Voorbij het concrete

Jezus wil in ECIW duidelijk maken dat de afscheiding niet heeft plaatsgevonden. Hij wijst ons op onze ware Identiteit: we zijn Zonen van God. Hij komt ons echter tegemoet precies daar waar wij ons menen te bevinden: in een lichaam, in de wereld, in tijd en ruimte. Kort gezegd: in een droomwereld met een droomidentiteit. In m’n blogs “Met wortel en al” probeerde ik te laten zien dat wij als Zonen van God ervoor kiezen om ons afgescheiden droomfiguren te voelen in de droomwereld. Hiertoe verkiezen we om te geloven dat we kwetsbare mensjes zijn en dit gevoel versterken we door een vijandige wereld met vijandige mensen te projecteren. Onze instrumenten hierbij zijn aanvallen, verdedigen, ons slachtoffer voelen, geloven in de echtheid van pijn, ziekte en sterfelijkheid.

Zodra Jezus iets probeert uit te leggen in ECIW over de werkelijkheid, over onze onbegrensde liefdevolle aard, lopen we het “risico” dat we hem proberen te begrijpen vanuit ons beperkte en onjuiste droomperspectief. “Risico” staat tussen aanhalingstekens omdat er niks ernstigs gebeurt als we ons op deze manier vergissen. Het vertraagt echter wel het helder worden van onze ware natuur.

Voorbeeld: een bekende Cursus-wijsheid is: “ik ben niet een lichaam”. Vanuit onze droomidentiteit kijken we na het horen van deze woorden naar het fysieke lichaam waar we ons gewoonlijk mee identificeren. Wij kunnen dit fysieke lichaam inderdaad gebruiken als ultiem symbool van ons geloof in afgescheidenheid. Als het niet goed functioneert denken we dat “wij” ziek zijn en langs dezelfde lijn gedacht gaan wij dan dood als het fysieke lichaam koud en stijf wordt. Wat er kan gebeuren is dat we een stapje terug doen, van “ik ben dit lichaam” naar “ik heb een lichaam”. Dit kan zelfs als zodanig ervaren worden in de ervaring die bekend staat als “uittreding”. Dit wordt wel omschreven als “ik kon toekijken op het lichaam, ik zweefde er als het ware boven”.

Wellicht kan dit inzicht een opsteker zijn, een stapsteen naar dieper inzicht. Het is echter niet handig om nu te gaan geloven in een soort begrensde (!) geestelijke identiteit die een half uurtje  gelukzalige ontkoppel-momenten beleeft maar voor de overige 23,5 uur gewoon door zwoegt, lijdt en ploetert binnen de droom. Er is nog steeds vergevingswerk te doen. Dit komt steeds neer op het ontkennen van dat wat wij menen zo duidelijk voor ons te zien. Dat wat ruimtelijk is, dat wat tijdelijk is, dat wat begrensd is en “dat wat bedreigd kan worden” is niet werkelijk. Niets werkelijks kan bedreigd worden, niets onwerkelijks bestaat.

Dus ontkennen van het zogenaamd concrete is een goede stap maar het is onhandig om geloof in de echtheid van een fysiek lichaam te vervangen door geloof in de echtheid van een begrensd en kwetsbaar emotioneel of zelfs spiritueel lichaam. We moeten beseffen dat wat we ervoor in de plaats willen zetten slechts vaag en indirect met woorden geduid kan worden maar dat we hierin grote bescheidenheid en terughoudendheid moeten betrachten.  Het is een onvoorstelbaar mysterie. Lees als je wilt met me mee in les 91:

3De ogen van het lichaam nemen het licht niet waar.
4Maar ik ben niet een lichaam. 5Wat ben ik?

4Ik ben niet zwak, maar sterk.
5Ik ben niet hulpeloos, maar door en door krachtig.
6Ik ben niet begrensd, maar onbegrensd.
7Ik ken geen twijfel, maar ben zeker.
8Ik ben geen illusie, maar werkelijkheid.
9Ik kan in het duister niet zien, maar wel in het licht.

Na de ontkenningen worden woorden gebruikt als “sterk, door en door krachtig, zeker”. Maar pas op dat je hier geen nieuwe afgod van maakt en gaat denken aan een soort superman-achtige figuur. Laat je liever verbazen door het besef dat jouw fysieke ogen je werkelijkheid niet kunnen zien, dat je onbegrensd bent. Onbegrensd!

Dit is de onvoorstelbare tegenhanger van “afgescheiden”. Binnen de droomwereld kunnen wij ons dit niet voorstellen maar, goed nieuws, we kunnen er steeds meer feeling voor krijgen. ECIW spreekt van een universele ervaring. Deze treedt vanzelf op als we onze oordelen en onze schuld-projecties samen met Jezus los durven te laten. Dan ervaren we liefdevolle verbondenheid met onze Broeders en dit is binnen de droom de voorbode van de onvoorstelbare eenheid van Gods schepping. Wij willen onszelf verleiden om wat we in tijd en ruimte menen te zien met onze fysieke ogen serieus te nemen. En ook het serieus nemen van onze overtuigingen en emoties behoort tot de droomwereld. Dit alles mag naar het licht gebracht worden en we mogen er samen echt naar kijken door de ogen van liefde, de ogen van Jezus. Pas dan ervaren we de wonderlijke eenheid en vrede als voorbode van die laatste stap die geen stap meer is.

4Wonderen worden gezien in het licht. 5Laat ik vanwege verleidingen mijn ogen niet sluiten.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s