Schuldig?

trum poetin assadTrump beschuldigt Assad van het gebruik van gifgas. Poetin beschuldigt de rebellen die het geënsceneerd zouden hebben. De VN wil onderzoek om de schuldige te vinden. Rusland wil een ander onderzoek. Europa beschuldigt Poetin niet mee te willen werken. Trump c.s. besluiten al vast te straffen. Nu zou hij weer schuldig zijn aan optreden zonder mandaat van de VN. Enzovoort.
M’n jongste dochter vertelt me het onderwerp dat ze bedacht heeft voor haar profielwerkstuk. Ik maak me zorgen dat het niet uitvoerbaar is en probeer zo mild mogelijk mijn bedenkingen uit te leggen. Ze reageert defensief en nukkig. Nu voel ik me schuldig dat ik niet onverdeeld enthousiast gereageerd heb op haar verhaal. Maar ik vind haar ook wel schuldig dat ze zo snel, en in mijn optiek onnodig, op haar teentjes is getrapt. Ik bedoel het toch goed?
Zo gaat het maar door, onze zoektocht naar schuld in anderen en in onszelf. Wie doet het goed en wie doet het fout? Dat vinden we belangrijk. We proberen onze boosheid en woede te rechtvaardigen. Die ander is fout en wij zijn het onschuldige slachtoffer.

Het is een verslaving. We hunkeren er naar om de wereld te bezien door de bril van de schuldvraag. Soms hoor ik van medestudenten dat ze niet zo veel hebben met de begrippen zonde en schuld. Hoewel ik dat iedereen van harte toewens vraag ik me toch af of er dan wel goed gekeken is. De thematiek van de schuldvraag lijkt als kanker te woekeren in onze denkgeest. Er hoeft maar een kleinigheid te gebeuren of het circus van aanval en verdediging begint weer.

Los van de vraag wat we binnen onze droom moeten doen, hoe we moeten reageren, kunnen we leren zien wat het geloof in een schuldige ander met ons doet. We kunnen dit oefenen aan de hand van het wereldnieuws en aan de hand van dagelijkse voorvallen; het maakt niet uit. Als we goed kijken zien we steeds dat we een schuldige vinden (hetzij een ander, hetzij onszelf) en dat we dit proberen te bewijzen met een verhaal. We proberen een balans op te maken van de beschikbare bewijzen. Naar welke kant slaat de balans uiteindelijk door? Wat is de eindconclusie, de zogenaamde waarheid van wie nu de echte schuldige is?

Zodra we in de gaten krijgen dat we het schuld-spel spelen kunnen we een boeiend experiment doen. Hierbij parachuteren we de waarheid in onze droomwereld en vervolgens onderzoeken we wat dat met ons doet. Neem eens het rijtje verdachten in gedachten: Trump, Poetin, Assad, dat lastige familielid of jezelf. Zeg vervolgens iets met als strekking: lieve broeder (of zuster), je bent één Zelf met mij, verenigd met onze Schepper in dit Zelf. Jij bent totale liefde en ik ook. We zijn beide totaal schuldeloos. Ik eer jou om Wat ik ben, om Wat Hij is, die ons beiden liefheeft als Eén (vrij naar WB 95). Vervolgens kunnen we onze weerstand hiertegen opmerken. Deze weerstand is het duidelijke symbool van onze verslaving aan het schuldspel. We willen ten diepste geen onschuld zien. Waarom niet?

We blijken een verborgen agenda te hebben. Dit is ons geloof in afgescheidenheid waarbij we kiezen voor een gevoel van ik versus de rest. Voel maar eens wat een beschuldiging met je doet. Voel je de verharding, de bevestiging van de denkbeeldige grens tussen die ander en jezelf? Hoewel het schuldspel ons absoluut niet gelukkig maakt willen we de boosheid op die ander niet loslaten. Dit is wat de Cursus het koesteren van grieven noemt. Die neiging komt dus vooral aan het licht als we onszelf eens opleggen om de ander op wie we boos zijn te bezien als onschuldige en liefdevolle broeder. Kunnen we onszelf overhalen om liefdevoller te zijn?

Het is voor ons dikwijls al heel wat om te proberen liefdevoller te doen. Hier komt een woord als verdraagzaamheid om de hoek kijken. Ergens vinden we die ander zo fout als maar kan maar we zoeken naar een compromis om elkaar niet helemaal de tent uit te vechten. Kunnen we ook echter liefdevoller worden? Dan is er uiteindelijk toch goed nieuws. We hoeven niet liefdevoller te worden omdat we al vol liefde zijn. We hebben alleen onze verslaving aan schuld, het koesteren van de boosheid, in de baan van het Licht geplaatst om te genieten van onze duistere schaduw. Dit is onze neiging vanuit ons kleine illusoire zelf. Laten we kijken naar de tweede alinea van de werkboekles van vandaag (104):

  1. Vandaag halen we alle zinloze en eigengemaakte gaven weg die we legden op het heilig altaar waar Gods gaven horen. 2 Van Hem zijn de gaven die in waarheid de onze zijn. 3 Van Hem zijn de gaven die wij erfden voor er sprake was van tijd, en die nog steeds de onze zullen zijn wanneer tijd tot eeuwigheid is vergaan. 4 Van Hem zijn de gaven die nu in ons zijn, want ze zijn tijdloos. 5En we hoeven niet te wachten om erover te beschikken. 6Vandaag al behoren ze ons toe.

Gaaf hé? Als we onze verslaving hebben gezien mogen we die weghalen van het altaar in onze denkgeest. We mogen vragen herinnerd te worden aan die enige waarheid:

3Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort, en vrede en vreugde zijn mijn erfgoed.

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s