Bij een normale cursus of opleiding is het begin vaak redelijk simpel en makkelijk te begrijpen en werk je toe naar de complexere thema’s die later aan de orde komen. Hoewel er een boven-intelligente opbouw in onze Cursus in Wonderen zit kun je niet echt spreken van een rustige start. Als je wat langer met de Cursus bezig bent loop je de echter kans dat je een beetje afgestompt raakt voor de heftigheid van de boodschap van de eerste lessen. De les van gisteren vind ik wat dit betreft een heerlijk voorbeeld: Ik ben vastbesloten te zien (W20). Zonder dat we het zelf in de smiezen hebben interpreteert ons ego dit onbewust als “ik ben vastbesloten om, bij wat ik nu al zie, nog wat andere, meer spectaculaire dingen, waar te nemen”. Gelukkig worden we in dezelfde werkboek les direct gecorrigeerd in de zin: 2Het idee van vandaag houdt tevens stilzwijgend de erkenning in dat jij nu niet ziet. Er staat dus niet dat we nu wat weinig zien. Er staat dat we niet zien. We haken hiermee dus aan bij les 9: Ik zie niets zoals het nu is.
De Engelsen hebben een mooie uitdrukking voor dergelijke inzichten: mind blowing. De Nederlandse vertaling, geestverruimend, vind ik een te voorzichtig woord. Genoemde werkboeklessen leggen immers een bom onder alles wat wij zo vanzelfsprekend vinden. We menen dat we een wat betere bril nodig hebben maar de Cursus leert ons dat niet alleen die bril niet bestaat, maar evenmin een neus om deze op te zetten, ogen om door te kijken en hersenen om de beelden te interpreteren. Wij als individuen die denken door de Cursus iets betere ogen te zullen krijgen bestaan zélf niet. De hele show die we om ons heen menen te zien is niet iets buiten ons maar een projectie die we als Zoon van God zelf maken om er vervolgens ons geloof aan te hechten. Waartoe zouden we dat doen? Juist om het geloof mogelijk te maken dat we wél een mannetje met een brilletje op de neus zijn die eens kritisch om zich heen kan kijken. Het is verhelderend om eens vooruit te kijken naar een herhalingsles die over een paar weken aan de orde is:
Ik wil niets liever dan anders zien (56).
2De wereld die ik zie, houdt mijn angstwekkende zelfbeeld in stand en garandeert de voortzetting ervan
Zie je die koppeling hier tussen het zogenaamde “zien” van ons en het zelfbeeld dat we in stand willen houden? We gebruiken de truc van het zogenaamd kunnen zien om het beeld van onszelf als afgescheiden individu overeind te kunnen houden. De vanzelfsprekendheid waarmee we dit doen moet doorbroken worden om hier verandering in aan te kunnen brengen:
3Zolang ik de wereld zie zoals ik die nu zie, kan de waarheid niet tot mijn bewustzijn doordringen. 4Ik wil graag dat de deur achter deze wereld voor mij geopend wordt, zodat ik daarachter de wereld kan zien die een weerspiegeling is van de Liefde van God.
“Hoe kunnen we dat doen?” lijkt nu de voor de hand liggende vraag. Maar ook wanneer we deze vraag stellen, hebben we direct onze fundamentele blinde vlek gemist. Met het stellen van deze vraag hebben we namelijk al een heleboel aannames gedaan zonder dat we dit zelf gemerkt hebben. We zijn er bijvoorbeeld vanuit gegaan dat we als ikje bestaan, dat we in een situatie verkeren die niet oké is, dat we hier iets aan kunnen doen en dat we daarmee in een zogenaamde toekomst in een nieuwe situatie terecht zullen komen die ons beter gaat bevallen. Aangezien dit zogenaamd kan gaan lukken of niet, iets waar we ons bezorgd over kunnen maken, kun je al zien dat we in herhalingen vallen: 2De wereld die ik zie, houdt mijn angstwekkende zelfbeeld in stand en garandeert de voortzetting ervan. We zitten nog steeds midden in de duale droom van het worstelende ikje in een echte wereld.
Is dit dan zo erg? Volgens het ego wel. Door er weer “in te trappen” zouden we immers hardleers, stom en schuldig zijn. Maar zo is het niet. We zijn onschuldige studenten die aan het leren zijn en door de Cursus precies op het denkbeeldige niveau worden aangesproken waar we ons menen te bevinden. Voor vandaag mogen we dus, zeker als we de lessen al vaker gelezen hebben, het stof dat we er zelf op hebben laten verzamelen eraf laten blazen en ons verbazen over de heftigheid van de woorden. Laten we reikhalzend uitkijken naar de mooie lessen die gaan volgen. Welke boodschap is er vanuit de alwetende Christus-Geest, die we als Zoon van God met elkaar delen, geformuleerd in de Cursus om ons zelfs binnen onze droom te bereiken? Wat vertelt onze broeder Jezus ons vandaag en hoe gaat hij, als symbool van onze herinnering, hier komende dagen mee verder? Jezus, wat een Cursus!