We zijn bezig om erachter te komen waarom bidden om lichamelijke genezing gelijk staat aan dweilen met de kraan open. Hiertoe zijn we afgelopen dagen de metafysica van ECIW ingedoken waarbij we zagen dat vanuit een oneindige denkgeest gekozen hebben om onszelf te foppen en te fantaseren over lichamelijke afgescheidenheid. Om deze fantasie zo echt mogelijk te maken moesten we vergeten dat we onszelf nooit los kunnen denken van onze Goddelijke Bron, onze Vader, de eindeloze Liefde die we als Zijn Zoon eigenlijk zijn. We eindigden met dat lastig herkenbare begrip “schuld”. Onbewust geloven we dat we iets slechts gedaan hebben door ons zo los te denken van onze bron.
Een klein stapje terug nu. Hoe kunnen we onszelf zo goed mogelijk foppen als oneindig wezen wanneer we afgescheidenheid willen ervaren? Ik noem een paar manieren en wil je vragen of je kunt voelen hoe geloof hierin resulteert in een soort verkramping, een spanning, een geloof in “op jezelf te staan”. Je meent dus na de denkbeeldige afscheiding dat je een lichaam bent dat zich beweegt in ruimte en tijd. Wat gebeurt er van binnen wanneer:
- Je bang bent voor iets buiten jezelf?
- Je boos bent op iemand anders of zelfs op jezelf?
- Je jezelf schaamt?
- Je pijn en lijden ervaart?
Kun je het voelen? Kun je voelen dat je veroordeling van iemand anders of van jezelf resulteert in een verharding van je binnenste? Dat dit je illusie van afscheiding bevestigt? Voel je dat angst, schaamte, pijn en lijden hetzelfde effect hebben? En nu volgt een belangrijke clou die we vanuit ons droomperspectief zo snel missen. Wij denken altijd dat anderen ons boos of bang maken en dat pijn, ellende en ziekte ons van buitenaf overkomen. Maar ECIW leert ons dat het 180 graden omgekeerd is. Wij projecteren ruimte, tijd, een buitenwereld, nare anderen en ellende die ons overkomt juist met als reden om ons gevoel van afscheiding te versterken. Anders gezegd: wij kiezen onbewust voor ellende om ons extra afgescheiden te voelen. We willen, gek genoeg, een hulpeloos slachtoffer van de omstandigheden zijn om het gevoel van afscheiding te versterken.
En omdat we ook nog eens last hebben van een verborgen schuldgevoel (we zouden gerebelleerd hebben tegen de eenheid, tegen onze Vader) neigen we al helemaal sterk naar het maken van nare projecties die ons de straf lijken te geven waarvan we denken dat we deze verdienen. Dus ziekte, pijn, rampen, ellende en uiteindelijk de dood projecteren we om ons super afgescheiden, fout en kwetsbaar te voelen. Dit is een diepe boodschap van het Tekstboek van ECIW die ons werkelijk verder kan helpen op onze leerweg. Voor vandaag wil ik eindigen met twee tegenwerpingen die ons ego nu graag naar voren brengt:
- “Pfff, ik vind dit veel te ingewikkeld. Als ik problemen ervaar dan vraag ik gewoon de HG om me te helpen”. Maar als je niet ziet dat je die problemen ten diepste gewenst hebt om jezelf afgescheiden te voelen en te straffen dan kan de HG niks voor je doen. Vergeet niet dat de HG (Jezus) je ook het Tekstboek gegeven heeft, juist met als doel om je waarlijk te helpen en te laten stoppen met het vasthouden aan onzinnige en onnodige projecties.
- “Oh, is het nu allemaal mijn eigen schuld wat me allemaal overkomt. Dat vind ik een harteloze boodschap!”. Dit is een hele listige truc van het ego. Heel de boodschap van ECIW is erop gericht om ons te leren dat er geen “eigen” schuld bestaat. Dat “eigen” duidt op geloof in een afgescheiden zelf dat daadwerkelijk iets fout gedaan zou kunnen hebben. En dat is nu juist niet Het is weer volledig omgekeerd. Wij willen onbewust kwetsbaar en schuldig zijn omdat dit zou bevestigen dat de afscheiding gelukt zou zijn. Maar er bestaat geen afgescheiden, sterfelijk, kwetsbaar schuldig zelf dat straf verdient. Dat is juist het beste nieuws wat we kunnen krijgen!
Binnenkort: Hoe kunnen we onszelf en anderen dan wél werkelijk behulpzaam zijn?
In twee woorden……….Geweldige tekst. Hier wordt ik blij van!
Verstuurd vanaf mijn iPad
LikeLike