<Disclaimer: bericht bevat taalgebruik dat als grof kan worden ervaren 😉 >
Ik lig wakker en kijk wat me lijkt te overkomen. Irritatie, want erg vroeg wakker, vogel- en vliegtuiggeluiden, woelende partner naast me in bed, spanning in mijn lijf. Ik lijk slachtoffer, de weerloze ontvanger van een ongewenst geschenk. Totaal Yin.
Maar kan de Zoon van God slachtoffer zijn? De vraag stellen is hem beantwoorden; nee dus. In mijn Yin zit een bolletje Yang. Ik ben de doener, de maker van mijn gewaarwordingen.
De slapeloosheid ligt als een ongewenste berg voor me. Waartoe? Ik wil m’n zelfgemaakte berg beklimmen, bedwingen. Ik heb hem gemaakt om te kunnen doen en vechten, actieve Yang. Waartoe wil ik strijden? Om mijn kracht te kunnen voelen, het bolletje Yin.
Zo speel ik als Zoon van God met m’n eigen maaksel, mijn eigen projecties. Maar het evenwicht wordt hersteld. In mijn vermeende slachtofferschap ontdek ik de doener en in mijn daderschap ontdek ik de voeler.
Om te kunnen ervaren dat ik ben, zoek ik de wrijving. Deze maak ik zelf door te geloven in iets wat me tegen mijn wil in overkomt of door iets te bedenken wat me niet zint en wat ik actief wil veranderen. Ik maak situaties om ze te kunnen ervaren in de wrijving; God speelt het spel van de schepping om Zichzelf hierin te kunnen ervaren.
Door de aandacht naar het punt van wrijving te brengen ontstaat een directe helderheid. Ik zie de ogenschijnlijke afgescheidenheid geboren worden op het grensvlak van yang en yin, van doen en ervaren. Op dat oneindig kleine raakvlak, in dat nu, is de aanwezigheid zo puur. Hier eindigt de immer doorgaande beweging orgastisch in zichzelf. Hier is de quantumsprong en wordt eenheid ervaren als zichzelf en door zichzelf.
De dans is seksueel; penetreren en ontvangen in een Goddelijke dans. Één kiest voor twee om te kunnen versmelten en klaar te kunnen komen, verlichting te bereiken. God bedrijft de liefde door te scheppen in ogenschijnlijke dualiteit. Soms teder, bij het ruiken aan een bloem, soms masochistisch als bij het sterven aan het kruis. Er is geen rangorde van goed en kwaad in de dans van God met Zichzelf. Anything goes. De grofste belediging: ‘go fuck yourself!’ blijkt een kernachtige beschrijving van het spel dat we wensen te spelen. We zijn de Ene die verkiest Zichzelf te ervaren door het vergeven van de wrijving die optreedt in het bedachte twee.