De werkboekles van vandaag gaat over het beëindigen van conflicten: WB333: “Vergeving beëindigt hier de droom van conflict”. Aanvankelijk kunnen we een erg beperkte voorstelling hebben van wat de Cursus bedoelt met een conflict. In de meest beperkte zin is het een situatie waarin je het niet eens bent met iemand anders. Dit kan dan binnen de illusie variëren van het een kleine ergernis omdat iemand je laat wachten tot het bedenkelijke niveau waarbij Donald Trump vindt dat een andere bange man in Noord Korea niet dezelfde verschrikkelijke wapens mag hebben als hijzelf.
Maar de betekenis van het woord conflict gaat veel verder. Iedere identificatie van ons met iets dat een vorm lijkt te hebben in tijd en ruimte is op te vatten als een conflict. Probleem van zo’n erg abstracte formulering is dat het niemand meer aanspreekt. Haal het iets dichter bij door te beseffen dat dit alles is waar je als ikje, als denkbeeldig afgescheiden wezentje, mee te maken denkt te hebben. Dus niet alleen tegenspoed in de wereld maar ook pijntjes, piekeren en nare gevoelens. Nu moet ik het nog iets preciezer zeggen want al deze ongein is in wezen neutraal totdat.. Totdat er ergens een besluit genomen wordt dat het niet oké is. Daarin zit het conflict: de vaststelling dat iets wat je ervaart niet oké is en echt moet veranderen. Deze onvrede dus. En zelfs als je zou willen besluiten om niet langer ontevreden te zijn dan nog zit je al in de mindfuck.
En dan komt werkboekles 333 met grote kracht aan het woord:
“Een conflict moet worden opgelost. Je kunt het niet vermijden, opzij schuiven, ontkennen, vermommen, elders zien, anders noemen of door enige vorm van misleiding verbergen, als je eraan ontsnappen wilt. Het moet precies gezien worden zoals het is, daar waar je denkt dat het is, in de werkelijkheid die eraan gegeven is en met het doel dat de denkgeest eraan heeft toegekend. Want alleen dan worden zijn verdedigingen opgeheven en kan de waarheid haar licht erover laten schijnen terwijl het verdwijnt.”
Het is goed om heel goed tot je door te laten dringen wat hier staat of, om te beginnen, wat hier niet staat. Hier staat niet dat je overhaast moet concluderen dat alles maar een droom is die je snel naast je neer mag leggen omdat je dat meent te begrijpen vanuit de Cursus. Hier staat ook niet dat je maar zo snel mogelijk een positief klinkende werkboekles moet reciteren om de ellende zo snel mogelijk kwijt te raken. Want oh, wat is dit toch wat we graag willen. Let maar eens op je eigen verlangen en enthousiasme als plotseling iemand zich uit de anonimiteit verheft en zegt: “Ja, nu zie ik het. Alles viel plotseling op z’n plaats op 29 november 2017 en alle angst viel in één keer van me af. Vanaf nu geef ik bijeenkomsten waar ik andere zal leren hoe ze deze verlichting ook kunnen bereiken”. We willen direct op de voorste rij gaan zitten. En nu moet ik oppassen. Ik beweer dus niet dat er geen liefdevolle leraren zijn waarvoor dit daadwerkelijk geldt. Maar m’n punt is om je bewust te maken van je verlangen om ook deze extatische staat te bereiken die we aanduiden met het woord “verlichting”.
Ik zag onlangs Paul Smit op de tv die een heerlijk antwoord gaf op de vraag: ben je verlicht? “Nee, maar het is wel fijn het leven als lichter te ervaren”. Prachtig. Maar zie de hunkering naar die verlichting, naar die lichtere vorm van leven, maar gewoon als een signaal. Voel heel precies die omslag van het ervaren van een rot gevoel naar de wens om hier zo snel mogelijk vanaf te komen. Glimlach gewoon om deze neiging om weg te lopen voor dat wat zich in het ogenblik aandient. Kies dan nogmaals, maar kies niet direct voor de vlucht naar verlichting door bijvoorbeeld het affirmeren van een Cursus-tekst. Daal eerst open en onderzoekend of in datgene waarvan je eigenlijk wilt wegrennen. Dat voelt gek om te doen, onnatuurlijk haast. Nogmaals: Het moet precies gezien worden zoals het is, daar waar je denkt dat het is, in de werkelijkheid die eraan gegeven is en met het doel dat de denkgeest eraan heeft toegekend. Hier helpt een beetje besef van de metafysica van de Cursus. Onze denkgeest heeft klaarblijkelijk een doel met de identificatie met de ellende. Ons verborgen doel is het vastklampen aan de “zonde” (het geloof in afscheiding) door onbewust ellende te projecteren die langs deze heilloze weg ons waanidee van een slachtoffer “ikje” in de grote boze buitenwereld bevestigt. Dat lijken droge woorden maar probeer er gevoelsmatig de vinger op te leggen. Voel dat je gehecht bent aan de illusie van ik-versus-de-rest/wereld/ellende. Daal in dat gevoel af als iemand die aan een touw afdaalt in een donkere grot. Niet zwelgend en buitelend vol zelfbeklag maar wakker en onderzoekend. Nieuwsgierig haast. Probeer het hele plaatje te absorberen: je ideeën erover maar vooral je gevoelens en je neiging om weg te vluchten. Zie die neiging en doe het niet. Kijk het schijnbare monster recht in de ogen en dan… Ja, dan pas volgt die laatste verlossende zin: “Want alleen dan worden zijn verdedigingen opgeheven en kan de waarheid haar licht erover laten schijnen terwijl het verdwijnt.” Dan kan de boel weer gaan stromen. Dan kan het licht weer door je heen schijnen. Dan kan er een spontane actie komen die een totaal andere kwaliteit heeft dan onze verkrampte pogingen er zelf iets van te maken. Dus dankbaar mag ik eindigen met het gebedsdeel van de werkboekles:
Vader, vergeving is het licht dat U gekozen hebt om alle conflict en twijfel weg te schijnen en om het pad te verlichten van onze terugkeer naar U. Geen ander licht dan dit kan een eind maken aan onze boze droom. Geen ander licht dan dit kan de wereld verlossen. Want dit alleen zal nooit en in geen enkel opzicht falen, omdat het Uw gave is aan Uw geliefde Zoon.
Wat een prachtige uitleg
LikeLike