Hoe kunnen we nu hulp vragen aan God, Jezus of HG? Die bestaan toch niet buiten onszelf dus dan foppen we toch onszelf?

Toelichting: We moeten er dus voor waken dat we als droomdoenertje aan de slag willen gaan om onszelf te verbeteren. Maar wat kunnen we anders als er buiten ons geen godheid bestaat die ons te hulp kan komen?

Overwegingen: Vanuit ons droomperspectief menen we dat we te kiezen hebben tussen goed en fout, het is het één of het ander. Wij denken in tegenstellingen. Dus als er niemand buiten ons bestaat kunnen we ook geen hulp vragen aan een ander. En als we één zijn dan betekent dit automatisch dat we dus zelf onze problemen dienen op te lossen. Dit zijn binnen onze niveau II werkelijkheid de enige opties.
We missen hierbij echter de wonderlijke, mysterieuze en paradoxale “eigenschappen” van de schepping. Ik schreef erover in hoofdstuk <De onbegrijpelijke niveau I werkelijkheid> maar er verstandelijk kennis van nemen wil niet zeggen dat hiermee onze blinde vlek verdwenen is. Telkens weer gaan we over dit soort vragen nadenken zonder ons de beperktheid van de zogenaamde denker bewust te zijn.

De schepping is een mysterie waarbij eenheid zich uitbreidt en toch één blijft. Sta hier eens bij stil en laat het tot je doordringen. Ons denken duizelt. Hoe kan iets dat niet gebonden is door tijd en ruimte zich uitbreiden? Wat moeten we ons voorstellen bij zoiets als de Heilige Drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest? Is Jezus nu echt een oudere broeder van ons of kan dat helemaal niet?

Zoals ik eerder schreef moeten we niet denken dat we nu een of ander raadsel moeten en kunnen oplossen. Het is veel behulpzamer om iets van die universele ervaring te proeven waar ECIW over spreekt <VvT Inleiding>:

“Theologische overwegingen als zodanig zijn per definitie controversieel, aangezien ze op geloof berusten en daarom aanvaard of verworpen kunnen worden. Een universele theologie is onmogelijk, maar een universele ervaring is niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk. Het is deze ervaring waarop de cursus aanstuurt. Alleen hier is consistentie mogelijk, want alleen hier komt aan onzekerheid een eind.”

Dat geldt ook voor deze vraag. Ook hier geldt dat we vooral enige helderheid kunnen ervaren als we de fout in ons denken herkennen en vergeven. Door ons of-of-denken kunnen we op twee manieren ontsporen:

  1. We geloven net als vele broeders en zusters binnen het Christendom, Islam en Jodendom, dat we gescheiden zijn van God en dat het dus handig is om Hem te hulp te roepen om weer thuis te kunnen komen. Met de mond belijden we als cursusstudenten dat we een non-duale visie hebben. Zoals ik echter bij vraag 5 beschreef, zien we toch dikwijls het ego en de Heilige Geest als een soort krachten buiten onszelf. Voor ons, in ons geloof in afgescheidenheid, bestaat het risico dat we ons tot in lengte van dagen slachtoffer blijven voelen van de ellende die ons overkomt in de droom. We bidden en smeken om genezing van onze ziekte, voor een eind aan alle lijden en pijn. We hopen dat ooit onze gebeden verhoord zullen worden en dat God, Allah, Jezus of welke Goddelijke entiteit dan ook ons een keer zal komen verlossen. Waarschijnlijk geloven we als ECIW-studenten niet meer in een hel en een hemel na dit fysieke leven. We willen verlost worden uit de hel die we nu ervaren en dan ook nu die heerlijke verlichting, de hemel ervaren. Zolang we echter dit slachtofferschap koesteren zal het voortduren. Ten diepste willen we namelijk geloven in dualiteit en niets kan de Wil van de Zoon van God weerstaan.
  2. We geloven dat alles één is en dat er niets buiten onszelf bestaat. Dat is toch de kern van de non-duale visie? Er is toch geen God buiten ons zoals de klassieke Christenen en gelovigen van andere monotheïstische godsdiensten geloven? Dan moeten we het dus zelf doen. Wij zijn immers die machtige Zoon van God? Nu rekenen we onszelf echter te snel rijk. Want ja, we zijn de machtige Zoon van God maar nee, dat zijn we niet vanuit ons geloof in afgescheidenheid, vanuit ons kleine alledaagse zelf. Daarom is streven naar zelfliefde ( zie vraag 4) wellicht plezierig maar toch wat anders dan Zelfrealisatie. Het is absoluut niet behulpzaam als we ons kleine zelf op de heilige troon willen zetten van God. Dat is pas blasfemisch. Niet blasfemisch in de zin van zondig of godslasterlijk. Wie denken wij wel dat we zijn als denkbeeldig droomfiguur dat we de Schepper kunnen beledigen? Nee, het is blasfemisch in de zin van bespottelijk en op een trieste manier grappig dat we denken als klein zelf ons te kunnen verheffen tot een Goddelijke status.

Maar wat moeten we dan als we in nood denken te zijn en onze hersenen zo beginnen te kraken? We kunnen ons gespartel zien en erkennen dat wij zelf niets kunnen doen. Dit is een belediging voor ons ego <Txt 18: IV,7>:

“Dit is het wat het heilig ogenblik zo makkelijk en zo natuurlijk maakt. Jij maakt het moeilijk, doordat je volhoudt dat er vast en zeker meer is dat jij zou moeten doen. Je vindt het moeilijk het idee te aanvaarden dat je zo weinig hoeft te geven om zoveel te ontvangen. En het valt jou heel zwaar in te zien dat het geen persoonlijke belediging is dat jouw bijdrage en die van de Heilige Geest in zo grote wanverhouding tot elkaar staan. Je bent er nog steeds van overtuigd dat jouw inzicht een machtige bijdrage vormt aan de waarheid, en haar maakt tot wat ze is. Toch hebben we beklemtoond dat je niets hoeft te begrijpen. Verlossing is makkelijk, juist omdat ze niets vraagt wat je niet nu meteen kunt geven.”

We kunnen slechts zoiets bidden als:

“Heilige Vader, liefde. Hier ben ik. Ik spartel om u te bereiken maar ik weet dat ik niet kan klimmen tot de hemel. Het voelt zo raar Vader dat ik moet toestaan dat U mij vervult. Dat ik al mijn gespartel moet opgeven en me openen voor U. Het voelt zo weerloos en machteloos Vader. Het voelt een beetje als het opgeven van alles wat me zo dierbaar lijkt, als sterven. Maar hier ben ik Vader.”

Pas dan kan het wonder gebeuren. Het wonder dat het besef gloort dat het geen sterven betekent om je te openen voor de Vader, voor de liefde die je bent. Het is leven en het is vrede. Je hebt er geen woorden voor om te beschrijven wat je nu geopenbaard wordt. Het heeft niets met eigen verdienste te maken. Het vervult je met de zekerheid dat dit het is maar je kunt “dit” niet benoemen. Je kunt alleen maar gelukkig zijn.

Terug naar de vraag. Want heb je nu iets zelf gedaan? Nee. Ben je geholpen? Ja, zo voelt het wel. Door Iemand buiten je? Nee. Zie je het? Zie je de beperking van ons kleine verstand en voel je dat heerlijke mysterie?

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s