Soms raken we gefrustreerd over onze vorderingen met de Cursus, of liever gezegd; het gebrek hieraan. We ervaren allerlei negatieve emoties en kunnen jaloers worden op broeders of zusters die gelukzalig verslag doen van wat de Cursus hen allemaal aan moois biedt. Hoe kan dat nou? We willen zo graag en doen toch echt ons uiterste best om de Cursus te begrijpen? Het voelt gewoonweg niet eerlijk!
Herkenbaar? Hoe kunnen we hier mee om gaan? Het onderkennen van deze negatieve gevoelens is een eerste en belangrijke stap. De pijn wil gevoeld worden en heeft ruimte nodig. We nemen hier zelden de tijd voor. Onze eerste reactie is om direct aan de slag te gaan om van de pijn af te komen. Dit willen we niet, hier hebben we tenslotte nooit om gevraagd. Dus gooien we alles in de strijd om ons weer lekker te gaan voelen. Vroeger beperkten we ons hierbij tot zogenaamd magische middelen die kunnen variëren van afleiding zoeken, pillen slikken tot een paar glazen wijn. Dit is niet slecht of zondig maar de kern van de kwestie bereiken we zo niet. Als Cursus student menen we de sleutel gevonden te hebben. We vragen Jezus om onze pijn weg te nemen. Dit is een uitstekende stap om mee te beginnen maar toegepast zonder enig dieper begrip van de metafysica van ons denkbeeldig bestaan werkt deze stap niet zo lang door.
We zijn dol op mensen die ons erop wijzen dat we liefde zijn en dat liefde het antwoord is. Niks is fijner dan in een lesgroep even stevig gehugged te worden door de leraar en door de andere groepsleden. Dit bedoel ik niet spottend of neerbuigend want dit is ook een heerlijke manier om je met elkaar in liefde te verbinden en te steunen. We roepen met dezelfde intentie de hulp van Jezus of van de Heilige Geest in. “Heer troost ons, wis de tranen van onze wangen en laat ons weten dat we liefde zijn!” Bij mij komt het beeld naar boven van het laatste avondmaal met die ene discipel die aan de borst van Jezus ligt.
In scholen voor zijnsontwikkeling wordt gewerkt met visualisaties waarbij een wijsheidsgestalte ons zo bemoedigt, steunt en van ons houdt. Bij mij kwam dan het beeld van moeder Maria naar boven die onvoorwaardelijk van me hield en haar liefde naar me toe straalde. Ook Jezus sprak in gelijkenissen tot zijn discipelen, een soort visualisaties avant la lettre. Toch ging Jezus destijds een stap verder. Hij legde uit dat men richting kinderen gebruik maakt van kinderlijke taal maar dat je volwassenen anders mag aanspreken. Baby’s geef je melk maar volwassenen hebben vast voedsel nodig. We mogen een tijdje ons in regressie rondwentelen in de warmte en liefde van broeders, zusters, Jezus, Heilige Geest of onze Vader. Heerlijk, ik doe het ook graag en geniet hier enorm van. Maar we mogen verder.
Want waarom ervaren we deze staat soms helemaal niet en gewoonlijk slechts tijdelijk? Waarom is het leven zo hard als we de sessie verlaten? Dan moet ik terugkomen op mijn verwijzing naar de metafysica. Want als we deze liefde niet- of niet duurzaam ervaren dan zijn we geen zielig slachtoffer van een wrede wereld. Onze frustratie overkomt ons niet maar we kiezen hier onbewust voor. Voor ons ego klinkt dit hard en wreed. We menen toch echt dat we wél liefde en warmte willen ervaren. We doen toch zo ons best? Kijk heel goed en zie in deze uitspraken en gevoelens het slachtoffer-element. We hebben er nog geen zicht op dat we deze subtiele vorm van slachtofferschap stiekem koesteren.
Hierop reageert het ego steevast met zelfbeschuldiging: “anderen zien het wel en ik ben zo stom om het niet te zien”. Stoppen hiermee, gewoon kappen. Probeer je open te stellen voor het volgende, wat bizar klinkende, gedachtenexperiment. Kijk nogmaals voor de shit waarin je meent verzeild te zijn geraakt. Ervaar je gevoelens van afgescheidenheid. Neem vervolgens 100% verantwoordelijkheid: “Ik als Zoon van God heb besloten om het spel van afscheiding te spelen. Ik wil daartoe deze negatieve gedachten en gevoelens koesteren”. Het kan een hele toer zijn om zonder schuldgevoel met totale overtuiging de zin: “ik doe dit mezelf aan” uit te spreken. Waarom zou je dit doen als Zoon van God? Omdat je het kan. Het is een spelletje, alleen vergeet je er nu even om te lachen.
Probeer het en merk dat je de angel haalt uit het slachtofferschap. Pas nu is de weg open voor echte genezing die een tijdelijke knuffelsessie overstijgt. Pas nu kun je leren dat die liefde er altijd is maar dat je deze zelf kunt blokkeren door te geloven in de echtheid van aanval, verdediging, schuld, angst en ellende. Dit hoeft niet zo te zijn! Stap volledig uit de slachtofferrol. Onderken je gekke geneigdheid om vast te houden aan negatieve verhalen en nodig hierin de liefde van de Heilige Geest uit. “Heer, ik pijnig mezelf met oordelen en vechten. Ik geef nu dit gevecht aan u en vertrouw op u. Dank u Heer dat u trouw en almachtig bent”
En dan voor alle knuffelaars, inclusief mezelf. Het is niet onze uiteindelijke roeping om in regressie te gaan en hierin te blijven hangen. Nadat mensen destijds hun zonden hadden beleden (geen morele zonden maar hun geloof in de afscheiding en de erkenning van de narigheid die dat geloof met zich meebrengt) ging Jezus hen niet op zijn rug verder dragen. Nee, hij zei: pak je bed op en wandel! Hopla, op eigen benen, nu als broeder van Jezus. Neem de verantwoordelijkheid voor het opnieuw koesteren van nare gevoelens en lach telkens weer als je deze grieven door de liefde laat wegschijnen. Door de liefde die je bent. En dan; onze heerlijke opdracht. Wees het licht der wereld, gaat uit en maakt alle volkeren mijn discipel. Dat is geen verspreiding van een oppervlakkig geloof maar het voorleven van de kracht van liefde midden in onze droomwereld. En potverdorie, wat heeft deze wereld toch lichtpunten nodig!