Het is mogelijk besef te krijgen van je onkwetsbaarheid als Zoon van God. Wat komt er bij je op als je dit leest? Kan het zo zijn dat er weliswaar iets van hoop opgloeit maar dat dit direct gekoppeld is aan de gedachte “maar dat is voor mij nog wel een eindje weg hoor?”. Lees dan verder, misschien is het veel dichter bij dan je denkt.
De meeste van ons zijn vertrouwd met de Cursus-uitspraak: “Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie (WB31)”. De reikwijdte hiervan kan zich eindeloos verdiepen en is de bron van onze hoop. In eerste instantie spelen we een beetje verstandelijk met de uitspraak dat we geen slachtoffer zijn van omstandigheden en dan worden we direct geconfronteerd met een standaard truc van onze duale manier van kijken (ons ego) die ons dan natuurlijk wijsmaakt dat wanneer we geen slachtoffer zijn automatisch dus dader zijn. Wat hebben slachtoffer en dader met elkaar gemeen? Ze zijn allebei onlosmakelijk verbonden met het duale gedachtengoed waar we zo graag mee spelen. Ga maar na: zowel als slachtoffer maar ook als dader voel je afgescheiden van het grote geheel. Mogelijk zet je het duale slachtoffergevoel overboord maar vervang je het direct door het duale dader-gevoel: wat ben ik stom (schuldig) dat ik alles mezelf aandoe. Dit kan weer naadloos overgaan in een slachtoffer-gevoel: maar ik weet toch echt niet hoe ik hiermee moet stoppen..
Wat te doen? Laat ik het illustreren met een voorbeeldje. Ik heb te leren omgaan met NAH, niet aangeboren hersenletsel. Eén van de gevolgen ervan is dat ik me ongeveer één uur kan concentreren op ingewikkelde informatie. Binnenkort moet m’n jongste dochter haar natuurkunde (PWS-) werkstuk op de middelbare school presenteren en de ouders mogen als publiek aanwezig zijn. Ik vind dit super leuk maar het programma duurt 2 uur; er zijn natuurlijk verschillende presentaties. Voor mij is dit teveel dus, afhankelijk van de indeling van de sprekers, moet ik eerder weg of later komen. Dat vind ik naar en vervelend richting andere leerlingen en ouders. Zo van “nou, het gaat om de presentatie van mijn kind en de rest zakt er maar in!” Ik heb nu te maken met een vorm van anticipatie angst en zoek naar oplossingen. Zal ik de leraar die het begeleidt de situatie uitleggen? Moet ik me kort met redenen excuseren als ik eerder wegga of later binnenkom? Maar ik houd er niet van om met zo’n “zielig” verhaal te komen. Moet ik me er gewoon niks van aantrekken wat andere ervan vinden? Ook weer zo bot. Hé getver; dat snerthoofd ook!
Langs deze lijn gedacht zit ik nu dus al wat bezorgd te piekeren over een nare situatie die “me gaat overkomen” (slachtofferrol). Ik heb hier niet omgevraagd: noch om die NAH noch om deze vervelende gevolgen. Het ego wil, zoals uitgelegd, nu het traject inslaan van “kennelijk heb je hier toch allemaal om gevraagd, sukkel”. Maar die kennen we. Er is vergeving nodig. In m’n vorige blog (need to know!) beschreef ik de affirmatie-benadering. Zo zou ik mezelf eraan kunnen herinneren dat ik niet een gebrekkig lichaam ben met beperkingen maar een onbegrensde Zoon van God. Dat is zeker wáár en het voelt even lekker. Ook als ik nare reacties zou krijgen zou ik mezelf zo kunnen troosten. Laat ze maar kletsen joh; je bent geliefde door je Vader. Maar in genoemde blog gaf ik ook aan dat we verder mogen gaan dat een warm troostbadje. We hebben de gelegenheid om veel meer in onze kracht te gaan staan dan ons slechts even te laten vertroetelen door de liefde.
Als Zoon van God heb ik een machtige keuze te maken. Dat hele denkbeeldige scenario bestaat niet. Het is een bouwwerk van mijn aanvalsgedachten. Nu, anderhalve week voor de presentaties, kies ik als Zoon van God ervoor om een gedachtenconstruct te geloven van een zwak ventje met NAH dat bedreigd kan worden. Waartoe zou ik dit doen als onkwetsbare Zoon van God? Om het spel van afscheiding te spelen! Het is de door mij als Zoon van God gekozen truc om angst te ervaren in een illusoire duale droom. Ik kan ervoor kiezen deze droombeelden te geloven en ze te maken tot denkbeeldige oorzaak van gevolgen op zielige Simon. Of ik kan het mechanisme doorzien en me verbazen en verheugen. Wat een bizar spel verkies ik toch steeds weer om te spelen? Ik lijk er wel aan verslaafd zeg, want hoewel ik het nu zie gebeuren voelt het haast ongepast om me geen zorgen te maken en het gewoon los te laten. Mag dit wel zomaar? Het voelt een beetje eng en grenzeloos, alsof “ik” een beetje verdwijnt. Altijd heb ik mijn ervaringsdeskundige, mijn oudere broer, in de buurt. Hé Jezus, broer, jij hebt dit ook allemaal meegemaakt. Is dit wat je wilde laten zien toen je weigerde de soldaten als daders van je kruisiging te zien? Wij zijn toch het Zelfde? We zijn toch als Christus verbonden met elkaar? Wow hé, dan wil ik die liefdevolle Christus-blik met je delen in deze kwestie. Laat me kijken door jouw Christus ogen. Jezus man, wat een mooie keuze bied je me!
WB 26: Mijn aanvalsgedachten zijn een aanval op mijn onkwetsbaarheid
JA MOOI, wat ik ook wel doe in dat soort situaties van vooraf zorgen maken= ik weet helemaal niet wat er zal gebeuren en laat de uitkomst over aan God-ik geef de hele situatie over aan God.
dat doe ik bv als ik iets meegemaakt heb in n danscafe , kan ook elders zijn en mijn vorgaande ervaring laat bepalen wat er mogelijk weer kan gebeuren.
totdat ik besluit bv die iedereen mijn vriend is en ik geen bal weet wat er zal gebeuren, maar wel dat ik mijn houding kan veranderen, harte groet Antonetta
LikeLike