegenstrijdig, zo paradoxaal; ik zeg dat ik vrede wil en doe er alles aan om deze maar niet te hoeven ervaren.
Dat luisteren waar ik het nu over heb moeten we niet gelijkstellen aan de fysieke versie hiervan binnen onze illusie, het genoemde luisteren met onze oren. Nee, het gaat meer om onze houding die hierin wordt vertegenwoordigd. Een houding van open ontvankelijkheid jegens alles en iedereen waarbij we ons oordeel hierover wel zien maar niet meer serieus nemen. De Cursus noemt dit vergeven. Een accepterend luisteren en rusten in alle ervaringen die we opdoen in situaties en met anderen. Onze aandacht mag zich teder, liefdevol verbinden met wat we menen te zien binnen de illusie. Dit kan ons ikje niet, maar als we telkens weer ervoor kiezen terug te keren naar die zachte stille Stem dan kan deze zich verbinden met onze ervaringen. Een zachte zegen stroomt dan van Hem, door ons heen naar alles en iedereen. Dit is ons ware dienaarschap. We zijn een doorgeefkanaal van Zijn liefde. We hoeven alleen maar rustig uit de weg te stappen zodat Zijn liefde kan stromen. Dat voelt onwennig en dus stoppen we met regelmaat door naar het ego te luisteren zodat de ervaring van de liefdesstroom wat wordt afgeknepen. Geeft niks. Glimlachen en weer rustig opzij stappen. En weer, en weer en weer. Het is zo wonderlijk; we leren de liefde ervaren door deze door ons heen te laten stromen, van Hem naar onze broeders en zusters. Wat een wonderschone werkelijkheid. Liefde die zich voluit laat ervaren door haar voluit weg te geven. Gratis, voor niks, we hoeven er niks voor te doen dan ons ervoor open te stellen.
WB 154: Ik ben een van de dienaren van God, en ik ben dankbaar dat ik het middel bezit om in te zien dat ik vrij ben.
The Way of the Heart Lesson 11: I am loved, I am loving, I am lovable forever.