Pas na langere tijd onvrede en zoeken ontdekken we dat we onbewust geloven dat we er nu nog niet zijn maar dat we door bepaalde dingen nu te doen er in de toekomst wel zullen komen. Is dit niet wat ons drijft de werkboeklessen jaar in jaar uit te blijven herhalen? Meestal horen we van een spiritueel leraar dat ons zoeken ons er juist van weerhoud om te vinden waar we zo naar smachten. Dan veranderen we onze strategie en gaan zo hard mogelijk proberen om niet langer te proberen. Hiermee bereikt de wanhoop en de frustratie pas echt een dieptepunt. Vanuit deze diepe wanhoop kan ontwaken plaatsvinden. We hoeven dit echter niet om te keren. Deze diepe wanhoop is geen voorwaarde voor ontwaken. Ontwaken is niet aan onze theorietjes gebonden en heeft geen wanhoop nodig om zichtbaar te worden.
Er is een subtielere, minder frustrerende “weg” mogelijk. De Cursus wijst ons hierop. De sleutel van deze weg heet vergeving. Het kan enige tijd duren voordat we de ultieme macht en kracht van deze sleutel ook maar enigszins beginnen te vermoeden. Terug naar de ultieme frustratie die ons wacht aan het einde van onze krampachtige zoektocht. Hier kan inderdaad een implosie van het ego-denksysteem plaatsvinden maar, nogmaals, moeten we het eerst zover laten komen? Is dit de regel?
Eén van de belangrijkste lessen van de Cursus in wonderen is dat er geen rangorde bestaat in wonderen. De logische tegenhanger hiervan is dat er geen rangorde in ellende bestaat. Het is wel zo dat we de in onze optiek grote ellende wat makkelijker kunnen horen. Dit zegt echter meer iets over onze bereidheid te luisteren. We kunnen zo hardleers zijn dat we inderdaad doordrammen tot het punt dat de omstandigheden gaan schreeuwen om ons wakker te makken. De zogenaamde grote shit van ons leven. Een wat handigere aanpak is om beter te leren luisteren, wat nauwgezetter te gaan kijken.
Moeten we wachten op enorme frustratie en tegenslag om in de gaten te krijgen waartoe we deze aan het projecteren zijn? Moeten we langs deze weg ons gefrustreerde ego eerst oppompen tot de grootte van een luchtballon voordat we doorkrijgen hoe het werkt? Het verband is namelijk niet ingewikkeld; er is een vicieuze cirkel van aanval en van de illusie van een ego dat aangevallen kan worden. Hierbij kan het handig zijn onze gebruikelijke manier van denken even om te keren. Meestal snappen we nog wel dat vasthouden aan de illusie van een-ikje-zijn (geloof in ons ego) tot gevolg heeft dat we angstig worden en denken iets te moeten verdedigen, soms zelfs door een denkbeeldige buitenwereld aan te vallen. Maar keer het voor de verandering eens om. Zie eens dat de mate waarin je een zogenaamd probleem serieus neemt en ertegen gaat vechten een groei veroorzaakt in het idee dat er een ikje bestaat. Lukt dat? Lichte irritatie geeft klein geloof in afgescheiden ikje, grote boosheid of frustratie laat dit geloof in een ikje verder opzwellen en verharden. Een beetje blazen in een ballonnetje geeft een klein slap ballonnetje; hard blazen geeft uiteindelijk een enorme luchtballon. Het doel van ontwaken is niet om eerst een enorme luchtballon te produceren maar om het mechanisme in de gaten te krijgen.
Je bent één denkgeest en je omvat alles. In die denkgeest vindt een film plaats met gebeurtenissen. Ik heb het niet alleen over gedachten maar ook over de dingen die we echt noemen; de fysieke wereld. In de eerste 30 werkboeklessen hebben we geleerd dat alles projectie is waar ze welf de betekenis aangeven die we willen. We hoeven nu slechts op te gaan merken dat als we ergens de betekenis aangeven van “dit wil ik niet” of “dat heb ik nodig” we een beetje in het ballonnetje blazen waarmee ons ik-gevoel sterker wordt. En nu komt de grap; wees hier niet langer bang voor maar ga er eens mee spelen door goed op te letten wat er gebeurt. Beetje boos? Ha, ha; jawel, ik voel mijn egootje wat zwellen. Erg boos? Ooooh, wat een mooie grote luchtballon!
Als je hier wat handiger in wordt dan kun je besluiten om de neiging om te vechten tegen wat zich voort lijkt te doen eens te weigeren. Vergeving is stil en doet in werkelijk niets anders dan de boel niet zo serieus te nemen. Wat blijkt? Het is alsof je de irritatie als een houtblok op een klein vuurtje legt. Het geeft nu een wonderlijke warmte, een gevoel van vrede. Iemand maakt een rotopmerking? Hé, ik trap er niet in. In de ene denkgeest wordt een film geprojecteerd die de Zoon van God probeert te verleiden om het serieus te nemen, aan te vallen en een rottig afgescheiden ego-gevoel te krijgen. Deze keer maar even niet.
Tenslotte kan het gebeuren dat je zo dat hele gedoe van ballonnetjes-blazen zat wordt. Maar juist dit zat-worden is de wortel van de ik-illusie. De ultieme vergevingsoefening kan een ikje nooit in gang zetten. Een ikje ontstaat immers uit de neiging om juist niet te vergeven en kan niet de oorzaak van de ultieme vergevingsles zijn. Dat hoeft ook niet. Uiteindelijk is het altijd al de Zoon van God geweest die het vlammetje was dat al onze irritatie-houtblokjes omzette in warmte en vrede en uiteindelijk zal deze werkelijke Identiteit onze laatste ego-illusie corrigeren.
WB 30: God is in alles wat ik zie, want God is in mijn denkgeest.
Als we ergens last van hebben dan willen we daarvan af. Het lijkt of we wat dit betreft allemaal onze eigen thema’s hebben. Met sommigen ervan hebben we allemaal te maken, denk aan lichamelijke pijn. Andere lijken specifiek voor jouw persoontje. Twee van die ogenschijnlijk wat specifiekere thema’s voor mij zijn slapeloosheid en spreekangst. Vermoedelijk komt jouw eigen achillespees direct in je gedachten. Zodra we een kans ruiken om van een dergelijk vervelend hoofdthema af te komen grijpen we deze met beide handen aan. De manier waarop we hierbij te werk gaan is steevast hetzelfde: definieer het probleem- vind een goede aanpak – bepaal of het probleem is opgelost. Als het gelukt is ben ik blij als het mislukt is ben ik teleurgesteld en moet ik wat anders proberen. Zolang ik in deze werkwijze geloof en deze toepas is mijn ego tevreden. Er zullen me zelfs soms wat succesjes gegund zijn als de omstandigheden niet al te extreem zijn. Ik zal een keer na een paar uur slapeloos woelen toch tevreden in slaap vallen na het toepassen van een methode en ik zal een keer een plezierige flow ervaren na een geslaagde toespraak en een luid applaus.
Vandaag krijgt het ego het weer zwaar te verduren met les 24: Ik zie niet wat mijn hoogste belang is. 1. In geen enkele situatie die zich aandient weet je welke uitkomst jou gelukkig zou maken.
Gisterochtend sprak ik een oudere dame die de neiging heeft om urenlang monologen te voeren over haar nare jeugdherinneringen. Het moet gezegd worden dat het inderdaad niet gering is wat ze allemaal voor haar kiezen heeft gekregen maar, een beetje onbeleefd gezegd, op een gegeven moment weet ik het wel. Het telkens herkauwen van alle traumatische gebeurtenissen lijkt haar geen goed te doen want telkens raakt ze overspoeld door boosheid en verdriet over al het onrecht dat haar is aangedaan.
Bij een normale cursus of opleiding is het begin vaak redelijk simpel en makkelijk te begrijpen en werk je toe naar de complexere thema’s die later aan de orde komen. Hoewel er een boven-intelligente opbouw in onze Cursus in Wonderen zit kun je niet echt spreken van een rustige start. Als je wat langer met de Cursus bezig bent loop je de echter kans dat je een beetje afgestompt raakt voor de heftigheid van de boodschap van de eerste lessen. De les van gisteren vind ik wat dit betreft een heerlijk voorbeeld: Ik ben vastbesloten te zien (W20). Zonder dat we het zelf in de smiezen hebben interpreteert ons ego dit onbewust als “ik ben vastbesloten om, bij wat ik nu al zie, nog wat andere, meer spectaculaire dingen, waar te nemen”. Gelukkig worden we in dezelfde werkboek les direct gecorrigeerd in de zin: 2Het idee van vandaag houdt tevens stilzwijgend de erkenning in dat jij nu niet ziet. Er staat dus niet dat we nu wat weinig zien. Er staat dat we niet zien. We haken hiermee dus aan bij les 9: Ik zie niets zoals het nu is. 


