Een onmogelijke vraag

Wat is een goede vraagZodra we het geloof in afscheiding serieus nemen ontstaat er een gevoel van gemis. Geloven in de dualiteit van ik versus de rest gaat kennelijk niet samen met een duurzame ervaring van vrede. We menen dat we iets tekort komen en dat we iets moeten zien te vinden dat dit tekort weer kan opheffen. Na zinloze omzwervingen en zoektochten in de droom wordt de vraag geboren met de volgende strekking: “hoe kan ik ontwaken?” Binnen de droomwereld zijn we gewend aan het stellen van vragen om kwesties helder te krijgen. We zoeken dan naar het juiste antwoord en we verwachten dat er ook zo’n antwoord te geven is op de vraag hoe we weer thuis kunnen komen. Na het stellen van de vraag schieten we uit de startblokken om de kwestie van het ontwaken op te lossen. Zo kunnen we de vraag voorleggen aan iemand waarvan we vermoeden dat hij of zij het wat beter begrijpt dan wijzelf. We verwachten vervolgens een logische uitleg die ons aanspreekt en waarin we onszelf kunnen vinden. Er is echter één ding wat we gewoonlijk vergeten te doen voordat we op jacht gaan naar dat ultieme antwoord. Dat is het onderzoeken van de vraag zelf. In de illusoire wereld vinden we het volkomen logisch dat we niet naar de route naar Amsterdam moeten vragen als we eigenlijk naar Rotterdam willen. We weten wat we willen en onze vraag is hiermee in overeenstemming. Waar het om dromen en ontwaken gaat ligt het wat anders. Bij het stellen van de vraag hoe we moeten ontwaken gaan we namelijk uit van een verkeerde aanname. We veronderstellen dat het bestaan van een verdwaalde persoon écht aan de orde is en dat er tevens écht een andere situatie is die deze persoon moet zien te bereiken. Wat we dus eigenlijk doen is de zogenaamde wetmatigheden uit onze droomwereld klakkeloos transplanteren op de kwestie van ontwaken.

In feite stellen we helemaal geen vraag als we ons afvragen hoe we weer in de hemel terecht kunnen komen. Wat we doen is dat we een stevige stelling poneren. We uiten iets wat we geloven. We geloven namelijk dat de afscheiding werkelijk heeft plaats gevonden, dat er een lichamelijk wezen is ontstaan en dat dit wezentje de weg kwijt is. Anders gezegd: met de vraag “hoe kom ik thuis” illustreren we ons geloof in de afscheiding en stellen we dus ook geen juiste vraag. De Cursus illustreert dit aan de hand van deze vraag met de volgende formulering: hoe heeft de afscheiding plaatsgevonden? Ook dit is geen vraag maar een statement. We verklaren eerst dat de afscheiding echt heeft plaats gevonden, wat niet waar is, en willen dan een uitleg voor iets wat niet bestaat en dus ook geen oorzaak heeft.

Terug naar dezelfde kwestie maar dan gesteld als “persoonlijke” vraag: hoe kan ik ontwaken? Deze keer schieten we niet direct uit de startblokken maar blijven we rustig stil staan bij de uitgangssituatie. Hé, ik ervaar mezelf als niet compleet en ik bespeur een leegte en een drang om hier iets aan te gaan doen. Deze leegte en drang sporen je aan om aan de slag te gaan. Dat doen we deze keer niet, we volgen niet die kleine wil. We blijven midden in die oncomfortabele aandrang stilstaan. Sterker nog, we laten het gevoel diep doordringen en rusten erin. Ongetwijfeld komen er dan gedachten naar boven. Doe ik het zo goed? Merk ik al iets? Wat gaat er dan nu gebeuren? Ook deze onrust en gretigheid kunnen we laten voor wat het is.

De Cursus vertelt ons over zaken als vergeving, verlossing, leiding van de Heilige Geest en het wonder. Hiermee komt ze ons tegemoet in onze droom. Het zijn stuk voor stuk termen die een duale ondertoon hebben. Uiteindelijk valt er niks te vergeven, is er niemand die verlost hoeft te worden, bén je al de Heilige Zoon van God en zijn wonderen niet nodig in de Hemel. Het, letterlijk, wonderbaarlijke van deze begrippen bestaat eruit dat ze weliswaar het domein van het duale niet ontstijgen maar de illusie ook niet versterken. Als we zo stilstaan bij onze honger om iets aan een situatie te fiksen dan mogen we deze kleine wil onderkennen en vervolgens ten dienste stellen van de Wil van het Geheel, God, de Liefde of hoe we het maar willen aanduiden. Noem het vertrouwen, overgave. Non-duale puristen zullen er terecht op wijzen dat er dan weer sprake is van een illusoire persoontje dat zich gaat overgeven aan een God buiten hem, maar daar mogen we mild mee omgaan.

Door te leren om die onrust en onvrede over te geven aan het Geheel, door onze eisen voor een bepaalde uitkomst te zien en te vergeven zal er vrede ervaarbaar worden. Breek je hoofd maar niet over de vraag wie er dan wat ervaart en durf maar gewoon een duaal “zachter worden” te laten gebeuren. Wij hoeven niets te doen. Het Geheel openbaart Zichzelf als we dit niet met onze kleine wil blokkeren. En die laatste denkbeeldige stap? Die zet God want er is geen wij die kunnen stappen.

 

Advertentie

Een gedachte over “Een onmogelijke vraag

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s