Gisteravond hadden we een heerlijke Zoom-avond waarin we lazen uit ECIW Hoofdstuk 4. Jezus spreekt hier in Txt VII over God die wezens heeft geschapen (VII:5). Dit komt 11 keer voor in de Cursus. Scheppingen, ook meervoud, komt 117 keer voor en zonen komt 82 keer voor. Het gebruik van deze meervoudsvorm leidt steevast tot verwarring en in deze verwarring roept er gewoonlijk wel iemand dat het allemaal symbolisch bedoeld is of dat Jezus ons tegemoet komt op het niveau waarop wij ons denken te bevinden.
Maar we hoeven niet uit te leggen wat Jezus “eigenlijk” bedoelt te zeggen. Hij gebruikt precies de woorden die het meest behulpzaam zijn en hij spreekt deze woorden direct tot ons, zijn broeders en zusters. Net zomin als we een dominee nodig hadden om de Bijbel te lezen, zo hebben we ook geen andere boeken nodig die ons uitleggen hoe we ECIW “eigenlijk” moeten begrijpen. Als Jezus een meervoudsvorm gebruikt, niet één keer maar talloze keren, dan doet hij dit omdat hij dit wil.
Onze verwarring ontstaat echter omdat zijn woorden landen in ons verstand en dat dit verstand bepaald wordt door ons geloof in de illusie van afgescheidenheid. Wij zijn gaan geloven in de echtheid van grenzen, in de echtheid van “ik hier en de rest daar”. Dit is ook nog eens een blinde vlek waar ik mee bedoel dat we in ons praten over dergelijke kwesties geen benul hebben van ons foutieve uitgangspunt, ons menselijke verstand. Onze denkwijze is ongeveer als volgt:
“In een non-duale visie is alles één dus als er een meervoudsvorm staat dan klopt dit niet en moet het dus symbolisch zijn. Er kan helemaal geen sprake zijn van een meervoud want dit impliceert het bestaan van grenzen. Er is alleen maar eenheid”
Ik heb dit wel eens het platslaan van de Schepping genoemd tot een soort intellectuele pannenkoek. Als we niet in de gaten hebben dat we ons beperkte verstand op Gods troon hebben gezet, dan slaan we een wat naargeestig pad in. “Symbolisch” wordt dan het sleutelwoord waarmee we ons verstand bevredigen als we roepen dat de Drie-eenheid, Heilige Geest, Jezus, onze Broeders en Gods hele Schepping symbolisch zijn en er eigenlijk alleen maar eenheid is. Deze denkwijze levert een kortstondig intellectueel orgasme op maar daarna zitten we een beetje beteuterd met lege handjes ons af te vragen hoe we nu verder moeten. We lezen weliswaar dat het onze functie is om waarlijk behulpzaam te zijn, maar er is in eenheid toch niemand om te helpen en ook eigenlijk niemand om hulp aan te vragen? Sterker nog; als we dat zouden geloven dat maken we de illusie van meervoudigheid weer echt en dat moeten we toch niet willen?
Terug naar die blinde vlek van ons; ons onvoorwaardelijk geloof in de logica van “als alles één is kan er geen meervoud mogelijk zijn”. Dat klopt helemaal, maar bij het bakken van onze pannenkoek zijn we het mysterie van de Schepping uit het oog verloren. ECIW legt uit dat Liefde (God, de Vader) zich wil uitbreiden. Dit is de aard van Liefde. Liefde geeft Zich totaal weg in Scheppingen, Kinderen, Schepselen, Wezens enzovoorts. Maar ondanks deze meervoudsvorm blijft alles in eenheid met de Bron verbonden en bestaan er geen grenzen en geen aparte Kinderen of losstaande Schepping.
Dus JA, we moeten als we zo’n meervoudsvorm lezen ervoor waken om te gaan denken dat er toch losstaande wezens zouden kunnen bestaan. Maar we hoeven geen of-of keuze te maken met ons verstand maar we mogen kiezen voor de oh-wow reactie van ons hart. Oh wow, ik ben niet alleen maar heb echte Broeders en oh-wow ik ben in eenheid met hen verbonden! Ik mag behulpzaam zijn door liefde te laten stromen naar echte Broeders opdat ze mogen leren dat ze ook Liefde zijn, niet alleen, maar in mysterieuze Liefde verbonden met “andere” Broeders en met de Vader. Hier schiet ons verstand te kort. Er treedt kortsluiting op. Zijn er dan meerdere Zelven? Jawel. Maar zijn deze dan verschillend van elkaar; heeft de één iets wat de ander niet heeft? Nee, elk wezen heeft voor zich alles. Maar juist in het delen van dit “alles” is er diepe vreugde en ontdekken we dat we Liefde zijn. Geniet, met mij, van de volgende alinea en zie hoe Jezus onze vragen en verbazing kent (hoe, wat, voor wie?). Wat snappen we weinig en hoe wonderlijk groot en heerlijk is de Liefde! (TXT 4, VII, 5):
God, die alle zijn omvat, heeft wezens geschapen die elk voor zich alles hebben, maar die dat willen delen om hun vreugde te vergroten. Niets werkelijks kan vergroot worden, behalve door het te delen. Dat is de reden dat God jou geschapen heeft. De Goddelijke Abstractie schept vreugde in het delen. Dat is wat schepping betekent. ‘Hoe’, ‘wat’ en ‘voor wie’ doen niet ter zake, omdat werkelijke schepping alles geeft, aangezien zij alleen kan scheppen als zichzelf. Onthoud dat er in het Koninkrijk geen verschil is tussen hebben en zijn, zoals dat in het bestaan wel het geval is. In de staat van zijn geeft de denkgeest alles altijd.