Kopje onder in ellende

Ongemerkt vormen we ons een beeld van hoe een cursus-leraar of een gevorderde student omgaat met ellende. Hij (of zij) laat zich er niet door van de wijs brengen, vergeeft het en staat er boven. Hij bewaart het overzicht, glimlacht en blijft altijd ontspannen. Ik merkte een paar jaar geleden dat ik daarom wat teleurgesteld was toen Jeff Foster wanhopige blogs schreef toen hij werd getroffen door een ernstige ziekte. Was dit de schrijver van “Onvoorwaardelijke acceptatie”? De man die ik onbewust was gaan zien als goeroe, leraar, iemand die het licht heeft gezien? Waarom kan hij dan niet rustig blijven en bijvoorbeeld beschrijven hoe hij vanuit dat rustige, stille punt, vanuit dat oog van de orkaan kan toekijken op de heftige verschijnselen in zijn lichaam en denkgeest?

Voor mijzelf ben ik, natuurlijk, net zo streng. Na een hersenoperatie heb ik nu NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel) en één van de verschijnselen hiervan is dat ik bij cognitieve inspanning snel moe word. Mijn helderheid verdwijnt, m’n hoofd voelt wattig en wordt rood en ik ga, gek genoeg, meer praten. Blogs als deze moet ik vaak in etappes schrijven omdat na één pagina typen de fouten erin beginnen te sluipen en het overzicht verloren gaat. Op sociaal gebied kan ik in rustig gezelschap en op een goede dag 2 á 3 uur meedoen en dan is de batterij leeg. Mijn partner merkt dit beter op dan ikzelf en is dan zo vriendelijk om me een seintje te geven dat ik mezelf in acht moet nemen. Soms ben ik dan al zo ver heen dat ik reageer als iemand die na te veel biertjes uitroept: “niks aan de hand, ik ben niet dronken en kan nog prima rijden!”. Als fan van de cursus maak ik het mezelf vervolgens dubbel moeilijk. Ik verwijt mezelf dat ik niet de rustige, serene toeschouwer kan blijven en, jawel, ik meen ook nog eens dat het allemaal mijn eigen schuld is. Leert de cursus immers niet dat ik niet het slachtoffer ben van de wereld die ik zie? Dat ik mezelf kruisig? Dat er geen sprake is van een lichamelijke ziekte die mij zomaar overkomt maar dat de oorzaak zich in mijn denkgeest bevindt?

Het vervelende van het leslokaal van ons leven is dat niet-geleerde lessen telkens situaties blijven opleveren die ons dwingen opnieuw te kijken naar de kwestie. Zo werd ik onlangs geïnterviewd over ECIW en ECVL. Beetje spannend, maar toch ook leuk, ik had er zin in. Waar ik geen rekening mee had gehouden is dat mijn mentale batterij veel sneller leegloopt bij snelle aandachtwisselingen. En, helaas, bij een interview volgt de ene vraag direct na de andere en dit resulteert in kortsluiting in de accu. Deze keer was mijn lieve partner er niet om mij een schop onder tafel te geven. Na afloop voelde ik me dan ook moe en uitgewrongen. Wat had ik eigenlijk allemaal gezegd? Was ik niet te veel gaan ratelen? Ik voelde me schuldig en schaamde me omdat ik vreesde dat ik ECIW en ECVL mogelijk niet zo goed had gepresenteerd als ik wilde.

Misschien beleef jij iets soortgelijks als je angstig, boos, verdrietig of gedeprimeerd bent. Op zo’n moment ga je kopje onder in de situatie. Het kan een kort moment betreffen waarna je “weer bij zinnen” komt en je afvraagt hoe dit nu weer kon gebeuren. Maar het kan ook een donkere wolk zijn die niet zo snel voorbijtrekt. Waarom lukt het toch niet om er als het ware boven te kunnen staan? Om het van een afstandje te beschouwen waardoor je de ruimte ervaart waarin liefde en vergeving kunnen binnenstromen? Het is opvallend dat de frustratie om onszelf niet aan de haren uit het moeras te kunnen trekken vooral speelt bij zogenaamde psychische kwesties. Bij vervelende somatische aandoeningen als chronische pijn, infecties en kanker lijkt het soms makkelijker om de situatie althans enigszins te kunnen accepteren omdat we de indruk hebben dat we hier zelf niet zoveel aan kunnen doen. Maar waar het gevoelens betreft waar we niet direct een fysieke oorzaak voor kunnen aanwijzen vinden we dat we deze toch met een soort mentale cursus-wilskracht onder controle zouden moeten kunnen krijgen.  Voor de echte cursus-die-hards bestaat dit onderscheid natuurlijk niet. Er is immers in feite geen fysieke wereld die losstaat van de denkgeest dus alle zogenaamde ziektes, psychisch en somatisch, zijn vormen van op schuld gebaseerde aanvalsgedachten in de denkgeest en dat is de plek waar vergeving nodig is.

Maar dan toch. We horen van grote cursus-leraren die sterven aan kanker. Hoe kan dat dan? Zijn ze dan nog niet klaar met hun vergevingswerk? Dat valt ons dan toch een beetje van hen tegen. Dit doet me denken aan de omstanders die getuige waren van de kruisiging van Jezus. Weet je wat ze riepen (Matt 27:39-44)?

De mensen die voorbijkwamen, lachten jezus uit. Ze schudden spottend hun hoofd en riepen: “Daar hangt de mens die de tempel wilde afbreken. En die binnen drie dagen een nieuwe wilde bouwen. Red jezelf! Als je de Zoon van God bent, kom dan van dat kruis af!”
De priesters, de wetsleraren en de leiders van het volk bespotten jezus op dezelfde manier. Ze zeiden: “Andere mensen heeft hij gered. Maar zichzelf redden, dat kan hij niet. Hij is toch de koning van Israël? Dan moet hij maar eens van dat kruis afkomen! Dan zullen we in hem geloven. Hij vertrouwde toch op God? Hij zei zelfs dat hij Gods Zoon was! Als God echt van hem houdt, moet hij hem maar redden!”.

Terug naar Jeff Foster. Ik zag onlangs een kort YouTube filmpje van hem waarin hij beschreef hoe hij zich schuldig voelde over een klein foutje dat hij gemaakt had bij het invullen van een of ander formulier. Dat gevoel van schaamte bleef aan hem kleven als een stuk kauwgom onder een schoenzool. Zo eerlijk beschreven en zo enorm herkenbaar. Het duurde een tijdje voordat Jeff in zijn binnenste een klein beschaamd jongetje ontdekte. Dat jochie verdiende geen straf of berisping maar snakte naar een liefdevolle omarming. Pas toen Jeff dat kleine jongetje welkom heette en toestond om zolang hij wilde bij hem te blijven was daar die diepe vrede.

Ik moest denken aan Jezus uit de Bijbel. Hij zocht naar kracht in de hof van Gethsemane, hij hoopte dat de discipelen met- en voor hem wilden bidden maar helaas, ze vielen in slaap. Liefst wilde hij dat de gifbeker van de kruisiging aan hem voorbij zou gaan. Toen hij aan het kruis hing verduisterde de hemel en riep Jezus: “Mijn God, mijn God; waarom hebt Gij mij verlaten?”. Ik heb vaker gedacht en geschreven over het lijden van Jezus (zie blog:https://eciwcoach.com/2018/01/11/leed-jezus/ en https://eciwcoach.com/2022/11/07/leed-jezus-pijn/). Sommige ECIW-studenten zien Jezus het liefst als een toneelspeler die net doet alsof hij pijn heeft maar ondertussen gedissocieerd en op een afstandje onbewogen staat te lachen om de zogenaamde ellende. Hoe zou Jezus, de man die de illusie zo totaal doorziet, immers kunnen lijden? Er is toch geen lichaam, geen ziekte, geen pijn en geen dood?

Het voelt voor mij aanmatigend om hierover te gaan zitten filosoferen. Haast goedkoop. Ik zie nu dat ik niet verschil van de spotters bij het kruis als ik roep dat cursus-leraren (en ikzelf) onszelf maar eens moeten bevrijden van het kruis van ziekte, verwarring en pijn. “Jullie (ik) weten het toch allemaal zo goed? Nou dan; bevrijd en genees jezelf dan maar eens!’. Wat is dat beschuldigende en oordelende ego toch een kwelgeest. Het ziet slechts zonde, schuld en straf en daarmee beschuldigt het de Zoon van God. Het is listigheid ten top. DE boodschap van Jezus is dat we de schuldeloze Zoon van God zijn, wat we ook menen mee te maken. Deze boodschap is een “en-toch-boodschap”. De cursus-leraar krijgt kanker, ik ben verward, Jeff Foster schaamt zich, Jezus voert een verschrikkelijke strijd aan het kruis. EN TOCH!!!

Soms lukt het ons niet om ons de “en-toch” te herinneren. Het is te donker om ons heen. Wat is het dan belangrijk dat we aan elkaar gegeven zijn. Laten we de verwarde, zieke broeder of zuster omarmen, steunen en omringen met liefde. Als hij of zij het wonder even niet kan aanvaarden voor zichzelf dan mogen wij dat wonder aanbieden. Lees maar eens een aantal wonderprincipes uit het begin van ECIW in “De betekenis van wonderen”.

8. Wonderen genezen doordat ze een gemis aanvullen; ze worden door hen die tijdelijk meer hebben, verricht voor hen die tijdelijk minder hebben.

11. Gebed is het medium van wonderen. Het is een middel tot communicatie van het geschapene met de Schepper. Door gebed wordt liefde ontvangen, en door wonderen wordt liefde geuit.

18. Een wonder is een dienst. Het is de maximale dienst die jij een ander kunt bewijzen. Het is een manier om je naaste lief te hebben als jezelf. Je herkent op hetzelfde moment je eigen waarde en die van je naaste.

40. Het wonder erkent iedereen als jouw broeder en de mijne. Het is een manier om het universele merkteken van God waar te nemen.

In de Verklaring van termen (II:6: 14) wordt het wel heel bondig samengevat:

Waar de kruisiging was, staat nu Gods Zoon.

Ik wil deze blog afsluiten met respectievelijk de werkboekles die ik vandaag las (109) en met de uitroep van Jezus vanaf het kruis (Luc 23: 46). Dit mogen we zeggen met onze broeder hoe diep we ook in de put zitten en hoe verward we ook zijn waarbij we vertrouwen op dat “en-toch”.

Ik rust in God.

Vader, in uw handen beveel ik mijn geest.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s