Mijn oudste dochter is een fervent speelster van Pokémon Go. Het zegt mij niet veel maar ze schijnt met level 40 de nummer één van Hoofddorp te zijn. Ik zie hoe zeer ze opgaat in het spelletje en maak me daar wel zorgen over. Het heeft alle kenmerken van een verslaving. De virtuele wereld van Pokémon is steeds nabij via haar smartphone, berichten van andere leden van team rood stromen binnen en ze kan zomaar opspringen omdat er in de buurt een gym veroverd of verdedigd moet worden. Er is een hevige preoccupatie met de virtuele wereld van het spel ten koste van haar leven in de normale wereld.
Normale wereld? Er blijkt weer eens sprake te zijn van een blinde vlek bij mij in combinatie van het projecteren van wat afkeurende gevoelens. Nog eens goed kijken: een schijnwereld heel serieus nemen, alles op alles zetten om daar beloningen te scoren en gevaar af te wenden samen met mensen die hetzelfde doen, alle contact met de werkelijkheid verliezen.. Voelt u hem? Dit stemt overeen met de beschrijving die de Cursus ons geeft van ons schijnbare leven binnen de droom.
Mijn dochter weet dat haar belangstelling grenst aan een verslaving maar wijst ook op de positieve aspecten ervan. Ze gaat er op uit, heeft veel frisse buitenlucht en beweging, ontmoet gelijkgestemden en ervaart een stukje zingeving in alles. Het is ook niet iets waar ze zo maar mee kan stoppen. Toen ze dat level 40 gehaald had haalde ik opgelucht adem. Nu was het klaar en zou ze weer normaal kunnen gaan doen. Natuurlijk gebeurt dat niet net zo min als wij in de “echte wereld” ooit echt tevreden zijn en ons echt veilig wanen.
Vroeger keek ik met verbazing naar mijn vader. Tijdens zijn werkzame leven kon hij zich enorm druk maken over van alles en nog wat. Ik dacht dat dit na zijn pensionnering wel zou verbeteren. Niet dus. Het zich-druk-maken vond gewoon een andere invulling. Het waren niet langer de collega’s maar de buren die nu de boosdoeners waren. Weer zie ik snel de splinter in zijn oog maar niet de balk in mijn eigen oog. Door omstandigheden ben ik nu een half jaar zonder werk en kan de ik de stress die een drukke baan met zee meebrengt loslaten. Toch? Nee hoor, ik vind gewoon nieuwe zaken om me bezorgd over te maken zoals de keuring door het UWV en mijn hiermee samenhangende financiële toekomst. In projectie-termen zou ik dit de wet van behoud van ellende noemen maar dat is te klassiek illusoir gedacht. De rode draad is niet de ellende die maar blijft komen maar mijn verslaving aan het spel van mezelf druk en angstig maken.
Kennelijk menen we en meen ik dat dit ons iets oplevert. Ik blijk ook gewoon verslaafd aan het spel van het leven. Ik neem het bloedserieus: welke uitdaging moet deze held nu weer aangaan? Welke gevaren moet hij het hoofd bieden en hoe kan hij de veilige en zekere haven bereiken? Één ding wordt nu, eindelijk, duidelijker: zolang ik blijf vasthouden aan mijn verslaving van afgescheidenheid zal ik het spel blijven projecteren, spelen en serieus blijven nemen.
Ik kan mijn dochter niet dwingen om te stoppen met haar Pokémon spel zolang zij zelf de meerwaarde van ons gewone denkbeeldige droombestaan niet ziet. God kan mij niet dwingen mijn verslaving aan de droom op te geven als ik mijn kleine wil volg waardoor ik me “lekker” afgescheiden voel en daarmee mijn schijnzekerheid als ikje veilig stel. Pas als ik het echt zat ben omdat de lijdensdruk de hoog wordt kan het gebeuren dat ik, met Helen Schucman, zeg: er moet toch een andere manier zijn? Dan pas ben ik bereid om me open te stellen voor de Wil van God en te gaan leren dat dit mijn eigenlijke wil is.
Wat lijkt die verslaving aan de film van de droomwereld toch groot. Het maakt niet uit of ik de dagen doorbreng gevangen in mijn gedachtewereld of, zoals 80% van m’n medemensen, met de smartphone voor mijn ogen en dopjes in mijn oren. De uiterlijke vorm doet er niet toe en is uiteindelijk altijd neutraal. De vraag is of ik me identificeer met een vorm om de illusie van ik-versus-de-rest te bestendigen of om vergevingsoefeningen te doen en de relatie te hervinden. Kan ik op een gegeven moment, al is het maar even, uit de gedachtestroom stappen of, zoals de Cursus het zegt, het slagveld van enige hoogte bezien? Kan ik de serieusheid en verbetenheid opmerken en samen met Hem vergeven zodat de vrede weer opgemerkt kan worden? Die vrede, Zijn wil, is er nooit niet. Ik mag steeds meer leren dat dit ook mijn echte wereld, mijn echte Wil is.
Les 329
Ik heb al gekozen wat U wilt.
Vader, ik dacht dat ik afgedwaald was van Uw Wil, die getrotseerd had, zijn wetten overtreden en een tweede wil had ingevoeld, machtiger dan die van U. Maar wat ik in waarheid ben is niets dan Uw Wil, die zich heeft uitgebreid en uitbreidt. Dit ben ik en dit zal nooit veranderen. Zoals U Eén bent, zo ben ik één met U. En dit heb ik gekozen bij mijn schepping, waar mijn wil voor eeuwig één werd met de Uwe. Die keuze werd voor alle eeuwigheid gemaakt. Die kan niet veranderen en tegengesteld zijn aan zichzelf. Vader, mijn wil is de Uwe. En ik ben veilig, onbezorgd en sereen, in oneindige vreugde, omdat het Uw Wil is dat het zo is.
Vandaag zullen we onze eenheid met elkaar en onze Bron aanvaarden. We hebben geen wil los van die van Hem, en we zijn allen één omdat Zijn Wil door ons allen wordt gedeeld. Door deze beseffen we dat we één zijn. Door deze vinden we eindelijk onze weg naar God.