Het is meer dan verbazingwekkend om “de liefde aan het werk te zien”. Eerst gisteren in een fijne Zoom-meeting. Een lieve zuster brengt een vraag naar voren maar beantwoordt deze als het ware, hardop en geïnspireerd, zelf. Het gaat niet om de vorm die haar vraag had aangenomen maar om de inhoud. En op dat inhoudsniveau worden de andere aanwezigen van de groep ook aangesproken en mogen zij ook de genezing beleven van een het bijgeloof in afscheiding. Op zo’n moment is het een voorrecht om getuige te mogen zijn van genezing vanuit eenheid.
We spraken ook over een blog die ik had geschreven waarbij ik stelde dat ik het fijn vind dat Robert Perry een wat andere insteek heeft bij het uitleggen van ECIW dan Ken Wapnick. Robert Perry geeft in zijn uitleg ruimte aan dat mysterie dat stelt dat de eenheid niet verloren gaat door de schepping. Liefde breidt zich uit door te scheppen en maakt bijvoorbeeld Zonen van God, meervoud dus. Ken Wapnick, schreef vooral in een periode waarbij hij een te duaal Gods- en scheppingsbeeld wilde corrigeren. Hij hamert op de eenheid die nog altijd bestaat ondanks de schepping. Ik blijf soms aan zijn formuleringen hangen en reageer hier dan weer op. Ook dit zal een functie hebben.
Op de FB pagina kreeg ik hierover ook een fijne reactie van een lieve zuster. Samenvattend schreef ze: “Ik begrijp wat je zegt en zie ook het gevaar van eenzijdigheid maar toch voel ik dat er mogelijk geen wezenlijk verschil is tussen de visie van Ken en die van Perry”. Wat mooi. Wat kan het heilzaam zijn om zonder oordeel, verschillende visies binnen te laten komen. Het hart juicht hierdoor.
Het wonder van genezing zette zich vanmorgen vroeg verder door toen ik de werkboekles van vandaag las (WB64): Laat me mijn functie niet vergeten. Momenteel houdt de kwestie van de slechtheid van de wereld me nogal bezig. Hoe zit dat nou? Aan de ene kant lees ik dat we als Zoon van God de wereld projecteren om ons afgescheiden te wanen. Direct trekt m’n verstand de conclusie dat de wereld dus onecht is en een nare plek om te zijn. Aan de andere kant is de wereld (en ons lichaam) neutraal en geven we het zelf alle betekenis die het voor ons heeft: als bewijs van de afscheiding of als communicatiemiddel voor de liefde.
Deze kwestie intrigeert me ook in het kader van A Course of Love (ACOL). Deze spreekt over “The elevated form of Self”. Critici uit ECIW-hoek grijpen deze term soms aan om te waarschuwen tegen het duale karakter van ACOL. Ik zie dit niet zo en meen dat dit boek niet wezenlijk anders over de wereld en over lichamen praat dan ECIW. Ook nu is er sprake van accentverschillen die, naast elkaar gelegd in plaats van tegenover elkaar, helend en genezend werken.
Bij ECIW ligt het accent in de eerste plaats op de manier waarop wij de geprojecteerde wereld en daarmee ons lichaam gebruiken om ons geloof in afscheiding te bekrachtigen. Logisch dat we nu gaan denken over de wereld als “een slechte en nare plek, bedoeld om God aan te vallen”. Bij ACOL wordt gesteld dat we ons als Zelf, vanuit de Christus die we zijn, liefdevol kunnen en willen uitdrukken, ook in de droomwereld van tijd en ruimte. Hierbij ontstaat het beeld van een creatieve Zoon die als het ware kan spelen met vorm, zonder deze als bewijs voor afscheiding te zien.
Mijn verstand wil dan weten “hoe het nu zit”. Heeft ECIW gelijk of ACOL? Is de wereld nu een vergissing die gecorrigeerd moet worden of een heerlijke paradijselijke speelplaats? En dan weer die wonderlijke samenloop van omstandigheden, me door de Heilige Geest aangeboden in de werkboekles waarin ik lees:
“Niets wat de ogen van het lichaam schijnen te zien, kan iets anders zijn dan een vorm van verzoeking, aangezien dit nu juist het doel van het lichaam was..”
“Zie je nu wel!”, roept m’n verstand: ECIW heeft gelijk en die buitenwereld is kwalijk en verleidelijk, een oord bedoeld voor narigheid. Maar dan gaat Jezus verder in dezelfde alinea:
“Toch hebben we geleerd dat de Heilige Geest voor alle illusies die jij gemaakt hebt een andere toepassing heeft en daarom ziet Hij er een ander doel in. Voor de Heilige Geest is de wereld een plaats waar jij leert jezelf te vergeven wat jij als je zonden beschouwt. Zo bezien wordt de fysieke verschijningsvorm van verzoeking de geestelijke erkenning van verlossing.”
Jezus legt er direct een andere visie naast, de visie van de Heilige Geest. “Zo bezien wordt de fysieke verschijningsvorm van verzoeking de geestelijke erkenning van verlossing”. Laat dit nu precies zijn wat ACOL benadrukt. De HG kan wonderen door ons aanbieden aan de wereld en daarbij de fysieke verschijningsvorm gebruiken. ACOL zegt dat we de liefde vorm mogen geven in de wereld door onszelf te herinneren dat we de Christus zijn, liefde. We mogen daarbij als fysieke verschijningsvorm (elevated form of Self) ons fysieke lichaam gebruiken om waarlijk behulpzaam te zijn. Laat me mijn functie niet vergeten. Het doel is niet om fysieke lichamen als echt te gaan zien of om de ellende die we menen te zien “echt te gaan maken” maar om liefde te laten stromen dwars door de droomwereld heen.
Wow! Wat zijn we toch geneigd tot strijd en oordeel, tot het aangaan van godsdienstoorlogen. Wie heeft er gelijk? Wat is de waarheid? Nu blijkt dat middelen en woorden (de vormen zelf) er niet toe doen maar dat het slechts draait om de uitkomst die tevens onze functie is. Het gaat om de vraag of we meehelpen aan de uitbreiding van liefde, Gods scheppingsplan.
“Liefde, hier zijn we. Stroom door ons heen, gebruik ons en laat ons onze functie vervullen.”
Ohhh Ducky, wat schrijf je toch helder! Dank je wel…Hanneke
LikeLike