Wat wilt U dat ik zeg, en tegen wie?

Vanmorgen kreeg ik een reactie op één van m’n blogs van een dierbare Christelijke broeder. Hij herkende zich niet in woorden die ik had gebruikt in verband met het klassiek Christelijk geloof; woorden als angst, twijfel en schuldgevoel. Hij gaf aan dat hij de striemen van Jezus interpreteert als belangrijk voor onze genezing en onderdeel van de overwinning op het rijk van de duivel.

Het eerste wat bij me opkwam was de vraag of hij ECIW kent. Maar dat doet er hier niet zo veel toe. Deze man ervaart zijn geloof als verrijkend en meent dat ik er een verkeerd beeld van schets. Vervolgens neemt hij de moeite om me erop te wijzen dat hij het kruisigingsverhaal van Jezus als goed nieuws ervaart. Kennelijk worden we er allebei blij van terwijl we de kruisdood toch geheel verschillend interpreteren. Voor hem is onze schuld nu vereffend en de duivel verslagen. Voor mij is het geloof in zonde, schuld, angst, door en de duivel nu ontmaskerd als bijgeloof.

Voor mij roepen woorden als striemen en duivel en de hele christologie van het dragen van straf door Jezus nare beelden op. Voor hem niet. Ik bracht zijn mail naar de Heilige Geest en heb de schrijver kort bedankt voor zijn reactie en aangegeven dat mijn visie wat anders is. Het viel me op dat ik niet de behoefte kreeg ECIW uit te gaan leggen. Als iemand niet lijdt aan zijn geloof en het juist als bevrijdend ervaart; wie ben ik dan om hierin te gaan zitten roeren?

Het voorval deed me denken aan mijn schrijven over het gebruik van meervoudsvormen in ECIW (bijvoorbeeld Zonen van God). Ook hierover verschillen sommige lezers met me van mening. Hiervoor geldt wat mij betreft hetzelfde: als woorden die voor mij vervelend klinken voor anderen juist bevrijdend zijn dan is er niks aan de hand. Mijn blogs over dit thema zijn bedoeld voor broeders en zusters die juist niet blij worden van de manier waarop soms in Cursus-kringen gesproken wordt over onze relatie met Vader, Heilige Geest en met onze Broeders.

In deze kwestie komt er nog een extra leermoment voor mij bij. In het voorbeeld van mijn Christelijke broeder gaat het om iemand die, voor zover ik het kan inschatten, de Cursus niet of nauwelijks kent. Bij de “Zonen-gedachtewisseling” reageren echter vrienden die wel bekend zijn met ECIW. Ik merkte dat ik niet zoveel moeite had met opmerkingen met de strekking van “dat zie ik anders”. Lastiger vond ik het om niet te blijven haken aan teksten met de strekking “dat zie je verkeerd” of “dat staat niet in de Cursus”. Omdat ik me hierdoor aangevallen voelde (ik ervoer: “je leest niet goed en je snapt het niet, sukkel!”). Nu had ik eerst m’n vergevingsoefening te doen. Gelukkig krijg ik de neiging om me te verdedigen nu sneller in de smiezen dan vroeger en kan ik dit naar de liefde brengen.

De vraag dient zich aan of ik gelijk wil krijgen of vrede ervaren. Dat lijkt gemakkelijker dan het voor me is. Mijn eerste reactie is net zoals die op de klassiek Christelijke visie.  Vroeger was ik daar feller in en wilde ik het, in mijn ogen, negatieve Godsbeeld eens en voor altijd corrigeren en vervangen door dat van een liefdevolle Vader. Nu ben ik blij als mensen die het klassieke Godsbeeld als knellend ervaren iets hebben aan de visie van ECIW; m’n wat megalomane bekeringsneiging voor de hele Christelijke gemeenschap is afgelopen. Indien echter iemand aangeeft dat ECIW onzin is of werk van de duivel dan neig ik er toch naar om in de pen te klimmen. Misschien niet alleen voor de schrijver zelf maar ook voor de meelezers. Ik wil dan ook voor hen behulpzaam zijn zodat ze niet vasthouden aan de angst omdat ze bang zijn deze los te laten.

Zoiets ervoer ik ook in de Zonen-gedachtewisseling. Deze is bedoeld voor broeders en zusters die last hebben van uitspraken als “er is geen ander”. M’n blogs hierover zijn niet bedoeld voor mensen die door deze woorden overstromen van liefde en geluk. Helemaal goed, niks maar aan doen, zou ik willen zeggen. Als er geen lijdensdruk is dan is er ook geen motivatie om een andere visie te overwegen. Maar ook hier valt het me lastiger om het los te laten als ik meen dat de meelezers de kans ontnomen wordt op een, in mijn optiek, blijere visie.  Ik wil schrijven voor mensen die last hebben van een knellende visie; of dit nu de klassiek Christelijke versie is of een bepaalde visie op ECIW.

Voor mij is dan de vraag: waar eindigt het “waarlijk behulpzaam willen zijn’ en gaat het over in “gelijk willen hebben”? Net zo min als ECIW gedragsregels geeft, is ook hier geen pasklaar antwoord te geven maar zal het in elk ogenblik naar de liefde gebracht moeten worden voor leiding. Het is een heerlijke oefening voor me met veel aspecten. Soms mag ik snel een kwestie laten rusten, de Heilige Geest is godzijdank niet afhankelijk van mijn pen maar heeft talloze opties. Maar soms is “laten rusten” juist een vlucht omdat ik bang ben om als drammer gezien te worden. Gelukkig was het niet Jezus’ doel in ECIW om iedereen te vriend te willen houden. Hij zocht niet de goedkeuring van anderen maar volgde de Wil van zijn Vader.  Het is zo mooi dat ik zojuist nadacht over het einde van deze blog. M’n hand slaat de bladzijde van ECIW om en ik lees (WB71):

Wat wilt U dat ik doe?
Waarheen wilt U dat ik ga?
Wat wilt U dat ik zeg, en tegen wie?

Het ontroert me. Dank U lieve Vader.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s