Vanuit ons geloof in de echtheid van onze afgescheiden staat zien wij overal grenzen. We geloven dat we als lichaam los staan van de buitenwereld. En we geloven dat ons lichaam sterfelijk is, dus in zijn bestaan begrensd door de tijd. Dit is wat Jezus in ECIW aanduidt met ons geloof in illusies en in een illusoire, ons vijandige wereld.
Wat is de manier om dit bijgeloof te beëindigen? ECIW gebruikt hier verschillende omschrijvingen voor. We mogen ons bijgeloof naar het Licht brengen, gaan kijken met de ogen van Christus, de visie van Christus ontwikkelen. Als we zo in stilte tot het Licht wenden en dit door ons heen laten schijnen dan verdampt ons geloof in afgescheidenheid. Dit is het wonder, dit is vergeving, dit is het accepteren van verlossing voor onszelf. Vanuit de Liefde zien we dus geen grenzen meer en verdwijnt de illusoire wereld van pijn, verdriet en eindigheid. Er is nog een manier om dit uit te drukken: Liefde ziet geen illusies.
Nog wat anders gezegd: God (Liefde) weet niets van onze wereld. Deze laatste formulering vind ik minder gelukkig gekozen. Niet omdat ze niet waar is bezien in het licht van wat ik zojuist schreef. Het ongelukkige van de formulering “God weet niets van deze wereld” zit hem in het feit dat wij als lezers van deze uitspraak deze gaan onbewust interpreteren vanuit ons geloof in afgescheidenheid. Dit is wat gebeurt:
- (Onbewust): ik geloof dat ik een afgescheiden, op mezelf staand wezentje ben
- (Onbewust): dus is God dat ook
- God, als aparte entiteit, weet niets van mij, als aparte entiteit.
Dit resulteert in een gevoel van eenzaamheid, verlatenheid en terechte verbazing. “Hoe zou God zo afstandelijk en liefdeloos kunnen zijn?” wordt onze terechte noodkreet. Vervolgens horen we Cursus-leraren zeggen dat “als God iets zou afweten van onze droomwereld dan zou Hij deze echt maken”. Wat wordt dit na deze ontsporing toch een pijnlijke en hardnekkige mantra. Immers; de enige weg uit ons bijgeloof is ons te wenden tot de Liefde, tot God, tot onze Vader. Doordat we over Hem nu gaan denken als losse entiteit (een vergissing) roepen we iets wat liefdeloos is: we personifiëren deze Liefde en zien deze vervolgens als niet-betrokken en afstandelijk, als harteloos. Zie je het? Zie je dat ook het weerwoord “God weet wél iets van onze eenzame staat” weliswaar minder harteloos voelt maar ook gebaseerd is op het beeld van een lieve man op een wolk in de hemel?
Helaas hebben we onze blinde vlek niet in de gaten. Dus blijven Cursus-leraren hun mantra herhalen: God weet niets van onze ellende. Wees hier toch wat genuanceerder in, lieve mensen. Want ik zie cursisten vertwijfeld en onzeker reageren. Zo kennen we immers de liefdevolle Vader helemaal niet. Zo kennen we onze liefdevolle Broeder Jezus helemaal niet. En zo willen we zelf ook niet in de wereld staan; droomwereld of niet.
En dat hoeft ook niet. Liefde is onze Bron, de plek waar we ons naartoe wenden voor genezing. Dan stroomt ze door ons heen en vervult ons met vrede en blijdschap. Niet in ontkenning maar in omarming. Zo mogen we de beeldspraak gebruiken: onze Vader houdt van ons, droogt de tranen van onze ogen, draagt ons, en reikt via ons (als zijn kanalen van liefde) naar een wereld in nood. Neem nu, als je wilt, even de tijd om dit citaat uit de Werboekles van vandaag (192) te lezen. Het behoeft geen verdere uitleg.
Ik heb een functie die God me graag vervullen ziet.
Van de schepping valt in deze wereld zelfs geen voorstelling te maken. Ze heeft hier geen betekenis. Vergeving is hetgeen waarmee ze nog het dichtst bij de aarde komen kan. Want in de Hemel ontstaan, heeft ze in het geheel geen vorm. Maar God heeft Iemand geschapen die het vermogen heeft om het totaal vormloze in vorm te vertalen. Wat Hij maakt zijn dromen, maar van een soort zo dicht bij ontwaken, dat het daglicht er al in schijnt, en ogen, die zich al openen, het vreugdevolle schouwspel dat zij bieden aanschouwen.
Vergeving beziet mild alles wat onbekend is in de Hemel, ziet het verdwijnen, en laat de wereld achter als een schone, onbeschreven lei waarop het Woord van God de zinloze symbolen die er eerst geschreven stonden, nu vervangen kan.
Zo helder!
Dank je Simon❤️
LikeLike
We mogen ons koesteren, in de staat zoals we zijn. Voelt wel anders als ‘God weet niets van deze wereld’.
Dat laatste is uiteindelijk (maar) een zinnetje, zoals er duizenden zinnen zijn in ECIW… sommige steunend, andere dan weer tegen randje shockerend. Beetje variatie kan geen kwaad. 🙂
Als de ene zin niet werkt, zal de andere zin wel werken, wat natuurlijk heel persoonlijk is.
Ik herinner me die stelling ‘God weet niets van ons’ nog, bij een introductieavond die ik zoveel jaar terug volgde van de cursus. Die kwam wel binnen, moet ik zeggen, maar heeft me aan de andere kant ook wel weer geholpen in het proces van onthechting, die je uiteindelijk ook zelf moet doorlopen. In die zin is het zeker geen ongelukkige uitspraak, zolang het niet een mantra is om de impasse van de universele vraag ‘waartoe dient dit leven nu en hoe koppel je de aardse ellende met God’ als een soort van dooddoener te pareren. Maar inzake de term ‘dooddoener’ ook dat is mijn eigen perceptie. Jouw toelichting die refereert naar het ingeslopen egodenken vanuit afscheiding is zeker helpend, brengt me weer een stapje dichter, dank je wel!
LikeLike