De volromige Cursus

romige kaas

In de Cursus corrigeert Jezus het duale Godsbeeld: er is geen God los van jou en er zijn geen anderen los van jou. God, jij en anderen zijn als eenheid met elkaar verbonden. Vanuit ons gezichtspunt, dus vanuit geloof in afscheiding, kunnen we dit niet begrijpen. Er is in ons verstandelijke, kleine denken vrijwel geen ruimte voor een mysterie. Na het lezen van de Cursus concluderen we met dit kleine verstand eerst terecht dat alles één is maar we kunnen niet begrijpen dat er in eenheid toch ruimte is voor differentiatie en onderscheid die ons verstand te boven gaan. Wij associëren immers deze begrippen met grenzen en we weten dat in eenheid geen sprake kan zijn van grenzen. Zaak gesloten.

Dus gaan we verder en we menen nu dat dat die eenheid betekent dat God en anderen slechts denkbeelden zijn in onze denkgeest. Ze worden teruggebracht tot projecties. Vervolgens menen we dat het wonder bestaat uit het doorzien van deze projecties. Het wonder wordt, langs deze lijnen gedacht, uitsluitend een correctie van onze perceptie. Stiekem hebben we onszelf uitgeroepen tot het centrum van het universum alles wat om ons heen lijkt te gebeuren bestempelen we hierbij als een illusie die gecorrigeerd moet worden zodat we lekker vredig op de bank om ons heen kunnen kijken naar de film in onze denkgeest.

Vanuit deze eenzijdige blik op de Cursus, alles is één en als dit niet zo lijkt is correctie van perceptie nodig, kunnen we wat verstoord raken als medestudenten nog praten over wonderen die ze via de Heilige Geest of via anderen mochten ontvangen. Dit riekt immers naar geloof in dualiteit en daar moeten we toch afstand van nemen. Vanuit deze visie bemoeit God zich niet met de wereld, is de Heilige Geest een tijdelijk symbool in onze denkgeest en zijn anderen slechts figuranten in onze droom. De Cursus wordt samengeperst tot theorie waarbij wij een soort zwart gat zijn waarin alle vreugdevolle uitingen dienen te verdwijnen. Vanuit deze theorie klinkt dan “de wereld bestaat niet” en “als we handelend optreden in de wereld dan nemen we de illusie serieus”. Helaas is deze zienswijze versterkt door de manier waarop de grote leraar en geliefde broeder Ken Wapnick zaken geformuleerd heeft, wellicht bedoeld ter correctie van een te duale zienswijze.

En ja; heel vaak ziet Ken het haarscherp hoe we weer gefopt worden door ons ego als we God, Heilige Geest en anderen als afgescheiden van onszelf zien en van hen gunsten verwachten om onze ego-behoeften te bevredigen. Maar nee, het ontbreken van grenzen wil niet zeggen dat de schepping een platgeslagen pannenkoek is. Vanuit de logica van ons beperkte verstand hebben we de creativiteit van de schepping uit het oog verloren. Deze creativiteit is terug te brengen tot het genoemde, wonderlijke mysterie:

God kan een oneindig rijke veelheid scheppen die tóch één is.

Onze eenzijdige focus op het corrigeren van onze perceptie dient correctie of, milder gezegd, aanvulling. Het is belangrijk dat we geen grenzen zien maar het is onnodig en een verarming om daarmee de wonderlijke verscheidenheid te ontkennen. Dus:

  • God is niet buiten ons, wij zijn één met God, maar God is niet hetzelfde als wij
  • De Heilige Geest, als schepping van God, staat niet los van God en los van ons maar is geen projectie van ons of een soort symbool.
  • Andere Zonen van God staan niet los van ons, we zijn innig en in eenheid met elkaar verbonden, en zijn geen fantasieën van onze denkgeest.

Dus, mysterieus genoeg:

Ja; we zijn, net als de Heilige Geest en onze broeders, scheppingen van God; innig en onbegrensd verbonden met Hem, met de Heilige Geest en met onze broeders.
Nee; God, Heilige Geest en anderen zijn geen projecties van ons (tenzij we begrenzingen projecteren).

Nu pas kan er sprake zijn van het wonder in de volledige betekenis van het woord. Daarbij is zowel sprake van correctie van onze projectie (opheffen van geloof in afgescheidenheid) als van het aanbieden van wonderen. Hierbij stroomt liefde door ons een, zelfs in de vormen van de wereld, ten behoeve van broeders en zusters om hun onze innige verbondenheid te laten zien. Hierbij kunnen door de Heilige Geest wonderlijke dingen gebeuren die ons en anderen de liefde demonstreren die we zijn. Liefde kan nu scheppend en creatief uitstromen en genezing brengen aan alle verwarde denkgeesten. We worden niet opgeroepen om vanaf onze onderrug 24/7 uitsluitend onze verkeerde percepties te corrigeren maar om op te staan en de liefde scheppend te laten stromen door heel de wereld. Dit is de betekenis van geven en ontvangen zijn in waarheid één.

We kunnen verbaasd zijn dat wonderen niet alleen optreden als onze perceptie gecorrigeerd wordt maar tevens dat wonderen als het ware “aan ons gedaan” kunnen worden als uiting van- en oproep tot liefde. Lees de biografie van Helen Schucman en lees welke betekenis Jezus aan het wonder geeft. Deze betekenis is veel ruimer dan de soms wat ik-gerichte correctie van perceptie. In de werking van de Heilige Geest en in het aanbieden van wonderen herkennen we gemakkelijk de Jezus uit het Nieuwe Testament die mensen uitlegde dat ze niet zondig waren en de kracht van de genezen denkgeest demonstreerde door deze zichtbaar te maken in veranderingen in (droom-)lichamen.

Voor mij voelt de eenzijdige focus op correctie van perceptie als magere kaas; ik proef wel een beetje kaas maar echt lekker vind ik het niet. Zodra er ruimte komt voor het wonder van het mysterie (“onderscheiden” scheppingen die toch grenzeloos één zijn) dan proef ik de volromige 50+ kaas en komt er weer sjeu in de Cursus. We zijn geen corrigerende leraren maar creatieve feestgangers.

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s