Vanuit deze uitroep kan het twee kanten opgaan. Ik kan niet in iemands binnenste kijken maar durf toch te beweren dat degene die de uitroep slaakt dikwijls nog niet verlicht is. Dat wil in dit verband zeggen dat hij verstandelijk instemt met de uitroep maar dit nog niet daadwerkelijk zo ervaart. In feite gelooft deze student nog ten diepste in afscheiding: ik hier en god/de wereld/anderen daar. Deze nog niet verlichte student leeft nog in en vanuit eigen lichaam en denken. Vanuit dat afgescheiden punt denkt en kijkt hij vervolgens naar god/de wereld/anderen en concludeert dat deze “niet echt” zijn. Vervolgens zegt de student dan ook:
- God bestaat niet
- De wereld bestaat niet
- De ander bestaat niet
Want, zo redeneert hij, alleen mijn eigen ikje, mijn zelf bestaat. Op zich zou dit allemaal wel grappig zijn, ware het niet dat de nog niet verlichte student besluit op basis van zijn geloof te gaan handelen. Een extreem voorbeeld zal dit verduidelijken. Als de student ziet hoe een kind te water raakt en om hulp roept dan kan hij besluiten dat het slechts zijn eigen projectie betreft. Het is slechts zijn eigen droom en waarom zou hij zijn best doen een droomfiguur te redden? Dezelfde student zal ’s avonds naar de tv kijken en hartelijk lachen om de oorlogen, crises en catastrofes die getoond worden op het journaal. Niets hiervan is waar, zo gelooft de student.
De oppervlakkigheid van dit geloof wordt gewoonlijk wel duidelijk als de gelovige zelf in het water valt of slachtoffer wordt van andersoortige narigheid. Hij is dan toch wel erg blij als één van zijn droomfiguren hem de helpende hand reikt.
Hoe anders is de weg die Jezus voorstelt in Bijbel, ECIW, ECVL en andere door hem geïnspireerde boeken. Jezus legt uit dat het klopt dat onze zintuigen en ons verstand ons voor de gek houden als ze ons wijs maken dat wij gescheiden zijn van een god/wereld/anderen buiten ons. De uitroep “Alles is één” blijft recht overeind staan. Maar Jezus weet ook dat wij het mysterie van de Schepping niet met ons verstand en vanuit ons geloof in afgescheidenheid kunnen bevatten. Want in de Schepping is er iets aan de hand wat niet “logisch” is. En nu schieten woorden per definitie tekort. Want niets blijkt alles te kunnen zijn wanneer God, Zoon en Schepping daar zijn. In die eenheid blijkt sprake te kunnen zijn van een ongelofelijke diversiteit en individuatie zonder dat daarbij sprake is van afgescheidenheid. Wij zijn de kinderen van God die in eenheid met elkaar (en met God en de wereld) verbonden zijn. ECIW heeft er zelfs een speciale term voor: De Heilige Relatie. Als ik mijn broeder ontmoet dan lijk ik de ander te zien maar zie ik in feite mijzelf. In de ander zie ik telkens, zoals in de Bijbel staat, het gelaat van Christus; mijn eigen gelaat.
En dit ondoorgrondelijke mysterie maakt alle verschil van de wereld. Want alles wat ik buiten me meen te zien is op wonderlijke wijze met mij verbonden in de armen van liefde. Ik ben dat kind in het water dat dreigt te verdrinken, zijn angst is mijn angst. Ik ben de vluchteling, de dakloze, het slachtoffer, degene die schreeuwt om hulp. En zolang de hele wereld nog niet verlost is zijn wij met elkaar, áán elkaar gegeven om elkaar in deze liefde te omarmen opdat iets van de hemel op aarde mag worden gebracht. Dát is de weg van Jezus. Geen ontkenning van de ander vanuit een metafysisch zogenaamd kloppend theorietje maar de omarming van die ander vanuit herkenning en vanuit liefde. En vanuit die omarming klinkt de melodie van liefde en eenheid in ons hart en pas dan weten we écht dat we onbegrensd verbonden zijn met alles en iedereen.
Het accepteren van verlossing voor jezelf, ware verzoening, is van een geheel andere orde dan de ultieme afscheiding die ons ego propagandeert waarbij alleen ons kleine zelfje zou bestaan en de rest van de schepping ontkend wordt. Ware verzoening gaat over het zoeken naar verbinding en het vergeven van god/wereld/ anderen in de omarming van liefde. De gouden regel is springlevend: behandel en zie anderen zoals je zelf behandeld en gezien wilt worden. Dat is de weg van Jezus, een weg van liefde.
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven (Matt 22:37-39).
