Kijk eens wat er in bewustzijn verschijnt. Dat kan van alles zijn. Natuurlijk de beelden van de zogenaamde buitenwereld. Vooral ook wat we hierover denken en de gevoelens die daar weer bij horen. Ongemerkt kabbelt dit de hele dag door en ’s nachts is het eigenlijk niet veel anders als we aan het dromen zijn.
Bij dit hele gebeuren is er iets wat we gewoonlijk als vanzelfsprekend aannemen. Dat “iets” is de overtuiging dat “ik” de dingen zie, denk, ervaar en voel. Ook als we al langer bezig zijn met de Cursus kan dit toch de grondovertuiging zijn van waaruit we leven. Als ik dit zo verwoord kan het gebeuren dat je je herinnert dat het eigenlijk anders zit en dat er geen “ik” bestaat en dat alles één is. Draai de volumeknop van die gedachtestroom even op nul en open je voor de volgende woorden.
Al die waarnemingen, sensaties, gedachten en gevoelens gebeuren gewoon als onderdeel van een geheel. Wat wij echter doen is dat we deze passanten die door het bewustzijn trekken onbewust willen gebruiken. Heel gemakkelijk ontstaat er na het voorbij komen van een passant namelijk een soort bijproduct. Noem het maar even het ik-gevoel. Eerst is er een waarneming en het bijproduct is vervolgens een ikje die iets zou zien, horen, voelen, ruiken enzovoorts. Hetzelfde met die voorbij dwarrelende gedachtes. Als bijproduct ontstaat de illusie “ik denk”. Bij gevoelens en emoties gebeurt het weer: de geboorte van een ikje dat zich blij, somber, bang, tevreden enzovoorts voelt. Dus weer de illusie van een ik-gevoel.
De Cursus legt uit dat de richting van waarnemen als het ware omgekeerd is. Wij menen dat er een buitenwereld bestaat die door een binnenwereld (het ikje) wordt waargenomen. Het is echter andersom. Dat wat we menen waar te nemen aan waarnemingen, sensaties, gedachten en gevoelens wordt vanuit eenheid geprojecteerd juist om dat echo-effect, dat bijproduct, van een ikje in het leven te roepen. Er is sprake van een verborgen intentie. Als Zoon van God vonden we het lollig om deze beelden te maken. We zijn ze echter te serieus gaan nemen en kijken nu angstig naar de droombeelden die we zelf bedacht hebben.
Als we wakker worden uit de nachtelijke dromen zoals we die allemaal wel kennen, beseffen we direct of na enkele seconden vooral één ding: oh, het was maar een droom, het is niet echt, ik heb het maar gedroomd. Hoe kunnen we ons weer herinneren dat ook ons “normale” waakleven niet meer dan een illusie is? Dat is wat lastiger omdat we aan al onze waarnemingen, sensaties, gedachten en gevoelens nu juist het gevoel ontlenen dat we bestaan als echt en stevig ikje in ruimte en tijd. De waarheid vinden we eng. Vanuit onze illusie hebben we geen benul hoe het zal zijn om tijd- en ruimteloos, één en liefde te zijn. Hoe nu verder?
Geloof hechten aan verhaaltjes over eenheid, liefde en “het afleggen van je ego” stammen allemaal vanuit de illusie zelf en dit zal ons niet helpen om wakker te worden. En hier komt de Cursus ons tegemoet als weerklank van ons wijze Zelf die nog steeds precies weet wat er aan de hand is. We kijken gewoon nogmaals naar genoemde waarnemingen, sensaties, gedachten en gevoelens maar deze keer letten we iets beter op. Kijk ontspannen en wakker hoe alles wat in bewustzijn verschijnt de illusie met zich mee brengt dat er een ikje is aan wie dit alles gebeurt. Merk als het ware telkens opnieuw de geboorte van de ik-illusie op.
De grap is dat dit een proces is en niet iets om na te streven of een truc om iets te gaan bereiken. Zelfs als gedachten oprijzen als “merk ik al iets geks?” of “ben ik er al?” kun je met een glimlach constateren dat de ik-illusie weer geboren is. Merk dat het een spelletje is dat je als Zoon van God speelt, alleen vergeet je deze keer niet om te lachen. Geef het spelletje maar een naam, bijvoorbeeld: “ik-makertje”. Vervolgens mag er van alles gebeuren in bewustzijn en zie je dat ik-makertje haast als vanzelf gebeurt en dat je steeds gelooft in de illusie van een ikje. Alles wat verschijnt is van harte welkom en draagt bij aan het grappige spelletje “ik-makertje”.
“Nu raak ik gefrustreerd!!”. Jippie, ik-makertje doet het goed. “Wanneer snap ik het nou?” Ha, ha; weer gelukt, de illusie van een vragend ikje is geboren. “Wanneer raak ik nou verlicht!?” Leuk zeg, wat een overtuigend beeld van een ikje met een einddoel is er weer gemaakt; bravo!
Zo vergeef je al je impressies, al je botsingen met zogenaamde anderen: je herkent ze als feestelijke bijdragen aan ik-makertje. Want vergeven wordt zo “teruggeven”. Op een gegeven moment is de lol er af en neem je al die special effects niet meer serieus. Je leunt ontspannen achterover met een lach. Klaar om verder te spelen, als je dat wilt.
Les 227
Dit is het heilig ogenblik van mijn bevrijding.
Vader, vandaag ben ik vrij, omdat mijn wil de Uwe is. 2Ik dacht een andere wil te maken. 3Maar al wat ik los van U gedacht heb, bestaat niet. 4En ik ben vrij, omdat ik me vergist heb en mijn eigen werkelijkheid allerminst met mijn illusies heb beroerd. 5Nu geef ik ze op en leg ze aan de voeten van de waarheid neer, opdat ze voor eeuwig uit mijn denkgeest kunnen worden weggenomen. 6Dit is het heilig ogenblik van mijn bevrijding. 7Vader, ik weet dat mijn wil één is met die van U.
En zo vinden we vandaag onze blijde terugkeer naar de Hemel die we in werkelijkheid nooit hebben verlaten. 2Op deze dag legt de Zoon van God zijn dromen neer. 3Op deze dag komt de Zoon van God weer thuis, bevrijd van zonde en met heiligheid bekleed, en met het juiste denken ten langen leste weer in hem hersteld.
Bedankt voor dit mooie beeld van het spel. Dat helpt. In de tekst staat een foutje waardoor de betekenis wezenlijk anders wordt:
Les 227 vers 7 Vader, ik weet dat mijn wil één is met ( in de tekst staat niet) die van U.
Nu weer genieten van het ik-spelletje.
LikeLike
Dank Aafke, ik heb de tekst gecorrigeerd!
LikeLike