We menen dat we aandacht geven aan wat zich aan ons voordoet. Toch? Zoals zo vaak stelt de Cursus dat het net omgekeerd is: wat zich aan ons voordoet is waar we voor gekozen hebben om aandacht aan te geven. Best vreemd. Wij denken dat het nare gedrag van iemand ons behoorlijk in beslag kan nemen. Waarom doet die vrouw zo afstandelijk? Heb ik iets verkeerd gedaan? Heeft ze geen zin meer in contact met mij? Is onze relatie dan niet meer belangrijk voor haar? Als ze zo blijft doen dan bekijkt ze het maar en heb ik ook geen zin meer om nog in onze relatie te investeren! We ervaren afstand en boosheid. We zeggen dan bijvoorbeeld dat die ander ons flink irriteert of op de zenuwen werkt.
Ondertussen weten we wel wat de Cursus ons probeert wijs te maken: die ander is een totaal schuldeloos kind van God. Zo’n standpunt kunnen we makkelijk onderschrijven als er geen kwesties spelen in ons leven maar zo simpel is het toch niet met dit mens. Ik ben ook niet de enige die dit vind, anderen hebben ook moeite met haar. Het ligt dus echt niet aan mij.
En ook dat klopt. Die vrouw is schuldeloos en jij bent dat ook. Wij kiezen er echter voor om het schuld-spel te spelen. Er moet iemand schuldig zijn en ons verdiende oordeel ondergaan. Jezus leert ons echter dat wij ervoor kiezen ons te focussen op zonde en schuld. Wij zijn geen slachtoffer van de grillen van een ander. Voor ons is dit in eerste instantie onzin. Er moet iemand fout zijn; hetzij die ander of ik. Zeker als die ander iets daadwerkelijk heeft gedaan wat echt niet kan. Het kost weinig moeite om voorbeelden te bedenken variërend van uitschelden, via een rake klap tot verkrachting en moord. Hier is toch zeker duidelijk sprake van schuld? Dit is toch niet slechts een kwestie dat ik iemand niet zo graag mag? Die ander heeft duidelijk iets verkeerds gedaan.
Gezien vanuit ons alledaagse droomniveau klopt dit. En laten we op dit niveau vooral normaal blijven doen. Het ego houdt van uitersten en wil na zo’n uiteenzetting graag verontwaardigd uitroepen dat het belachelijk is dat alles “maar moet kunnen”. Wat als het jouw kind of partner betreft? Dan piep je wel anders!
Terug naar de Cursus. Deze leert ons dat wij ervoor gekozen hebben om onze focus te richten op zonde en op schuld. Wij hebben een intentie, een verborgen agenda, een blinde vlek. We zijn namelijk verslaafd aan het ik-versus-de-ander gevoel. We hunkeren naar de illusie van afscheiding. Vanuit de eenheid, onze ware staat, wilden we ons los-denken. We wilden ons een afgescheiden zelf voelen en niet langer dat Zelf dat in eenheid verbonden is met onze Vader en met onze broeders. Deze oer-vergissing geeft ons een gevoel van oerschuld. Ook deze zijn we ons niet bewust, dat vinden we veel te heftig. Dat diepe schuldgevoel moet de denkgeest uit, dus projecteren we anderen. We projecteren geen andere broeders met wie we wonderlijk verbonden zijn in eenheid. Nee, we projecteren van ons gescheiden anderen, zondige anderen, schuldige anderen.
We projecteren lichamen, van onszelf en van anderen, die aangevallen kunnen worden. Je voelt je namelijk super afgescheiden als je kwetsbaar bent en aangevallen kunt worden. Aangevallen door anderen of door ziekte, dat doet er niet toe. Als we maar kwetsbaar zijn, slachtoffer, sterfelijk. Alles wat we menen te zien, wat onze focus heeft, schreeuwt het uit: je bent afgescheiden, kwetsbaar, sterfelijk. Die vrouw die je afstandelijk bejegent. Die lichamelijke klacht waar je zo lang last van hebt. Tot aan de koelkast die kapot gaat. Wat hebben al deze zaken met elkaar gemeen? Ze overkomen jou, jij bent de dupe. Dit horen we liever niet. We willen toch juist niet de dupe zijn? We willen toch juist goede relaties, een gezond lichaam en een goed werkende koelkast? En precies hierin zit onze blinde vlek, onze weerstand.
Moet je dit zomaar geloven van me. Nee hoor. Je kunt iets van die weerstand heel makkelijk direct ervaren. Neem maar eens iemand in gedachten met wie het momenteel niet zo botert. Dooorvoel je gevoelens en zeg dan eens tegen jezelf: “jij bent liefde, net als ik”. Bam, merk je die weerstand? Je vindt die ander helemaal geen liefde, je vindt haar schuldig. Nu is het tijd om te glimlachen. Wil je iets van de vrede ervaren, van de liefde die je bent? Verschuif dan je aandacht bewust naar de werkelijkheid. Lees werkboekles 181, die gaat hierover. Er staat:
Dit is niet wat ik wil zien. Ik vertrouw mijn broeders, zij zijn één met mij”.
Er wordt ons in deze les een sleutel aangereikt. Een machtige oplossing voor ons gevoel van slachtofferschap. Dit is vergeving. Dit is het middel om de ego-gewoonte te doorbreken en je focus te verleggen van oordeel op liefde. Alles in ons kleine zelf begint te sputteren en te protesteren. Het is aandoenlijk om te zien. Maar richt je op de liefde. Ze is middel en doel wat dus wil zeggen dat er maar één manier is om te ervaren dat je liefde bent: door liefde te geven. Amen.