De oude betweter

old man long hairOm een beetje in vorm te blijven ben ik lid van een fitnessclub waar ik af en toe wat energie kwijt raak op een woud aan trainingsapparaten. Vrijwel altijd loopt er een oudere, stevige man met lange paardenstaart rond die zich telkens ontpopt als onbezoldigd adviseur. Vanuit mijn ooghoek zie ik hem telkens naar nietsvermoedende medesporters toelopen waarna hij ongevraagd begint uit te leggen dat ze iets niet helemaal goed doen. Hun warming up is te kort, hun houding deugt niet en vandaag legde hij aan een sportieve veertiger uit dat zijn ademhaling niet deugde. Hoewel mij zijn ongetwijfeld goedbedoelde tips bespaard zijn gebleven merk ik dat ik me er toch aan erger. Met verholen plezier hoorde ik dan ook dat zijn huidige slachtoffer niet onder de indruk was van de gesuggereerde correctie. Hij legde uit dat hij zelf sportfysioloog was en dat hij de mening van de oudere man respecteerde maar dat hij het toch wat anders zag. Deze bleek allerminst uit het veld geslagen en wilde perse zijn gelijk krijgen. De sportfysioloog ging er toen ook maar eens voor zitten en bedolf de man onder feiten en bewijs.

Zelf dacht ik na over wat me nu toch zo irriteerde aan die eigenwijsheid van de paardenstaart. Het woord “eigengereidheid” kwam naar boven maar na wat jaren Cursus besefte ik dat dit een weinig behulpzaam, laat staan leerzaam, etiket is. Ooit leerde ik in een communicatietraining voor m’n werk iets over de allergie-theorie. Kort samengevat komt het er op neer dat je jezelf wat meer zou mogen uiten op het gebied waar je overgevoelig op reageer bij een ander. Positief geformuleerd is eigengereidheid zoiets als zelfbewust. Kennelijk durf ik me niet zelfbewust op te stellen? Ik moet dieper graven. Kennelijk denk ik dat het slecht en zondig is om mijn ruimte in te nemen en zoiets te zeggen als “voilà, hier ben ik dan”.

Dat lijkt voor een Cursus-student een goede houding als je ervan uitgaat dat de afscheiding nooit echt gebeurd is en dat het jezelf presenteren als trots (sterk, slim etc) individu nergens op slaat. Is zo’n allergie hiervoor dan wel zo slecht? En hierin zit hem de clou. In mijn veroordeling van een zelfbewuste man veroordeel ik de denkbeeldige afscheiding van mezelf van de liefde. Anders gezegd; ik neem deze denkbeeldige afscheiding van God uiterst serieus en voel me hier schuldig over. Deze schuld wil ik liever niet, figuurlijk gesproken, zo dicht op mijn eigen huid hebben dus projecteer ik die op, jawel, mijn leraar; de man met de paardenstaart.

Oftewel; vergevingswerk te doen. Hiertoe maak ik contact met het gevoel een afgescheiden ikje te zijn dat verdediging nodig denkt te hebben. Ik denk dat ik schuldig ben, dat God boos op me is. Ik weet nu dat dit een vergissing is en vraag nu de Heilige Geest om nog eens te kijken naar mijn angst om denkbeeldige ruimte in te nemen. Ik heb God nooit geschoffeerd en mijn oude leermeester heeft dat evenmin gedaan. Het innemen van veel of weinig ruimte is onmogelijk en daarom totaal niet aan de orde. Ik ben totaal schuldloos en dus is hij dat ook. Er is niks gebeurd en een oordeel is totaal onnodig en houdt de vergissing slechts in stand.

Iets later zie ik de man in de sauna. Hij legt aan een jongedame uit dat ze haar handdoek ook onder haar voeten moet leggen omdat daar het meeste zweet uitkomt. Ik moet van binnen lachen. Ik houd van mijn leraar.

 

Advertentie

Een gedachte over “De oude betweter

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s