100% liefde

God is lichtGisteren woonde ik een doopdienst bij. Mijn eenentwintig jarige lieve dochter werd gedoopt door onderdompeling. Het is een prachtig en ontroerend ritueel. De dopelingen hadden familie en genodigden meegenomen en de voorganger deed zijn best om de dienst een uitnodigend en evangelisch karakter te geven. De sympathieke man sprak geïnspireerd en bewogen. Ik merkte hoe de liefde van de Heilige Geest zich door hem heen uitstrekte naar alle mensen in de zaal.

Toen hij bijna aan het eind van zijn preek was veranderde de toon. Het leek of hij zichzelf ver excuseerde: “ik verzin het zelf niet, het staat in de Bijbel”. Daarna volgde uitspraken met een dreigende ondertoon. “Wie niet voor Jezus is, is tegen hem”, “Door je keuze voor Jezus weet je zeker dat je na je dood verder leeft”, “Ga heen (na de doop) en zondig niet meer; dus niet meer liegen, stelen en ongehuwd samenwonen”, “Er is maar één God, die van de Bijbel”.

Vanmorgen vroeg werd ik wakker en ik bespeurde boosheid van binnen over deze venijnige staart van de preek. Waarom moet er een morele grauwsluier gelegd worden over die heerlijke uitnodiging om je te laten inspireren door- en tot liefde? Waarom moet er weer angst gezaaid worden? Ooit schreef ik een van ironisch boekje over het klassieke Godsbeeld van een narrige God die hoe dan ook iemand wilde straffen voor vermeende zonde. Zelfs al was hij zo “lief” om daarvoor zijn eigen zoon Jezus te kiezen (Geen beeld van God). De oude verontwaardiging van toen speelde weer op maar deze keer werd iets duidelijk; ik heb vergevingswerk te doen.

Wat is er namelijk aan de hand? Ik meen dat de voorganger echt in staat is om met zijn duale angst- en aanvalsgedachten de waarheid geweld aan te doen. Anders gezegd; ik meen dat een mens die gelooft in afscheiding de Christus waarlijk kan kruisigen. Dat is nu juist de hele boodschap van Jezus als hij zich de beledigingen, martelingen en kruisdood laat welgevallen: dit is niet waar. Er zijn geen booswichten buiten mij die mij iets aan kunnen doen. De waarheid kan niet bedreigd worden, niets onwerkelijks bestaat. Jezus laat zich door een denkbeeldige boze menigte verscheuren als een lam door een stel wolven. Hij geeft zijn lichaam weg als brood om opgegeten te worden en zijn bloed als wijn om gulzig gedronken te worden om te laten zien dat hij voortleeft. Om te laten zien dat hij geen afgescheiden en tijdsgebonden lichaam is van vlees en bloed maar de Zoon van God. Hij heeft zijn naasten onvoorwaardelijk lief omdat hij weet dat ze één zijn met hem. Onbegrensde en eeuwige liefde, net als wij.

In gedachten komt weer mijn broeder op de kansel in gedachten. Nu zie ik dat ik vast wil houden aan mijn boosheid tegen zijn opvattingen. Ik meen dat hij zich vergist en mijn boosheid is natuurlijk een regelrechte aanvalsgedachte. Ik wil gelijk hebben. Daarin ben ik weer precies gelijk aan wat ik in een ander veroordeel. Nu zie ik dat oordeel van mij duidelijk voor me. Ik zie hoe ik het koester en anderen wil overtuigen van mijn gelijk uit naam der waarheid. Och, wat zijn we gelijk hierin; hij en ik. Nu roep ik om Jezus. Nee, ik schreeuw om mijn Heiland. Heer, dompel me ook onder in Uw Liefde. Neem dit bokkige schaap op Uw schouder en draag me naar het vredige weiland waar ik samen mag zijn met de rest van de kudde want ik kan niet over het hek springen dat ik zelf bedacht heb. Dit kleine beetje bereidwilligheid is genoeg. Het eenvoudige “ja-woord” van de dopelingen, mijn bereidheid om als een schaapje dat geen benul van richting heeft op de schouders van de herder gedragen te worden. En dan is daar dat wonder, de vrede. Dankbaar.

WB 254: Laat elke stem in mijn verstommen, behalve die van God.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s