Ik wil me beter voelen

Is dat niet wat we willen, ons simpelweg wat beter voelen? Dekt dit niet de lading van veel van onze wensen? We willen bijvoorbeeld af van de pijn in ons lichaam, van onze bezorgdheid en angst, van de problemen met dierbaren, van de financiële problemen en ga zo maar door. En is dit niet dikwijls de reden dat we met de Cursus bezig zijn? Deze stelt ons mooie zaken in het vooruitzicht zoals geluk, liefde, vrede en verbondenheid. Dat lijkt ons heerlijk en daar gaan we voor.

En dit is totaal oké en vermoedelijk de reden waarom de meesten van ons begonnen zijn met deze leerweg. In het Nieuwe Testament lezen we dat de mensen om twee redenen naar Jezus toe kwamen: om te luisteren naar zijn wijze woorden en om zich te laten genezen van hun lichamelijke kwalen. Jezus predikte dat het Koninkrijk der hemelen reeds was gekomen en onder hen was en tevens genas hij melaatsen, blinden, doven en kreupelen.

Wij geloven in de echtheid van alle ellende die ons lijkt te overkomen. We identificeren ons nog grotendeels met ons lichaam en daaronder versta ik dan niet alleen ons fysieke lichaam maar ook ons gevoels- en emotionele lichaam. Anders gezegd: we voelen ons een afgescheiden entiteit die lijdt aan de ellende van de wereld. Dit geloof, deze aanname dat er grenzen bestaan tussen mijn zelf en de wereld, wordt in de Bijbel omschreven als “leven vanuit het vlees”. Ik meen dat het apostel Paulus was die sprak over leven uit het vlees of leven vanuit de geest.

In ons verlangen naar lichamelijke genezing, in de meest ruime zin van het woord, blijven we uitgaan van de echtheid van ons beperkte en afgescheiden lichamelijke bestaan. We menen dat we een ziek of anderszins verstoord lichaam zijn en we willen graag een gezond en pijnloos lichaam worden. Daartoe pakken we de Cursus en daartoe willen we genezing. En nu wordt het heel subtiel en gaat het ego zich stevig roeren omdat het terecht nattigheid voelt. Het reageert nu namelijk direct met de volgende tegenvraag:

“Aha, moeten we dan onze ellende maar dragen en niet langer streven naar lichamelijke genezing?

Het is belangrijk om te zien dat dit geen vraag is maar een herhaling van ons geloof in onze lichamelijke identiteit. Het is een stelling en geen vraag. De stelling is namelijk: “Ik lijd echt en mag niet zeuren”. Maar zo is het niet. Het is allemaal een kwestie van focus. Bij geloof in onze afgescheidenheid focussen we op ons lichaam en willen dat dit verandert van ziek naar gezond. Maar dit is niet wat Jezus ons kwam vertellen, noch in de Bijbel noch in de Cursus. Zo geeft Jezus ons in de werkboekles van vandaag (97) deze drie woorden: “Ik ben geest”. Dit is wat anders dan: “Ik ben geen ziek lichaam maar een gezond lichaam”. Met die hele gezond-lichaam versus ziek-lichaam discussie blijf je ronddolen in de dualiteit, in het vlees, het zijn twee kanten van dezelfde droommedaille. Maar deze hele vleselijke en vreselijke droomwereld is slechts het onbelangrijke effect van een echt belangrijke oorzaak: een ongenezen denkgeest.

Je bent geest, altijd al geweest en zo zal je eeuwig zijn. Er is helemaal geen tijd in de hemel. Je bent heel, vrede, onbegrensd, liefdevol geluk. Je verkoos echter om je afgescheiden te voelen en dat deed je door de fabel van een ziek lichaam versus een gezond lichaam te bedenken. Er is dus een reden waarom we willen geloven in deze duale ellende; we willen ons afgescheiden voelen en dat lukt het beste door te geloven in conflicten, ziekte, pijn en dood. Maar hoe kunnen we hiervan ontwaken?

Weer even het ego aan het woord. Dat stelt dat we onze pijn dan maar moeten ontkennen en de wereld vlotjes moeten afdoen als een illusie. Dit kan echter nog steeds voortkomen uit geloof in dezelfde illusie; we ontkennen de pijn om van de pijn af te komen. Maar in de meest verbeten ontkenning schuilt de grootste erkenning van de zogenaamde echtheid van de ellende.
Wees daarom liever geduldig en liefdevol jegens jezelf en jegens anderen die geloven in de echtheid van lichamelijk lijden. “Belijd je zonden”, zo heet het in de Bijbel. Dit wil niets anders zeggen dan “geef toe dat je gelooft in de echtheid van de afscheiding, in de echtheid van je lichamelijkheid, in de echtheid van de pijn”. Vecht hier niet tegen, schaam je er niet voor, voel je niet stom en schuldig. Dat is namelijk voedsel voor het ego. Ontken de pijn en je geloof niet maar parkeer het voorlopig liefdevol in een hoekje. Besef dat echte genezing nodig is in de denkgeest die is gaan geloven in lichamelijkheid. Zie de pijn en ellende als afgoden die je gek genoeg aanbidt met als doel om je afgescheiden te blijven voelen. Weet je waar deze afgoden echt van balen? Als je hen glimlachend voorbij loopt op weg naar het licht je wendt tot de ene echte God, onze liefdevolle Vader. Je geloof in de kracht van liefde zal je echt genezen. Vrees niet wat er op lichamelijk droomniveau kan gebeuren als je je zieke denkgeest laat genezen door de liefde. Als de oorzaak (geloof in lichamelijke afscheiding) geneest kan het zo maar gebeuren dat je geen behoefte meer voelt om het tegendeel te geloven. De wonderen zijn ook de droomwereld nog niet uit maar zijn een eventueel gevolg en geen doel op zich. Luister aandachtig en dankbaar naar de volgende woorden uit WB 97:

Geest ben ik, een heilige Zoon van God, vrij van alle beperking, veilig, genezen en heel, vrij te vergeven, en vrij de wereld te verlossen.

Advertentie

Een gedachte over “Ik wil me beter voelen

  1. Anneke

    Dank je wel! Heel helder uitgelegd en precies wat ik nodig heb. Waarschijnlijk ga ik dit voor mijn cursusgroep hier in Duitsland vertalen. (Mag dat?)

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s