Ijdele wensen (les 73)

Er zij Licht!In de werkboekles van vandaag (73) spreekt de Cursus over onze “ijdele wensen”. De ijdele wens waar we de illusie mee begonnen zijn, is de wens om afgescheiden van het geheel te zijn. Dit is natuurlijk onmogelijk en second best kiezen we er dan maar voor om ons afgescheiden te voelen. Dé manier om dit in stand te houden is het koesteren van grieven. Vanuit het standpunt van het ego, dat streeft naar dat gevoel van afscheiding, helpt het niet bepaald als we onvriendelijke andere droomfiguren direct doorzien als illusie en hen liefdevol tegemoet treden. Evenmin helpt het als wij de tempel van ons geloof in afgescheidenheid, ons lichaam, zouden zien als een nep-huis. Nee, we moeten het zeer serieus nemen en geloven dat er maar twee mogelijkheden zijn voor dit lichaam: het is ziek of gezond. Ons streven binnen de droom is dat anderen doen wat we zeggen en een lichaam dat pijnloos doet wat wij willen. Daar is niks mis mee, maar in het beste geval levert ons dit in plaats van een nachtmerrie van oorlog en pijn slechts een tijdelijke gelukkige droom op.

Laat ik een voorbeeld noemen en mijn standaardoefening, doorslaapproblemen, daarvoor gebruiken. Je kunt dit zelf vervangen door iets wat voor jou momenteel speelt zoals een ruzie met iemand of voor één of ander lichamelijk ongemak. Als ik na slechts een paar uur slaap wakker word dan voel ik me nog niet uitgerust en een beetje bezorgd over de dag die gaat komen. Het helpt dan om als het ware een stapje terug te zetten en te zien wat zich lijkt voor te doen: er is een ik(-gevoel) in onvrede met de situatie. Mijn neiging is dit te beschouwen als de beginsituatie en van hieruit aan de slag te gaan om de gewenste situatie, te weten doorslapen en uitrusten, te bewerkstelligen. Als ikje denk ik dat dit écht is wat ik wil en in zekere zin klopt dit ook. Ik wil mezelf serieus nemen omdat ik ervoor kies te geloven dat ik een lichaam ben. Anders gezegd: ik kies er onbewust voor om te geloven dat er een “ik” is die lijdt aan een ongewenste situatie, die een slachtoffer is. Daarmee koester ik onbewust de grief van slapeloosheid.

Mogelijk herken je nu een boosheid of een vorm van pijn die je zelf als grief onbewust koestert. Het is steeds terug te voeren op het hechten van geloof in afscheiding door te geloven dat je een lichaam- of een iemand bent die echt iets aangedaan kan worden. Vervolgens wil je dit gekwetste lichaam / ik-gevoel / iemand “beter” maken of zich in ieder geval wat beter te laten voelen. Deze diepe wens om een gelukkig lichaam te worden wordt geïllustreerd door de gulzigheid waarmee wij de Cursus willen interpreteren om aan te tonen dat lichamelijke gezondheid en liefdevolle relaties het hoogste doel zijn van het beoefenen van de Cursus. Dat is echter niet het geval. De Cursus wil ons helpen ontwaken tot het besef dat we, in Bijbelse termen, geest zijn en geen vlees. Anders gezegd: dat de afscheiding nooit heeft plaatsgevonden. En inderdaad, dit kan binnen de illusie als plezierige bijvangst een meer harmonieuze gelukkige droom opleveren maar dit is nooit het doel op zich. Door dit wél te verheffen als ultiem doel zijn we aanbidders van een gelukkige vorm van afgescheidenheid, niet van de eenheid. Zolang we geloof hechten aan lichamelijkheid, iedere vorm van fysieke / emotionele / spirituele afgrenzing, zullen we ons aangevallen voelen en menen iets te moeten verdedigen of behouden.

Terug naar mijn onuitgeslapen gevoel. Ik zie hoe ook ik de Cursus wil gebruiken om van het nare gevoel af te komen en in slaap te vallen waarmee ik mijn geloof in de echtheid van afgescheidenheid en lichamelijkheid illustreer. Ik heb de bemoediging nodig van les 73:

We zullen vandaag slagen als jij onthoudt dat je voor jezelf verlossing wenst. 2Je wenst Gods plan te aanvaarden omdat jij erin deelt. 3Jij hebt geen wil die zich daar werkelijk tegen kan verzetten, en je wenst dat ook niet. 4Verlossing komt jou toe. 5Boven alles wens jij de vrijheid om je te herinneren Wie jij werkelijk bent. 6Vandaag is het’ t ego dat machteloos staat tegenover jouw wil. 7Jouw wil is vrij en niets kan daarover zegevieren.

 Lees die machtige zin: Boven alles wens jij de vrijheid om je te herinneren Wie jij werkelijk bent. Halleluja! Ik ben geen lichaam, noch gezond noch slaperig noch ziek. Ik ben geen afgescheiden persoon die ruzie heeft met een ander. Ik ben de heilige Zoon van God en als zodanig heb ik een echte Wil in plaats van mijn beperkte en afscheiding-bevestigende kleine ego-wil.

4Laat dan jouw wil zich doen gelden, één met de kracht van God en verenigd met jouw Zelf.

Ik mag die kleine wil in overeenstemming brengen- en laten samenvallen met die grote Wil van het Goddelijke Geheel. Ten diepste wil ik helemaal niet de hel van de afscheiding.

3Ik wil dat er licht is. 4Duisternis is niet mijn wil.

 En dan kan dat wonder gebeuren. Het is als een soort voorbijzien aan de denkbeeldige ellende. Geen ontkenning of wegdrukken. Het is het doorzien van het onbelangrijke ervan, een wegvallen van de focus er op, en daarmee de ervaring van werkelijke vrede. Zelfs als ik nog wakker lig, pijn heb of als er nog iemand vervelend tegen me doet. De wonderlijke vrede die alle verstand te boven gaat.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s