Het ontmenselijken van Jezus

Een Cursus in Wonderen (ECIW) corrigeert onze identificatie met ons lichaam. Als wij denken uitsluitend een afgescheiden en begrensd lichaam te zijn dan doen we onze ware natuur te kort en zijn we verward. We hoeven maar om ons heen te kijken om te zien waartoe de verheerlijking van ons kleine zelf leidt: het wordt dan ieder voor zich en uitbuiten van elkaar en van de fysieke wereld. Het gevoel voor verbondenheid verdwijnt en daarmee voelen we ons alleen en angstig. ECIW en Een Cursus in Liefde (ECIL) willen ons helpen ons te herinneren dat we mysterieuze wezens zijn waarin het onmogelijke toch gebeurt: differentiatie in verbondenheid, ja, in eenheid.

ECIW leert ons over die wonderlijke drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Het spreekt over Zonen van God, jawel, meervoud. Het spreekt over een Scheppende God die vanuit eenheid creëert. Wij zouden stil moeten worden van deze woorden en moeten erkennen dat we ze met ons begrensde verstand niet begrijpen. Verwondering zou op zijn plaats zijn hier. “Ik meen afgescheiden mensen te zien en me te verhouden tot een oordelende God maar nu hoor ik dat ik één ben met mijn broeders en met mijn Vader. Zo ervaar ik het nog niet maar deze wonderlijke ervaring is volgens ECIW wél mogelijk.” Via ware vergeving van ons afgescheiden beeld van onze broeders en van God mogen we onszelf ontdekken als Zoon van God.

In Advaita kringen, een ander non-duaal leersysteem, wordt aangegeven dat Zijn de oorsprong én alles is. Ook hier dat wonderlijke dat voor Bewustzijn een soort differentiatie nodig is binnen Zijn. Er moet een schijnonderscheid komen tussen subject en object, er kan geen kenner zijn zonder het gekende en omgekeerd. Dus ook hier dat mysterie in iets andere terminologie. ECIL spreekt ook over het wonder dat God moet scheppen om zichzelf te kennen. God kent zichzelf als scheppende liefde in Zijn kinderen en omgekeerd. Wij als kinderen van God doen iets soortgelijks middels de fysieke wereld. We projecteren deze om onszelf te kennen, om iets ervaarbaars te hebben.

We zijn dus in feite wonderlijk één met ons maaksel, de fysieke wereld, en ervaren dat we bestaan middels lichaamsbewustzijn dat oprijst vanuit onze lichamelijkheid. God is Zich van Zichzelf bewust middels Zijn scheppingen en wij zijn ons van onszelf bewust middels onze gemaakte fysieke lichamen in een fysieke wereld. Maar ondertussen zijn we nog tevens scheppingen en kinderen van onze Vader, met Hem verbonden in wonderlijke eenheid. God verliest zijn eenheid niet door ons te scheppen en wij verliezen onze eenheid niet door te kiezen voor de ervaring van lichamelijkheid. Punt is dat wij nog uitsluitend bewustzijn van onze lichamelijke ervaringen en vergeten zijn dat we deze vanuit eenheid zelf gemaakt hebben. Deze lichamelijke ervaringen maken ons menselijk maar onze verbondenheid met onze Vader maakt ons Goddelijk.

Jezus herinnerde zich dat hij zowel Goddelijk was als menselijk. Anders gezegd; hij realiseerde zich zijn Christus-natuur: volledig God, volledig mens. Hij deelde onze smarten, dus hij ervoer lichamelijke sensaties als dorst, verdriet en pijn. Maar hij aanbad deze niet als afgoden waarvoor hij het besef van zijn goddelijkheid wilde opgeven. “De mens leeft niet van brood alleen. Al zou je alle rijkdom hebben van de aarde maar geen besef van de hemel, wie ben je dan?” En uiteindelijk sterft zijn lichaam een pijnlijke kruisdood, verraden door zijn vrienden.

Ik keek eergisteren naar de Passion met mijn jongste dochter van 17. Zij heeft niet veel met klassiek Christelijk geloof maar geniet wel van de muziek en de sfeer van de Passion. Ik geniet van ons ontspannen samenzijn zo voor de tv. “Raar hé pap, zo’n mensenmassa. Duizenden verschillende mensen en toch een soort eenheid. Dit ervaar ik ook tijdens de concerten waar in naar toe ga”. Dank u Heilige Geest voor deze woorden gesproken door mijn lieve dochter. Want zo is het; we zijn uniek en verbonden, tegelijkertijd. Een mysterie.

Binnen ECIW kunnen we nogal eens doorslaan. Alles moet terug geredeneerd worden tot de absolute eenheid, tot God, tot Zijn. Er is een soort sharia die elke afwijking hiervan wil corrigeren. Een vorm van absolute eenheid die geen ruimte laat voor schepping. God mag geen Vader meer zijn, wij moeten anderen zien als onze projectie, God mag niets meer weten van de wereld en wij mogen ons er ook niet mee bemoeien want dan trappen we in een duale valkuil. We moeten alles wat gebeurt weglachen als een rare droom. De sharia-politie heeft alle wapens in handen. Alle uitgaande communicatielijnen moeten worden doorgesneden: je bent één, alles is een droom, er zijn geen anderen, niets is echt, de wereld een grote illusie. Zo wordt ook naar Jezus gekeken. Hij mag niet langer boos de handelaren uit de tempel jagen, hij mag zich niet langer verraden voelen, hij mag zich niet verlaten voelen, hij mag helaas niet meer onze broeder in menselijkheid zijn.

Maar dat was hij wel. Hij stond naast ons met zijn voeten in de modder. Waarlijk mens. Maar geen mens die zich liet foppen door te geloven in afgescheidenheid. Telkens weer weigerde hij om de band met zijn broeders en met zijn vader te vergeten. Hij bleef zijn liefde laten stromen naar broeders die hem verrieden, naar de soldaat die hem aan het kruis sloeg. Wij hoeven Jezus zijn menselijkheid en zijn menselijke ervaringen niet af te pakken om hem ergens tegen te beschermen. We hoeven niet te geloven in een toneelspeler die geen centje pijn had toen hij werd gekruisigd. Hij was mens zoals jij en ik.

Maar.. Het Goddelijke maar. Hij hield zich vast aan de Liefde voor Vader en Broeders. Neem het hen niet kwalijk, ze weten niet wat ze doen. In Uw handen beveel ik mijn geest. Hij liet ons de Christus zien die we zijn. In ECIL heet dit: the elevated form of Self. Ook in onze menselijke pijn zien we dat deze ons wil doen geloven dat we een afgescheiden lichaam zijn. We willen er tegen strijden, vechten en ervan afkomen omdat we denken dat deze echt is en ons kan doden. Jezus liet ons zien dat dit niet zo is. Ondanks pijn geloofde hij niet dat hij een lichaam was. Ondanks verraad geloofde hij niet dat hij afgescheiden kon zijn van zijn broeders. Ondanks zijn ogenschijnlijke hopeloze toestand aan het kruis hief hij zijn ogen op en zei: “Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest”. Jezus ontwaakte uit de menselijke droom van leven en dood. Hij komt naast ons staan in al zijn menselijkheid om ons te herinneren aan onze Goddelijkheid; wij zijn Christus. Wat een broeder, wat een boodschap van hoop, wat een zegen!

WB 110: Ik ben zoals God mij geschapen heeft.

  1. Het idee van vandaag zullen we van tijd tot tijd herhalen. 2Want deze ene gedachte volstaat om jou en de wereld te verlossen, als je geloofde dat ze waar is. 3Haar waarheid zou betekenen dat jij in jezelf geen veranderingen hebt aangebracht die werkelijkheid bezitten, noch het universum veranderd hebt zodat wat God geschapen heeft, vervangen werd door angst en kwaad, ellende en dood. 4Als jij blijft zoals God jou geschapen heeft, heeft angst geen betekenis, is kwaad niet werkelijk en bestaan dood en ellende niet.
Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s