Iemand stelde me de volgende vraag waar ik graag op reageer:
“Wat is voor jou het verschil, of welke zijn de verschilpunten, tussen Advaita en ECIW ? Of om de vraag anders te stellen: wat heeft jou nu exact bewogen om Advaita dan misschien niet volledig los te laten, maar dan toch resoluut te kiezen voor ECIW?”
Steeds meer besef ik dat alle spirituele zoekers, en ik dus ook, hun eigen, unieke weg gaan. Ons verstand stelt daarbij de vraag: “Wat is de beste weg?”. In mijn ervaring leidt de vraag wat de beste spirituele weg is tot een zinloze discussie. Dat maakt verder niet uit, maar het schiet ook niet op. Een veel betere vraag is, dunkt me: “Wat is de beste weg voor mij”. Echte Advaita-adepten veren nu al overeind en zullen me wijzen op de impliciete aannames die er al in deze vraag verscholen zitten:
- Er zou een ik zijn
- Die een doel zou kunnen bereiken
- Door iets te doen
Maar wees eens eerlijk. Onderzoek waarom je deze uitspraken gelooft. Is het niet omdat je toch ook ten diepste gelooft dat jij (!) daarmee de felbegeerde ego-loze toestand van verlichting kan bereiken? Zo wordt het eindeloos bijwonen van Advaita-meetings een komisch paradoxaal pad, waarbij vrijwel alle zoekers klaarblijkelijk toch tijd nodig hebben om ooit het moment te bereiken waarop het kwartje valt en duidelijk wordt dat er geen zoektijd nodig is. Maar terug naar de vraag waarbij ik dus niet schroom om aan te geven wat mij aanspreekt omdat ik weet dat zoekers niet anders kunnen doen dan dat.
Ik merkte dat (voor mij) het klassiek Christelijk geloof goed voelde, maar niet klopte. Het zit vol tegenstrijdigheden zoals het concept van een God die liefde is maar toch zonde ziet in ons en ons daarom wil straffen. Ik merkte vervolgens dat (voor mij) Advaita wel helemaal klopt, maar niet goed voelt. Dat “niet goed voelen” bestaat (voor mij) uit een bovenmatige focus op eigen innerlijk geluk, een ik-gericht navelstaren om de felbegeerde ego-loze toestand te bereiken. Het Christelijk geloof kan dus ontsporen tot een verlangen zelf gelukkig te worden door vreemde dogma’s te geloven of door je best te doen om liefdevol gedrag te vertonen. En Advaita kan ontsporen door zo je best te doen om ego-loos te worden dat je terecht komt in een uitzichtloze kramptoestand. Reminder: deze uitspraken zeggen dus niet zozeer iets over Christelijk geloof en Advaita an sich, maar over het effect dat ze op mij hadden. Want zowel binnen de klassiek Christelijke kerk als in Advaita-kringen heb ik broeders en zuster ontmoet die, in mijn beleving, prachtig, milde, wijze en liefdevolle mensen zijn.
ECIW kwam als een heerlijke verrassing. De mij vertrouwde Bijbelteksten vielen op hun plaats en wonnen aan glans door het Tekstboek. Eindelijk een Christelijke visie die klopte! En ECIW is, ondanks de 365 werkboeklessen, wel degelijk een non-duale visie. Ten diepste heeft het doen van de werkboeklessen hetzelfde paradoxale effect als het jarenlang bijwonen van Satsangs: met moeite leer je uiteindelijk dat je niks hoeft te doen, dat er geen doener is en dat jij jezelf mag ontslaan als eigen leraar. Ik merkte ook een fijne kruisbestuiving: door het doen van de Cursus kwamen de boeken en video’s van Satsang-leraren veel dieper en directer naar binnen.
Toch begon er iets te wringen na enkele jaren met ECIW bezig te zijn geweest. Het duurde even voor ik er de vinger op kon leggen en ik wil er hier niet te veel over uitweiden. Samengevat en erg vrij gesteld komt het erop neer dat dat ik de mooie 50%-50% liefde balans voor jezelf en anderen van de oorspronkelijke tekst van de complete editie van ECIW, te weinig terugzag in boeken óver ECIW en in hoe er in (sommige) Nederlandse groepen over de Cursus werd gesproken. Op basis van een (te) verstandelijke interpretatie van de metafysica was de focus verschoven naar eigen “innerlijke vrede”. De wereld was een droom die je maar het best kon negeren en als je broeders of zusters in nood zag was er iets mis met jouw perceptie. Het wonder van ECIW werd gereduceerd tot correctie van deze eigen perceptie. Tenenkrommend dieptepunt vormde voor mij onlangs het bericht dat in een Nederlandse ECIW-groep verkondigd was dat het prima was om een drenkeling te laten te verdrinken omdat je met een reddingspoging “de illusie echt zou maken”. Ik kan me levendig voorstellen dat Christenen op basis van dit soort berichten hun vrees uitspreken dat ECIW uit de koker van satan komt. Het ego zit op de troon, wenst ultieme innerlijke vrede voor zichzelf en ontkent het bestaan van anderen.
Ik herkende hierin noch de boodschap van Jezus uit de Bijbel, noch de boodschap van Jezus uit ECIW. Het zal niet toevallig zijn geweest dat ik in aanraking kwam met een meer getrouwe visie op ECIW; die van The Circle of Atonement. Later kwamen daar ook nog de boeken A Course of Love en The Way of Mastery bij. Ik zie een gouden lijn lopen van Bijbel naar ECIW naar ACOL naar WOM (waarmee ik andere geïnspireerde boeken niet wil uitsluiten).
De laatste jaren besteed ik vooral tijd aan deze boeken maar kan ik ook nog erg genieten van lezingen en boeken van Advaita-leraren. Het gaat over hetzelfde. Voor mij is Jezus als leraar (in deze fase) het meest geschikt, juist omdat hij me laat zien dat ik niet alleen op eigen verstand-kracht kan groeien in liefde. Jezus steekt zijn liefdevolle hand naar mij uit en ik weet, voel en ervaar in mijn hele wezen dat deze liefde alles is. Ze is middel en doel. En daarmee weet ik dat er een diepe transformatie plaatsvindt als ik bereid ben als doorgeefluik voor deze liefde te fungeren naar mijn broeders en zuster, ook in de wereld. Het is zo mysterieus gaaf. Ik merk dat Liefde niet een sleets woord is maar een levende, transformerende kracht vormt. Zowel in Advaita als in de verstandelijke versie van ECIW wordt er ook wel gesproken over liefde. Die zou als een soort restproduct optreden als we de klus met- en aan onszelf geklaard hebben. Het is de “niet-dit-niet-dat” route. Voor mij werkt deze weg niet of hoogstens tergend traag. In het openen van mijn hart voor de Vader en voor mijn broeders en zusters voel ik de kracht van liefde gaan werken. Het is een mysterie dat me vervult met grote dankbaarheid.
